In Vitro Fertilisatie (IVF) en ICSI

IVF en ICSI

In Virtro Fertilisatie (IVF) houdt in dat we eicellen bevruchten buiten het lichaam. ‘Fertilisatie’ betekent bevruchting. ‘In vitro’ betekent in een glazen schaaltje. Bevruchting in een glazen schaaltje dus.

 

  • Bij een IVF-behandeling injecteren we hormonen in de eiblaasjes in de eierstokken. Zo laten we meerdere eicellen rijpen.
  • In de kleine eiblaasjes (follikels) ontstaan eicellen. Dit stimuleren van de eicellen noemen we follikelstimulatie.
  • De eicellen zuigen we uit de eierstokken. Dat heet een follikelpunctie.
  • In het IVF-laboratorium brengen we de eicellen en zaadcellen bij elkaar voor bevruchting.
  • Als embryo’s zijn ontstaan, plaatsen we drie dagen na de punctie een embryo terug in de baarmoeder. Dit noemen we embryotransfer (ET).

Soms kiezen we voor een ICSI-procedure. Dan injecteren we één zaadcel in het plasma van de eicel. De behandeling is dezelfde als bij IVF. Alleen de procedure in het laboratorium om de eicel te bevruchten is anders.

Voorbereiding

Wanneer IVF of ICSI

De IVF-behandeling is ontstaan voor paren bij wie de eileiders van de vrouw niet goed werkten. IVF doen we nu ook als de vruchtbaarheid om een andere reden minder is.

We doen een ICSI-behandeling bij paren bij wie de man minder vruchtbaar is. Bijvoorbeeld omdat er te weinig zaadcellen zijn of omdat ze te weinig bewegen. Ook kan de man veel antistoffen in zijn sperma hebben. Ook als een bevruchting bij een IVF-behandeling niet lukt, kunnen we kiezen voor een ICSI-behandeling.

Uitleg over IVF

In de video geven fertititeitsarts Carolien Tiemessen en fertiliteitsverpleegkundige Monica van Alphen-Loggen informatie over de IVF-behandeling. Ze bespreken in heldere taal onder andere:

  • de voorbehandeling met de anticonceptiepil
  • het stimuleren van de eierstokken
  • het rijpen van de eicellen
  • de punctie van de follikels
  • de laboratoriumfase
  • de plaatsing van het embryo in de baarmoeder
  • de periode daarna

Ook de samenwerking met het Amsterdam UMC komt aan bod. En u krijgt antwoord op veelgestelde vragen.

Vergoeding

Heeft u een basisverzekering? Dan worden de eerste drie IVF- of ICSI-behandelingen vergoed. Inclusief het plaatsen van ontdooide embryo’s (cryocycli). Wat wel en niet vergoed wordt, kan elk jaar veranderen. Lees daarom altijd uw zorgverzekeringspolis goed na.

Ook inschrijven bij VUmc

In Tergooi MC werken we voor de behandelingen samen met het IVF-laboratorium van het Amsterdam UMC, locatie VUmc. Het grootste deel van de behandeling doen we in Tergooi MC. Tot en met de punctie. Het produceren van sperma en het plaatsen van het embryo gebeurt in het VUmc. U moet zich daarom beiden vóór uw eerste afspraak met de verpleegkundige in Tergooi MC inschrijven bij het VUmc. U kunt dit doen bij de centrale inschrijfbalie in de polikliniek VUmc. Neem hiervoor een geldig ID-bewijs en uw zorgpas mee.

Kansen op zwangerschap

Een IVF- of ICSI-behandeling geeft geen garantie dat u aan het einde van de behandeling zwanger bent. De kans dat het niet lukt is zelfs groter dan dat het wel lukt. De behandeling is een soort van afvalrace:

  • Soms lukt het niet om de eicellen te stimuleren. Dan kunnen we geen punctie doen.
  • Soms kunnen we wel een punctie doen, maar lukt het niet om eicellen op te zuigen.
  • Van alle eicellen die we verkrijgen, lukt het bij ongeveer een derde niet om ze te bevruchten.

Een bevruchte eicel die gaat delen noemen we een embryo. In principe plaatsen we één embryo per keer in de baarmoeder. We kunnen er samen met u voor kiezen om twee embryo’s terug te plaatsen. Als dit tot zwangerschap leidt, is de kans op een tweeling groter. De kans dat u echt zwanger raakt na het terugplaatsen van een embryo is ongeveer één op drie. Pas na een positieve zwangerschapstest spreken we van een zwangerschap.

Zien we na ongeveer zeven weken met de echo het hartje bewegen? Dan hebben we te maken met een vitale zwangerschap. Dit is een zwangerschap die een goede kans biedt op de geboorte van een kind.

