COPD: opname in het ziekenhuis

Opname in het ziekenhuis door COPD

Heeft u COPD? Door een infectie of ontsteking in de luchtwegen of longen kunt u benauwder worden. Soms zo erg dat een opname in het ziekenhuis nodig is. We nemen u dan vijf dagen op. We leggen u uit wat u die dagen kunt verwachten.

 

Het kan zijn dat de situatie voor u net weer anders is dan we beschrijven. Stel gerust uw vragen aan uw arts of verpleegkundige.

Roken

  • Roken is de belangrijkste oorzaak van COPD. Als u rookt, zal dit zeker besproken worden in de gesprekken met de arts en verpleegkundige.
  • Tergooi MC is een rookvrij ziekenhuis. In de gebouwen en op het terrein van het ziekenhuis mag u niet roken. Als roker kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen als u niet rookt. Bespreek dit met de verpleegkundige en zaalarts. Zij kunnen u ondersteunen en advies geven. En eventueel medicijnen voorschrijven, zodat u minder klachten heeft.
  • De meeste mensen weten wel dat roken grote nadelen heeft. Toch is stoppen vaak lastig. Roken is een ernstige verslaving. De kans dat stoppen lukt, is groter als u de juiste hulp krijgt. De training Stoppen met roken van Tergooi MC geeft u die hulp. De verpleegkundige vertelt u graag meer over deze training.

Naar het ziekenhuis

Via de Spoedeisende Hulp (SEH)

Komt u via de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis terecht? Dan voert de arts-assistent bij u een lichamelijk onderzoek uit. Hij of zij stelt vragen over uw klachten en de medicijnen die u thuis gebruikt. Ook doen we verschillende onderzoeken:

  • we nemen bloed af via uw elleboog en pols
  • we maken een röntgenfoto
  • eventueel maken we een hartfilmpje

Als de arts besluit om u op te nemen, halen verpleegkundigen van de Acute Opname Afdeling u op.

Via de polikliniek

Ook de longarts op de polikliniek kan besluiten u op te nemen in het ziekenhuis. Dat gebeurt na lichamelijk onderzoek, als dat nodig is met uw klachten. Op de longafdeling onderzoekt de zaalarts u verder. Uw longarts informeert de zaalarts over uw opname.

Uw medicijnen van thuis

Wij willen graag dat een familielid of kennis uw inhalatiemedicijnen naar het ziekenhuis brengt. Zo kunt u als u in het ziekenhuis bent met uw eigen inhalaties doorgaan. Wel kunnen we de hoeveelheid medicijnen (tijdelijk) veranderen. De arts kan ook andere inhalaties voorschrijven. U hoort van de arts wat voor u geldt.

Opname op de verpleegafdeling

U wordt kort opgenomen op de Acute Opname Afdeling en daar onderzocht. Daarna haalt een verpleegkundige u op en brengt u naar de verpleegafdeling Longgeneeskunde. Hier wordt u opgenomen. De verpleegkundige:

  • geeft uitleg over hoe alles werkt: het bed, het belsysteem, de badkamer en wc, de bezoektijden en de maaltijden die u krijgt.
  • controleert uw bloeddruk, temperatuur, hartslag en zuurstof.
  • heeft een gesprek met u om alles te weten te komen wat nodig is voor de opname. Denk aan wie uw contactpersoon is, of u allergieën heeft, wat uw situatie thuis is, welke medicijnen u gebruikt en hoe het verder met uw gezondheid is.
  • weegt u en vraagt naar veranderingen in uw gewicht.
  • bespreekt de COPD-vragenlijst met u.

Vragenlijst COPD

De verpleegkundige stelt u de vragen die hieronder staan. Goed om ze vast door te lezen. Bij elke vraag geeft u met een cijfer aan wat het beste past bij hoe u zich de afgelopen week heeft gevoeld:

0 = nooit
1 = zelden
2 = af en toe
3 = regelmatig
4 = heel vaak
5 = meestal
6 = altijd

Per vraag is maar één antwoord mogelijk.

Hoe vaak voelde u zich in de afgelopen week:

  1. Kortademig in rust?
  2. Kortademig tijdens lichamelijke inspanning?
  3. Angstig of bezorgd voor de volgende benauwdheidsaanval?
  4. Neerslachtig door uw ademhalingsproblemen?

