Sondevoeding thuis geven

bij pasgeboren baby's

Sondevoeding thuis aan pasgeborenen

Krijgt uw pasgeboren baby de voeding in het ziekenhuis nog (deels) via een maagsonde? Dat betekent niet dat uw kind niet naar huis kan. Uw baby kan ook thuis goed sondevoeding krijgen. U leert in het ziekenhuis hoe u de voeding via een maagsonde geeft. Zo kan uw kind eerder naar huis.

 

Voorbereiding

De maagsonde inbrengen

De maagsonde is een slangetje dat we door de neus tot in de maag inbrengen. Het moet iedere zes weken worden vervangen.

  1. De verpleegkundige meet hoe lang de sonde moet zijn. Hij of zij zet met een watervaste stift een streepje bij de juiste lengte.
  2. Na het inbrengen controleren we of de maagsonde op de goede plek zit. Dat doen we met een zogenoemde pH-meting. Als de pH-waarde goed is, zit de maagsonde in de maag.
  3. We plakken de maagsonde met een pleister vast op de wang, Dit doen we direct naast de neusvleugel.

Als uw kind de maagsonde er zelf uittrekt, moeten we die opnieuw inbrengen. Dat doet een verpleegkundige. Thuis kan de verpleegkundige van de kinderthuiszorg dat doen.

Materiaal

Uw zorgverzekeraar vergoedt de materialen die u nodig heeft. De kinderarts bestelt de materialen. Ze worden bij u thuis afgeleverd. De kinderverpleegkundige of kinderarts geeft u hier meer informatie over.

De maagsonde controleren

Controleer voor iedere voeding of voor het geven van medicijnen altijd of de maagsonde goed zit. Twijfelt u? Geef dan geen voeding en geen medicijnen. Neem contact op met de thuiszorg.

Zo controleert u of de maagsonde goed zit:

  • Controleer hoe diep de maagsonde zit. Kijk daarvoor of het streepje dat er met stift opgezet is nog bij de ingang van de neus zit.
  • Controleer of de pleister nog goed vastgeplakt zit.
  • Kijk als dit lukt of de maagsonde goed ligt, dus niet opgekruld in de mond of keel.

Zijn alle controles goed? Geef dan de voeding of medicijnen.

Bij twijfel: check pH en maagvocht

Twijfelt u of de maagsonde op de goede plek zit? Dan is een pH-meting nodig en moet u het maagvocht (aspiraat) beoordelen. Doe dit bij:

  • aanwijzingen dat de sonde van zijn plek af is. Bijvoorbeeld omdat het markeringsstreepje op het slangetje niet meer op de goede plek zit.
  • andere verschijnselen die daarop wijzen, zoals benauwdheid, huid die blauw kleurt, hoesten, pijn, ernstig ongemak, zweten of angst bij uw baby.

Doorloop daarvoor de volgende stappen:

  1. Trek zacht met de spuit wat druppels maaginhoud op.
  2. Beoordeel het vocht (aspiraat). Bekijk daarvoor de kenmerken die hieronder genoemd staan.
  3. Spuit de maaginhoud op de pH-strip.
  4. Lees de waarde af door met de controlestrook naar de kleur te kijken. Hieronder leggen we verder uit hoe u de pH-waarde beoordeelt.

Beoordelen van het vocht (aspiraat)

Kenmerken vocht uit de maag

helder of troebel, half verteerde voeding met ‘krullend’ aspect, kleurloos, wit (melkachtig) of gebroken wit, lichtbruin, grasgroen, bloederig of donkerbruin (bloed/maagsap)

Kenmerken vocht uit de darm

helder geel, donkergroen of kleurloos

Kenmerken vocht uit de luchtwegen

dik-vloeibaar, bevat slijm, gebroken wit

Beoordelen pH-waarde

  • Bij de waarde pH 5,5 of minder kunt u er van uitgaan dat de maagsonde in de maag ligt.
  • Bij een waarde van meer dan pH 5,5 mag u niets via de maagsonde geven. Doe de pH-meting na 15 tot 30 minuten nog een keer. Is de waarde twee metingen achter elkaar hoger dan pH 5,5? Bel dan naar de kinderthuiszorg.

Zuurremmende medicijnen hebben geen effect op de betrouwbaarheid van de pH-waarde.

Als optrekken van de maaginhoud niet lukt

  • Leg uw kind op de (andere) zij.
  • Laat uw kind als dat kan iets drinken.
  • Trek 2 tot 5 ml lucht op in een 10 ml spuit en spuit dit vlot in. Soms verandert dit de ligging van de sonde en lukt het daarna wel om maaginhoud op te zuigen.
  • Wacht eventueel 15 tot 30 minuten. Herhaal daarna de genoemde stappen.