Leeftijd

Of een IVF- of ICSI-behandeling lukt, ligt vooral aan de leeftijd van de vrouw. Hoe ouder de vrouw, hoe kleiner de kans dat het lukt. Daarom zijn er landelijk afspraken gemaakt tot welke leeftijd we de IVF- of ICSI-behandeling doen. Dat kan tot en met 42 jaar.

Lichamelijke en emotionele belasting

De fase waarin we eicellen stimuleren is intensief voor vrouwen. U krijgt injecties, controles met echo’s via de vagina en bloedafnames. Veel vrouwen zien op tegen de follikelpunctie. Het helpt voor de pijn om kort voor de punctie pijnstillers in te nemen. De dagen tussen de follikelpunctie en de mogelijke plaatsing van het embryo is vooral afwachten. Lukt de bevruchting? Wat is de kwaliteit van de embryo’s?

Uit onderzoek blijkt dat veel vrouwen ook de periode na de embryoplaatsing zwaar vinden. U vraagt zich af of u zwanger kunt zijn. U zoekt naar signalen van het lichaam. Gespannen borsten kunnen een gevoel van hoop geven. Een pijnlijke buik alsof u ongesteld wordt juist niet. Geen enkel signaal geeft zekerheid. Ze kunnen zelfs verwarrend werken. U kunt in deze fase ook niets meer doen om de behandeling wel of niet te laten lukken. Dat kan de spanning groter maken.

Een aantal gesprekken bij een psycholoog kan helpen als de emotionele belasting te groot wordt. Laat het ons weten als u daar behoefte aan heeft.

Een paar adviezen

  • Doe wat u altijd doet. Verander uw patroon wat u normaal doet niet.
  • Blijf als dat kan gewoon werken.
  • Zorg voor genoeg afleiding. Te veel tijd om na te denken zorgt vaak voor gepieker.
  • Praat niet te veel over de behandeling. Als veel mensen van uw behandeling weten, zullen ze er ook vaak naar vragen. Vertel het minder mensen als u daar moeite mee heeft.

Behandeling

Start behandeling

  • Als de arts u heeft aangemeld voor de IVF- of ICSI-behandeling, wordt een planning gemaakt. U krijgt die samen met het behandelschema toegestuurd.
  • Voor de behandeling zijn medicijnen nodig. Die vragen we voor u aan bij de Polikliniekapotheek van Tergooi MC. U kunt de medicijnen daar afhalen.
  • We volgen het schema dat is afgesproken. Bij ieder bezoek nemen we met u de volgende stap door. Dat ligt aan wat we zien op de echo of bij bloedonderzoek.

Het traject

De IVF- en ICSI-behandeling zijn alleen anders in hoe het laboratorium de eicellen bevrucht. Het traject daarvoor is voor IVF en ICSI hetzelfde. Dit traject bestaat uit een aantal fases:

1. Fase van voorbehandeling

In de maand voor de stimulatie vragen we u een paar weken de pil (anticonceptiepil) te slikken. Hierdoor vormen zich geen cystes en kunnen we de volgende fase heel precies plannen.

Ongeveer vier dagen nadat u de laatste pil heeft genomen, krijgt u een bloeding. Vanaf die dag begint u met de hypofyseremmer Decapeptyl®. Eén injectie per avond totdat u hoort dat u hiermee kunt stoppen.

Heeft u nog niet eerder geïnjecteerd? Dan krijgt u eerst een uitnodiging voor een prikuitleg. Wij leren u of uw partner dan hoe u de prik moet zetten. U krijgt een schema mee, zodat u precies weet wanneer en hoeveel u moet gebruiken.

2. Stimulatiefase

Vanaf de derde dag van de bloeding gaat u ook de follikels stimuleren. Daarvoor injecteert u naast de Decapeptyl® Gonal F® of Menopur®. Eén injectie per avond. Gemiddeld duurt de injectieperiode twee weken. U komt tussendoor op afspraak naar de polikliniek. We maken dan een echo en nemen soms ook bloed af. We kijken zo wat de medicijnen doen. Als we tevreden zijn over het resultaat, hoort u wanneer u de injecties voor het laatst moet gebruiken.

3. Moment van de rijpingsinjectie

Als de follikels zijn gestimuleerd, volgt één keer een injectie met Pregnyl® of Ovitrelle® (hCG). Die laat de gegroeide follikels ‘rijpen’. Deze injectie geven we meestal ’s avonds. Het is belangrijk dit precies te doen op de tijd die is afgesproken. Bij uitzondering geven we deze injectie ook op de afdeling Spoedeisende Hulp van ons ziekenhuis. Na 35 of 36 uur volgt de follikelpunctie.