Hoe vaak heeft u in de afgelopen week:

  1. Gehoest?
  2. Slijm opgehoest?

 

Bij de volgende vraag zijn deze antwoorden mogelijk:

0 = helemaal niet beperkt
1 = heel weinig beperkt
2 = een beetje beperkt
3 = tamelijk beperkt
4 = erg beperkt
5 = heel erg beperkt
6 = volledig beperkt/of niet mogelijk

In welke mate voelde u zich de afgelopen week beperkt door uw ademhalingsproblemen bij het doen van:

  1. Zware lichamelijke activiteiten (traplopen, haasten, sporten)?
  2. Matige lichamelijke activiteiten (wandelen, huishoudelijk werk, boodschappen doen)?
  3. Dagelijkse activiteiten (uzelf aankleden, wassen)?
  4. Sociale activiteiten (praten, omgaan met kinderen, vrienden of familie bezoeken)?

Bent u te benauwd of ziek voor het gesprek en het wegen? Dan kunnen we dat ook de volgende dag doen.

Medicijnen

De arts heeft gekeken of u medicijnen nodig heeft, zoals antibiotica of prednison. Of vernevelingen of zuurstof. U krijgt dat meteen als u op de afdeling bent. De verpleegkundige vertelt u hier meer over.

Het medicijn prednison kan invloed hebben op uw bloedsuikers. Als u geen suikerziekte heeft, controleren we uw bloedsuiker twee dagen lang. Dit doen we voor het avondeten met een prik in de vingertop. Heeft u suikerziekte en gebruikt u daarvoor medicijnen? Dan controleren we uw bloedsuiker vier keer per dag. Als u ‘s avonds laat of ’s nachts wordt opgenomen, bepalen we uw bloedsuiker de volgende dag.

In de ochtend

  • We maken u rond 06:00 uur wakker. De verpleegkundige meet uw bloeddruk, temperatuur, hartslag en zuurstof.
  • Rond 08.00 uur geeft de verpleegkundige u uw medicijnen. U hoort hoe u die moet gebruiken.
  • We helpen u bij de persoonlijke verzorging als u te benauwd bent om het zelf te doen.
  • Als u slijm ophoest, krijgt u hier dagelijks een schoon opvangpotje voor. De verpleegkundige bekijkt elke ochtend de kleur van het slijm. En hoeveel slijm u heeft opgehoest.

In de ochtend komt ook de zaalarts langs met de verpleegkundige. Ze vragen hoe het met u gaat en bespreken met u de behandeling. Stel ook zelf uw vragen als u die heeft.

Aanspreekpunt

Tijdens werkdagen zijn de verpleegkundige en zaalarts uw eerste aanspreekpunt. Zij bepalen wat voor u nodig is. De longarts is op de achtergrond betrokken bij uw behandeling. Dat kan een andere longarts zijn dan uw eigen longarts. In het weekend is de (long)arts die dienst heeft er voor spoedzaken.

Opname per dag

Dag 1

Fysiotherapeut

Op de eerste dag komt de fysiotherapeut bij u langs voor oefeningen voor uw ademhaling. U leert om uw slijm goed op te hoesten en werkt aan uw conditie. Wordt u in het weekend opgenomen? Dan komt de fysiotherapeut vanaf maandag bij u langs.

Diëtist

De diëtist bespreekt met u wat u het beste kunt eten om genoeg energie te krijgen. Door uw COPD heeft uw lichaam behoefte aan meer voeding. Maar de benauwdheid maakt het soms moeilijk om genoeg te eten.

Onderzoek

Als u slijm ophoest, vangt u dit op in een kweekpotje. We onderzoeken het slijm in het laboratorium. We kijken of er bacteriën in zitten die voor de ontsteking zorgen. Soms laten we ook uw bloed onderzoeken of een röntgenfoto maken voor controle.

Dag 2

De tweede dag krijgt u een uitgebreider gesprek met de (long)verpleegkundige. We proberen er dan achter te komen waarom u in het ziekenhuis terecht bent gekomen. De longverpleegkundige wil een beter beeld krijgen van uw situatie. U bespreekt hoe het thuis met uw ziekte gaat. En of u daarbij problemen heeft. Ook kunt u al uw vragen stellen.