Afplakken sonde

Plak de maagsonde op de wang. Zorg dat de pleister goed vastzit, zodat de sonde niet kan verschuiven. Het is belangrijk dat u zelf de pleister kunt vervangen als dit nodig is.

  • Leg voor u de bestaande pleister losmaakt alles klaar wat u nodig heeft. Knip de duoderm® en de pleister op maat.
  • Zorg voor een schone huid zonder crèmes.
  • Haal de oude pleister weg en houdt de sonde op zijn plek.
  • Plak de duoderm® op de schone wang, tegen de neusvleugel aan.
  • Controleer of de maagsonde nog goed zit en pas dit zo nodig aan.
  • Zet de maagsonde vast door de sonde in het midden van de duoderm® te leggen en de pleister hierover heen te plakken.
  • Let erop dat door de maagsonde geen spanning op de neusvleugel komt te staan.

U mag ander fixatiemateriaal gebruiken. Vraag zo nodig advies aan de verpleegkundige.

Plak de leukoplast over de sonde.

Voeding geven

We oefenen met u hoe u de sondevoeding geeft. Net zolang tot u alle stappen zelf kunt doen:

  • U kunt de voeding liggend of in een half zittende houding geven.
  • Geef de voeding pas als u zeker weet dat de maagsonde goed zit (zie het kopje ‘Controleren van de maagsonde’).
  • Open de maagsonde en draai de spuit op de maagsonde.
  • Vul de spuit met voeding.
  • Geef de voeding een zetje met de stamper zodat de voeding gaat ‘lopen’. De voeding zakt door de zwaartekracht langzaam in de maag. Hoe hoger u de spuit houdt ten opzichte van de maag, hoe sneller de voeding erin loopt. U kunt de snelheid dus een beetje sturen. Ga daarbij uit van hoe snel uw kind kan drinken.
  • Vul de spuit zo nodig bij tot alle voeding op is.
  • Bij verdikte voeding kunt u de voeding langzaam inspuiten in plaats van hevelen.
  • Blijf bij het toedienen van de voeding bij uw kind en houdt het in de gaten.
  • Spuugt uw kind? Stop dan met het geven van de voeding.

Verstopte sonde voorkomen

Spuit de maagsonde na de voeding of na het geven van medicijnen door. Doe dit na elke voeding, met 2 ml kraanwater op kamertemperatuur. Is de maagsonde toch verstopt? Probeer de maagsonde dan door te spuiten met lauwwarm water. Gebruik hiervoor een 10 ml spuit. Bel de thuiszorg als de maagsonde verstopt blijft.

Bewaren van materialen

U kunt de voedingsspuiten thuis maximaal vier dagen gebruiken. Spoel de spuiten om met koud water. Laat ze aan de lucht drogen op een schone doek. Bewaar de spuiten in een afgesloten bakje in de koelkast.

Zelf drinken

Drinkt uw kind weer helemaal zelf? Overleg tijdens uw volgende afspraak op de polikliniek met de kinderarts of de maagsonde er helemaal uit mag. Neem eventueel eerder contact op met uw arts. Of vraag de verpleegkundige van de kinderthuiszorg dat te doen.

Mogelijke problemen

Uw kind spuugt de sonde via de mond uit

Blijf rustig. Maak de pleister los en trek de maagsonde er in een rustige beweging in één keer uit.

De pleister laat los

Vervang de pleister. Let daarbij op de plek van de maagsonde. Controleer of het streepje dat er met stift opgezet is bij de ingang van de neus zit. Pas dit aan als de maagsonde verschoven is.

De maagsonde is er voor een deel uit

Probeer de maagsonde terug te duwen en doe een pH-meting. Lukt dit niet? Trek de sonde er dan rustig uit.

De sonde is er uit

Neem contact op met de kinderthuiszorg om de maagsonde opnieuw in te laten brengen.

Wie u wanneer belt

  • Heeft u een dringende hulpvraag? Bijvoorbeeld omdat uw baby erg veel spuugt? Bel dan de Kinderafdeling. De afdeling is 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar.
  • Is uw vraag minder dringend? Bijvoorbeeld omdat u een probleem met de voeding heeft? Bel dan tussen 8:30 en 13:30 met de Kinderafdeling. Bijvoorbeeld bij vragen over spugen, krampjes of te veel voeding. U wordt dan diezelfde dag nog teruggebeld. Uiterlijk om 17:00 uur.
  • Voor problemen met de sonde belt u met de thuiszorg. Bijvoorbeeld als de sonde niet doorloopt, de sonde eruit is of de pH-controle onduidelijk is. Bel met Allerzorg kindzorg via T 035 303 27 01 of KinderThuisZorg via T 088 020 07 00.

Contact