Interview met

Eline van Slobbe

25 december 2020

Interview met anesthesioloog-intensivist Eline van Slobbe van Tergooi

Interview met anesthesioloog-intensivist Eline van Slobbe

“Mama, ga je nu weer meer werken?”, was de vraag die anesthesioloog-intensivist Eline van Slobbe-Bijlsma van Tergooi van haar kinderen kreeg toen de tweede coronagolf echt een feit was. Het antwoord zal in ieder geval niet ‘nee’ zijn geweest. En voorlopig lijkt het einde van die drukte voor al het hardwerkende ziekenhuispersoneel nog ver weg. “Ook 2021 wordt een raar jaar.”

 

Het gesprek met Van Slobbe, tevens voorzitter van de medische staf binnen het ziekenhuis, vindt plaats op de vierde etage van Tergooi. Op de dag dat de lockdown is ingegaan. Het land is plat, al zag zij ‘s ochtends op de weg nog heel veel auto’s. Dat stelde haar wel teleur. Vanuit haar kamer ziet ze de bouw van het nieuwe ziekenhuis – ook in coronatijd – ‘gewoon’ doorgaan. “Straks zitten we met z’n allen op één locatie. Ik kan niet wachten, ben ook echt trots op Tergooi.”

Waar Van Slobbe ook naar uitkijkt is rust en een lekkere vakantie. Het liefst, vertelt ze, zat ze allang in het vliegtuig. Al is het buitenland nu heel ver weg en heeft Nederland ook genoeg mooie plekjes. Maar in plaats daarvan is er het besef dat een lekkere reis er voorlopig niet inzit. En ja, ook binnen Tergooi is de rek – net als bij andere ziekenhuizen – er wel uit. Meer medewerkers zijn ziek, waardoor er de nodige logistieke problemen ontstaan. “Het is steeds een hele puzzel. Wat kan wel doorgaan en wat niet.”

En dan komen er, nadat het aantal coronabesmettingen begin december fors is gestegen, weer vier of vijf zware weken aan. ‘Oneindig vaak’ heeft ze van bekenden de vraag gehad hoe het op het werk is. Door het toenemend aantal besmettingen begin december staat haar werk weer meer in de schijnwerpers. “Ik vond het altijd prima als mensen niet wisten wat ik precies doe”, vertelt Van Slobbe. “Dan zijn zij nooit in aanraking geweest met de intensive care. Nu weet heel Nederland wat ik doe. Ook mijn man krijgt vaak de vraag hoe het met zijn vrouw op haar werk gaat. Maar in het ziekenhuis is nog altijd dezelfde vechtlust als in het voorjaar: samen de schouders eronder. Er is een enorme flexibiliteit om diensten te komen oplossen. We doen het nog steeds met z’n allen.”

Snel handelen

Van Slobbe komt uit een echte doktersfamilie, zegt zij op de website van het ziekenhuis. Als klein kind vond ze het al fantastisch hoe haar ouders in noodsituaties anderen konden helpen. Het duurde even, maar uiteindelijk werd ze ingeloot voor de studie geneeskunde. Na haar opleiding tot anesthesioloog ging Van Slobbe door met de opleiding tot intensivist. “In beide specialismen staan snel handelen, de patiënt snel stabiliseren en het bewaken van vitale lichaamsfuncties voorop”, vermeldt Van Slobbe op Tergooi.nl. “Ik kan heel rustig blijven in kritieke situaties en vind het een uitdaging om de patiënt snel stabiel te krijgen. Juist het onverwachte vind ik een boeiend onderdeel van mijn vak.”

Essentieel in haar vak is ook ‘humor hebben’, vervolgt Van Slobbe. Ook in coronatijden. De intensivist hoorde eind vorig/begin dit jaar de eerste verhalen over het virus vanuit China en was onder de indruk hoe men daar in tien dagen tijd een ziekenhuis realiseerde. Op het moment dat het virus Italië bereikte en dus steeds dichterbij kwam, besefte Van Slobbe dat het slechts een kwestie van tijd was voordat COVID-19 de Nederlandse grens zou oversteken. “Ik werd al gewaarschuwd door oud-collega’s die nu in Noord-Brabant werken dat er iets groots aankwam”, vertelt Van Slobbe. “Toen was er al het besef dat we niet morgen, maar eigenlijk gisteren al klaar moesten staan. En toen ging alles dicht.”