In het gesprek kijken we ook wat uw verwachtingen en wensen zijn om te herstellen. En wat alvast in orde gemaakt moet worden voor als u weer naar huis mag. Ook vraagt de longverpleegkundige wat de ziekte verder met u doet. We kunnen bijvoorbeeld een geestelijk verzorger inschakelen om u te begeleiden. Samen kijken we naar oplossingen voor mogelijke problemen. Bijvoorbeeld:

  • Voorlichting over inhalatiemedicijnen en COPD.
  • Begeleiding bij het stoppen met roken.
  • Regelen van thuiszorg.
  • Hoe u moet handelen als u thuis plotseling benauwd wordt.
  • Maken of aanpassen van uw longaanvalplan.
  • Eventueel starten met controle vanuit huis met de Thuismeten app (zie ‘Weer thuis’)

Heeft u thuiszorg nodig? Of maakt u zich zorgen over hoe het straks thuis verder moet? Dan vragen we de transferverpleegkundige bij u langs te komen. We kunnen ook een verwijzing regelen voor de fysiotherapeut of diëtist bij u in de buurt.

Dag 3

U heeft de eerste dagen in het ziekenhuis veel informatie gekregen. De verpleegkundige kijkt samen met u of alles duidelijk is. U kunt aangeven of u ergens meer informatie over wilt hebben. Daarnaast willen we graag weten of u:

  • minder benauwd bent
  • weer dingen kunt doen zoals u thuis gewend was
  • nog aanvallen van benauwdheid heeft. En zo ja, hoeveel keer per dag.
  • weer zin heeft in uw eten
  • ertegen opziet om naar huis te gaan. En wat u dan moeilijk vindt.

Medicijnen

Is er in het ziekenhuis iets met uw medicijnen veranderd? Dan kijken we op deze dag of u weer terug kunt naar de hoeveelheid die u thuis gewend was. Dit bepreken we als de arts langskomt.

Dag 4

De zaalarts en de (long)verpleegkundige hebben een gesprek met u over als u weer naar huis gaat. U bespreekt alles wat hiervoor geregeld is of nog geregeld moet worden. We willen graag dat u en de mensen om u heen een goed gevoel hebben bij het weer naar huis gaan. We bespreken ook wat u kunt doen als u thuis meer klachten krijgt. Onderwerpen waar we het bijvoorbeeld over hebben:

  • Heeft u iemand die u komt ophalen als u weer naar huis mag?
  • Is thuiszorg geregeld, als dat voor u nodig is?
  • Is eventuele zuurstof die u thuis moet gebruiken geleverd en aanwezig?
  • Klopt uw longaanvalplan nog of moeten we die aanpassen?
  • Is duidelijk hoe u de inhalatiemedicijnen moet nemen?
  • Wanneer neem u met wie contact op?

We nemen verder met u door wat er de eerste weken thuis gebeurt. Bijvoorbeeld qua fysiotherapie of begeleiding van de diëtist. Ook kunnen we soms starten met controle vanuit huis met de Thuismeten app (zie ‘Weer thuis’). Hierdoor kunnen we uw situatie van afstand beter in de gaten houden. Als het slechter gaat, zien we dat eerder.

Dag 5: weer naar huis

De arts maakt de papieren in orde die nodig zijn als u weer naar huis gaat:

  • Een brief voor uw huisarts. Die versturen we digitaal.
  • Recepten. Die sturen we digitaal naar uw eigen apotheek of naar Polikliniekapotheek Tergooi MC.
  • Een overzicht van uw medicijnen.
  • Wanneer u de afspraken voor controle heeft: een afspraak voor een huisbezoek van de longverpleegkundige en afspraken bij de longverpleegkundige en longarts op polikliniek.
  • Overdracht voor de thuiszorg, als dit nodig is.
  • Verwijzing naar fysiotherapeut of diëtist, als dit nodig is.
  • Het longaanvalplan waarin staat wat u moet doen als u thuis meer klachten krijgt. Ook staat hier wie u kunt bellen bij vragen of als u meer klachten krijgt.

De verpleegkundige neemt de papieren met u door. Dan mag u weer naar huis.