4. Follikelpunctie

Op de ochtend van de follikelpunctie krijgt de man een afspraak in het VUmc om sperma te produceren. Meestal rond 08:00 of 08:30 uur. De follikelpunctie van de vrouw is op de polikliniek. U krijgt voor de ingreep medicijnen om u te kalmeren en tegen de pijn.

We verwachten u samen ruim een half uur voor de punctie op de polikliniek Fertiliteit van Tergooi MC. U heeft dan zelf al een tablet valium ingenomen. Een half uur voor de punctie krijgt u een injectie voor de pijn.

Het aanprikken van de follikels gebeurt met een dunne naald via de vagina. We kijken mee via een echo via de vagina. U kunt ook zelf op het beeldscherm volgen hoe we de follikels een voor een leegzuigen.

De meeste vrouwen vinden de punctie niet erg pijnlijk. De hele ingreep duurt ongeveer twintig minuten. Uw partner mag erbij zijn.

5. Eicellen naar VUmc

Uw partner heeft op de ochtend van de punctie sperma geproduceerd in het IVF-centrum van het VUmc in Amsterdam. Na de punctie in Tergooi MC gaat uw partner met het follikelvocht in een transportbox opnieuw naar het IVF-centrum van het VUmc. Daar kan hij het follikelvocht inleveren.

U moet in uw auto een 12 volt aansluiting hebben om de transportbox aan te sluiten. Zo blijft die op temperatuur. Uw partner brengt de transportbox weer terug naar Tergooi MC. Daarna kunt u samen naar huis. Door de medicijnen mag u zelf niet autorijden.

In de loop van de dag raken de medicijnen uitgewerkt. U kunt die dag nog buikpijn hebben en bloed verliezen. Neem zo nodig paracetamol in.

6. Laboratoriumfase (VUmc)

In deze fase is het doel om tot één of meer bevruchte eicellen (embryo’s) te komen die zich normaal ontwikkelen. Het is daarvoor belangrijk dat de eicellen van goede kwaliteit zijn. Het aantal eicellen wisselt per persoon, maar ook per poging. Even belangrijk is de kwaliteit van het sperma. Dus het aantal zaadcellen en hoe beweeglijk die zijn.

Spoed-ICSI

Soms vinden we op de dag van de follikelpunctie te weinig zaadcellen voor de IVF-behandeling. Het IVF-laboratorium van het VUmc kan op dat moment adviseren een (spoed-)ICSI-procedure te doen. U laat voor het begin van de behandeling weten of u daar akkoord mee gaat.

7. Plaatsing embryo (VUmc)

U belt twee dagen na de follikelpunctie om 09:45 uur naar de polikliniek Fertiliteit, T 088 753 21 07. Vraag of er een embryoplaatsing zal zijn. In het weekend belt u zelf direct met het VUmc. Daar krijgt u van ons meer informatie over.

Meestal plaatsen we het embryo drie dagen na de punctie, in de middag. U meldt zich op de afgesproken dag en tijd in het IVF-centrum van het VUmc. Zorg dat uw blaas halfvol is.

Via een echo op de buik brengen we de baarmoeder in beeld. De arts brengt een spreider of eendenbek in. Via een dun slangetje plaatsen we een embryo in de baarmoeder. Dan halen we het slangetje en de spreider weer weg. U kunt daarna meteen opstaan en naar huis gaan.

Gewicht bijhouden

We vragen u na de follikelpunctie elke dag uw gewicht op een Utrogestan-schema te noteren. Komt u meer aan dan 1,5 kilo per dag of krijgt u steeds meer buikpijn? Neem dan altijd contact met ons op. Doe dat ook bij andere klachten, zoals koorts. We kunnen dan een echo maken om te kijken of u last van overstimulatie heeft. Vocht hoopt zich daarbij op in het lichaam. U kunt cystes in de eierstokken krijgen en daardoor buikpijn. Overstimulatie geneest vanzelf, maar u heeft wel medische begeleiding nodig. Soms moet u daarvoor naar het ziekenhuis. Dat komt gelukkig bijna niet voor.

Eerder stoppen met behandeling

Een enkele keer moeten we eerder stoppen met de behandeling. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn omdat:

  • het risico op overstimulatie te groot is
  • er een cyste in de eierstok zit
  • we geen goede reactie zien op de stimulatie in het bloed of op de echo
  • de bevruchting niet gelukt is

Na de behandeling

Medicijnen

Na de follikelpunctie start u met de Utrogestan® capsules. Die brengt u diep in de vagina in. Volg hiervoor het schema dat u op de dag van de punctie heeft gekregen: drie keer per dag 1 capsule van 200 mg. De Utrogestan® kan zorgen voor witte afscheiding. U kunt daarvoor een inlegkruisje gebruiken.

Pijn

De eerste dagen na de follikelpunctie kunt u nog buikpijn hebben (napijn). Dit neemt steeds meer af.

De ‘als’-vraag

We adviseren u geen dingen te doen waardoor u zich later kunt afvragen: als ik dit nou niet gedaan zou hebben, zou ik dan wel zwanger zijn geworden? Bijvoorbeeld extreem sporten of weinig rust nemen. Zo hoeft u zich dit later niet af te vragen. Aan de andere kant: er zijn ook vrouwen die zich veel inspannen of stress hebben en toch zwanger worden.

Zwanger?

Ongeveer 15 dagen na het plaatsen van het embryo bezoekt u het laboratorium. We nemen dan bloed af voor een zwangerschapstest. Pas op die dag kunnen we zien of u zwanger bent. Diezelfde dag kunt u ons bellen voor de uitslag. U hoort dan ook hoe het daarna verder gaat.

Cryo-embryo’s

Bij een IVF- of ICSI-behandeling kunnen embryo’s overblijven die van goede kwaliteit zijn. Die kunnen we invriezen. Is dat bij u het geval? Dan krijgt daarvan schriftelijk bericht vanuit het VUmc. Het invriezen gebeurt in de dagen na het plaatsen van het embryo. Dit doen we alleen als de embryo’s zich goed gedeeld hebben. Embryo’s die zijn ingevroren, kunnen we later ontdooien. Er zijn dan twee mogelijkheden:

  1. U bent na de IVF/ICSI-behandeling niet zwanger geworden. U neemt in ieder geval één maand rust. Daarna kunnen we starten met een cryocyclus (zie de uitleg hieronder).
  2. U bent na de IVF/ICSI-behandeling zwanger geworden. We bewaren de embryo’s tot u zich meldt omdat u nog een kindje wilt. Cryo-embryo’s zijn jaren te bewaren.

Starten met een cryocyclus

Om een cryocyclus te starten, meldt u zich op de eerste dag van uw ongesteldheid (zie www.tergooi.nl/fertiliteit). Wij bellen u daarna om een afspraak te maken voor een echo. We volgen dan de spontane follikelgroei.

Als de follikel groot genoeg is, zet u één keer een rijpingsinjectie (Pregnyl® of Ovitrelle®). Dat doet u op de tijd die we met u afspreken. Zeven dagen later is in principe de embryoplaatsing in het VUmc. Als de ontdooiing goed is gegaan. Is uw cyclus niet regelmatig? Dan kunnen we daarvoor tabletten gebruiken.

Mogelijke problemen

Ovarieel Hyper Stimulatie Syndroom (OHSS)

Voor de behandeling stimuleren we de eierstokken met hormonen. Dat kan zorgen voor een ernstig ziektebeeld. De klachten zijn dan buikpijn, een fors opgezette buik, zwaarder worden en soms benauwdheid. Dit komt omdat vocht zich ophoopt in de buikholte en soms ook in de borstholte. Ernstige OHSS komt gelukkig bijna nooit voor. Bij minder dan één procent van de stimulaties.

Door de controles tijdens de stimulatie proberen we deze vorm van overstimulatie te voorkomen. Als u er toch last van krijgt, ontstaan de eerste klachten vaak na de plaatsing van het embryo. Vooral bij vrouwen die zwanger zijn. Het kan dan nodig zijn u op te nemen in het ziekenhuis. Het is belangrijk dat we de klachten op tijd herkennen. We kunnen dan verder onderzoek doen en snel met een behandeling beginnen.

Inwendige bloeding

Bij de follikelpunctie kunnen we een bloedvat raken. Hierdoor kan een inwendige bloeding ontstaan. Dit gebeurt bijna nooit.

Ontsteking na follikelpunctie

Bij het aanprikken van de eiblaasjes (follikels) bestaat er een klein risico dat we bacteriën met de naald in de buik brengen. Hierdoor kan de eierstok gaan ontsteken. Krijgt u in de week na punctie meer buikpijn en koorts? Meld dit dan zo snel mogelijk. Gelukkig komt ook dit bijna nooit voor.

Problemen na langere tijd

IVF-behandelingen bestaan sinds 1978. De literatuur bevat geen aanwijzingen dat de kans op een ziekte als kanker door een IVF- of ICSI-behandelingen groter is. Dit is onderzocht voor eierstok-, baarmoeder- en borstkanker. Uit een andere studie blijkt dat er mogelijk een iets grotere kans na IVF is op Borderline ovarium tumoren. Die kans is heel klein en de tumor is niet agressief. Er is verder onderzoek nodig om hier meer duidelijkheid over te krijgen.