Ooroperatie bij cholesteatoom

Sanatie

Ooroperatie bij cholesteatoom (sanatie)

Zonder behandeling kan een cholesteatoom (chronische middenoorontstekingen) voor veel beschadiging zorgen. Daarom is het belangrijk op tijd in te grijpen. Bij de ingreep halen we het cholesteatoom weg. Die ingreep heet ook wel een sanatie.

 

We kunnen de ingreep op verschillende manieren doen. Soms opereren we alleen via de gehoorgang. Dat kan bij heel kleine cholesteatomen. Of bij cholesteatomen die in het middenoor zitten. Bij uitgebreide cholesteatomen opereren we zowel achter het oor langs als via de gehoorgang. Dit wordt een combined approach genoemd. Deze manier van opereren gebeurt in de meeste gevallen.

Uiteraard is de medische situatie van iedere patiënt verschillend. Daardoor kan ook de ingreep soms anders gaan dan hoe u het hier leest.

Voorbereiding

De operatie gebeurt onder volledige narcose. Daarom heeft u voor de opname een gesprek met de medewerkers van de afdeling anesthesie. U hoort dan ook vanaf wanneer u niet meer mag eten en drinken. Soms spreekt u ook andere specialisten, zoals een internist, longarts of radioloog. Dat ligt aan uw leeftijd en gezondheid.

Voelt het oor in de week voor de ingreep onrustig? Dan is het verstandig om contact op te nemen. Bij een ontsteking kunnen we dan nog met een behandeling starten.

Behandeling

Met de operatie willen we:

  • het ziekteproces helemaal weghalen
  • voorkomen dat er opnieuw cholesteatoom ontstaat
  • het oor zelfreinigend houden
  • het gehoor (zo goed mogelijk) herstellen

In de meeste gevallen benaderen we het cholesteatoom van twee kanten: achter het oor langs en via de gehoorgang. Dit is de zogenoemde combined approach.

Voor deze operatie maken we een snee achter de oorschelp. Via het bot achter het oor openen we de bijholten bij het middenoor (de mastoid en koepelholte). Dit gebeurt onder de microscoop met een chirurgisch microboortje. Daarnaast maken we de huid van de gehoorgang los. We lichten het trommelvlies deels uit zijn groeve in de gehoorgang. Zo krijgen we zicht op het middenoor en kunnen we het cholesteatoom weghalen.

Gehoorbeentjes

Als de gehoorbeentjes zijn aangetast, moeten we die soms weghalen. Anders kan er cholesteatoom achterblijven. Is het gebied bij de gehoorbeentjes erg aangetast? Dan vullen we de bijholten bij het middenoor met botweefsel en bioactief glas. Deze ingreep heet een obliteratie. Daardoor is er minder kans dat er een nieuw cholesteatoom ontstaat.

Als dat mogelijk is, herstellen we het gebied bij de gehoorbeentjes. Daarvoor kunnen we een titaniumprothese, botcement of het eigen aambeeld gebruiken.

Afronding

De snee achter de oorschelp maken we dicht met een oplosbare hechting. We plaatsen de huid van de gehoorgang terug. In de gehoorgang komt oplosbaar materiaal dat in antibiotica is gedoopt. We plaatsen een verband achter het oor dat met een drukverband om het hoofd op zijn plek wordt gehouden. Dat moet 24 uur blijven zitten. Zo kan er geen bloeduitstorting achter het oor komen.

Na de behandeling

Na de ingreep is de gehoorgang vaak afgesloten en zult u minder goed horen. Soms is de wond wat gevoelig. We kunnen dan medicijnen tegen de pijn geven. Ook kan er heel soms wat bloed uit uw oor naar buiten komen. Dit stopt meestal vanzelf en is over het algemeen niet erg.

Meestal kunt u op de dag van de ingreep weer naar huis. Heeft u een drukverband om het hoofd gekregen? Dan wordt dat de volgende dag op de polikliniek weggehaald.

Weer thuis

  • U mag oordruppels gebruiken als u dit met de KNO-arts heeft besproken.
  • Door het oplosbare materiaal, wondvocht en bloedresten hoort u minder. Dat kan tot zes weken na de ingreep duren.
  • Zorg dat er geen water in de gehoorgang of op de wond achter het oor komt. Ga in ieder geval de eerste zes weken na de operatie niet zwemmen.
  • Het oor heeft twee of drie weken nodig om te genezen. Span u in die periode niet lichamelijk in.
  • Doe de eerste zes weken na de ingreep geen sport waarbij u lichamelijk contact heeft met anderen.
  • Reis de eerste zes weken niet met het vliegtuig en doe geen andere dingen die invloed kunnen hebben op de druk in het middenoor.

Controle na de behandeling

De eerste controle is meestal één of twee weken na de operatie. We halen dan het oplosbare materiaal uit de gehoorgang of vervangen het. Is de operatie via een snee achter de oorschelp gedaan? Dan worden de hechtingen meestal tijdens deze eerste controle weggehaald.

Zes weken na de ingreep zijn het wondvocht en bloed in het middenoor voor het grootste deel opgelost. Als dat nodig is, maken we een afspraak voor een gehoortest.

Vervolg

We volgen geopereerde patiënten lange tijd. Dit om zeker te weten dat er geen huid is achtergebleven in het middenoor. Daarom maken we een of twee jaar en vijf jaar na de ingreep een MRI-scan. Zien we na vijf jaar geen tekenen van huid in het middenoor? Dan beschouwen we het oor ‘cholesteatoom-vrij’. We controleren het geopereerde oor tot ongeveer 10 jaar na de ingreep elk jaar. We kijken dan of er niet opnieuw een cholesteatoom ontstaat.

Als er huid is achtergebleven, is een tweede ingreep nodig. Die is vaak veel minder ingrijpend dan de eerste.

Gehoor

Tijdens de operatie proberen wij gehoorverlies te herstellen. Of dit lukt, ligt niet alleen aan de operatie zelf. Na de operatie moet het gebied bijvoorbeeld ook goed genezen. Littekens of infecties kunnen invloed hebben op het herstel. Ook moet het middenoor weer goed belucht raken om het trommelvlies voldoende te laten trillen. Soms is de stijgbeugel al ernstig aangetast en vastgegroeid. Verbetering van het gehoor is dan niet te verwachten.

Als het gehoor niet genoeg verbetert, kunt u soms kiezen voor een tweede ingreep om het gehoor te herstellen. Helpt een operatie niet? Dan is het vaak mogelijk een hoortoestel aan te meten.

Contact