Weer thuis

Afspraken voor controle

Na ongeveer een week komt de longverpleegkundige thuis bij u op bezoek. Met hem of haar bespreekt u hoe het nu gaat. En hoe het met u ging toen u net uit het ziekenhuis kwam. Ook kijkt u naar uw longaanvalplan. Dat plan helpt u om een volgende longaanval of opname in het ziekenhuisopname te voorkomen.

Twee weken later praat u verder met de longverpleegkundige op de polikliniek. Die afspraak kan ook via een videoconsult of via de telefoon zijn. Na vier tot zes weken komt u voor een controle bij de longarts. Alle afspraken krijgt u mee als u vanuit het ziekenhuis weer naar huis mag.

Controle vanuit huis

Voor patiënten met COPD maken we gebruik van de Thuismeten app. Met deze app kunnen we uw situatie op afstand beter in de gaten houden. Als het slechter gaat, zien we dat eerder. Ook hoeft u minder naar het ziekenhuis te komen. Lees meer over COPD volgen vanuit huis.

Fysiotherapie

Om sneller te herstellen, is het belangrijk dat u snel weer begint met bewegen. Daar begint u in het ziekenhuis al mee. Zo krijgt u ook geen trombose en verliest u geen kracht in uw spieren. Uit onderzoek blijkt dat uw ademhaling beter gaat als u rechtop zit. Luchtweginfecties komen daardoor minder voor en u krijgt meer zuurstof.

Adviezen

  • Probeer elk uur te bewegen. Bijvoorbeeld oefeningen op bed, zitten in de stoel of lopen op de gang. Vraag uw familie of bezoek u daarmee te helpen als dit niet zelf lukt.
  • Probeer zo veel mogelijk uit bed te zijn. Gebruik uw bed alleen om te rusten.
  • Draag stabiele en stevige schoenen.
  • Gebruik een hulpmiddel als u dit nodig heeft. Gebruik uw hulpmiddel van thuis ook in het ziekenhuis. Het hulpmiddel dat u gewend bent, werkt meestal het beste.

Ophoesten van slijm

Heeft u last van slijm? Met speciale technieken kunt u dat proberen los te krijgen en op te hoesten. Probeer daarvoor elk uur het volgende te doen:

  • Adem vijf keer diep in. Houdt bij het inademen aan het eind de adem even vast.
  • Adem rustig door de neus in. Tuit de lippen een klein beetje en adem langzaam tussen de lippen uit. U voelt nu een kleine druk bij het uitademen. Herhaal dit vijf keer.
  • Adem rustig in en adem daarna snel en krachtig uit. Probeer hierbij de keel te ontspannen en uw mond open te houden. Door de snelheid bij het uitademen, komt het slijm mee naar buiten. Herhaal dit drie keer.
  • Hoest nu drie keer.

Wat doen bij benauwdheid

  • Ga rechtop zitten. Laat uw armen op een tafel (of rollator) rusten of hangen.
  • Probeer met getuite lippen uw uitademing zo lang mogelijk te maken. Ga hiermee door totdat u de ademhaling weer naar de buik kunt verplaatsen.
  • Pas daarna de technieken toe die u voor uw ademhaling geleerd heeft: adem ontspannen door uw neus in en door uw mond uit om zo weer rustiger te worden.
  • Gebruik eventueel uw kortwerkende luchtwegverwijder.

Belangrijke punten bij het bewegen

  • Beweeg in uw eigen tempo en als het nodig is in etappes.
  • Het is beter om vaker per dag een aantal minuten te bewegen dan één keer per dag heel veel te doen.
  • Let op uw houding tijdens het bewegen. De fysiotherapeut heeft u hierover in het ziekenhuis informatie gegeven.
  • Let op uw ademtechniek tijdens het bewegen.
  • Een half uur na de inspanning moet u weer hersteld zijn.
  • Als u benauwd wordt, moet u langzamer bewegen. Of stoppen. Pas dan uw ademhalingsoefeningen toe.

Vragen

Heeft u nog vragen? Tot twee dagen na uw ontslag kunt u telefonisch contact opnemen met de verpleegafdeling Longgeneeskunde. Zij zijn 24 uur per dag bereikbaar.

Nemen binnen twee weken na uw ontslag uw klachten toe? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Longgeneeskunde. Neem buiten kantooruren contact op met de huisartsenpost.

Contact