Wat er in die dagen daarna gebeurde, was bijzonder. De steun vanuit de samenleving – het massaal klappen voor de zorg – noemt de intensivist nog altijd hartverwarmend. In de podcast van Tergooi vertelt Van Slobbe in april al dat haar grootste zorg was dat het lang zou duren. Geconfronteerd met die uitspraak klinkt er een zucht. Want wat duurt het lang. En heel veel reguliere zorg, ook acute, kan door het toenemend aantal coronabesmettingen niet doorgaan.

Teleurgesteld

Het verschil met het voorjaar is dat de ellende binnen de ziekenhuizen, en ook bijvoorbeeld de dramatische beelden van april vanuit Italië, nu minder naar buiten worden gebracht. Veel minder beseffen de mensen daarom hoe hoog de nood is. Zoals vermeld stelde de drukte op de weg haar teleur en met de dj van het illegale feest eind november in Hilversum zou ze graag uitnodigen om voor het zorgpersoneel te komen draaien. En wat vindt zij van de mensen die tijdens de toespraak van premier Mark Rutte op maandag 14 december buiten lawaai maakten? Wordt ze dan boos? Nee, is het antwoord. “Het is vooral dommigheid. Die mensen zouden gaan huilen wanneer zij op de drempel van de cohortunit op de IC staan. Ze beseffen het niet.”

Van Slobbe zegt dat de tweede coronagolf sneller kwam dan verwacht. Hoewel de eerste coronapatiënten alweer in augustus in het ziekenhuis lagen, was het toch wel een verrassing dat in september al de cijfers weer stegen. “Dat was vier of vijf weken eerder dan waar we vanuit gingen. Deze lockdown van nu zag ik toen ook echt niet aankomen.”

‘Het zijn echt niet alleen de 80plus-mensen’

Op de intensive care van Tergooi Hilversum is tot nu toe geen enkele coronapatiënt overleden. Op de verpleegafdelingen wel. Maar dat corona een levensbedreigende ziekte is, ook voor de wat jongere mensen, weet Van Slobbe inmiddels wel. “Het zijn echt niet alleen de 80plus-mensen.” Maar bang is zijzelf niet. De kinderen, zegt zij, vonden het in het begin wel eng, maar ook dat is wel voorbij. “En op de IC ga ik het niet krijgen”, om aan te geven hoe veilig het daar is. “Daar is ook nog niemand besmet geraakt. Er waren wel collega’s ziek geworden, maar die hebben het thuis of ergens anders opgelopen.”

Op de intensive care liggen op het moment van dat interview zes coronapatiënten. Dat aantal is de voorbije weken redelijk stabiel. En in tegenstelling tot de speciale corona-afdeling, waar de patiënten korter verblijven, liggen de coronapatiënten op de IC er vaak vele malen langer. Familieleden mogen niet op de IC komen. En juist dat blijft het allermoeilijkst, vertelt Van Slobbe. Natuurlijk worden zij telefonisch en digitaal dagelijks op de hoogte gehouden en bij heel moeilijke gesprekken worden zij uitgenodigd, maar toch.

Voordeel is daarbij wel dat het beeldbellen een vlucht heeft genomen, stelt Van Slobbe. Het Tergooi programma ‘zorg dichterbij’, dat al in gang was gezet voor corona, is daardoor in een stroomversnelling geraakt. Ook de dokters zelf werden zodoende enigszins gedwongen om digitaal in plaats van fysiek met de patiënt/familie gesprekken te voeren. “Het is geen pilot meer, maar realiteit”, vertelt Van Slobbe. “Het voeren van die gesprekken online biedt ook veel voordelen. Er zijn ook veel enthousiaste patiënten die mee willen doen. En natuurlijk zijn er ook mensen die zelf willen komen. Dat mag ook. Maar een heel groot gedeelte vindt het prima als het op deze manier kan.”

Blijf komen

Daarbij doet Van Slobbe wel aan ieder de oproep om bij klachten, ook al zijn het kleine problemen, wel te blijven komen. Tijdens de eerste coronagolf bleven veel mensen met klachten weg uit het ziekenhuis. Veel mensen zullen hebben gedacht dat de medewerkers van Tergooi vanwege COVID-19 al zo druk waren en bovendien was er de angst om zelf besmet te raken. Tijdens de tweede golf blijven de niet-coronapatiënten wel komen, zegt Van Slobbe. “Maar je kunt het niet vaak genoeg benadrukken. Patiënten met klachten moeten blijven komen. Wij willen voor iedereen zorgen. En verder roep ik ieder op zich aan de maatregelen te houden en anderen aan te spreken wanneer zij dat niet doen.”


Dit interview verscheen op 20 december op de website van de Gooi en Eembode en is geschreven door Stefan van Hees.

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief