Kwetsbare ouderen in Tergooi MC

Kwetsbare ouderen in Tergooi MC

Als u ouder bent, is een ziekte soms lastig op te vangen. U heeft minder reserves. Een opname in het ziekenhuis kan invloed hebben op wat u nog zelf kunt en doet. U kunt dan minder zelfstandig worden. In Tergooi MC doen we er alles aan om dat te voorkomen. Samen met u en de familie.

 

Bij een opname in het ziekenhuis krijgen een aantal onderwerpen speciale aandacht:

  • Voorkomen van plotselinge verwardheid (delier). Of zorgen dat dit niet erger wordt en lang duurt.
  • Ondervoeding voorkomen.
  • De kans op vallen zo klein mogelijk maken.
  • Zorgen dat lichamelijke beperkingen niet erger worden.

De verpleegkundige stelt een aantal vragen over deze onderwerpen als u in het ziekenhuis komt. Zo kunnen we kijken wat bij u de situatie is. Waar nodig nemen we maatregelen.

Plotselinge verwardheid (delier)

Plotselinge verwardheid (delier) komt regelmatig voor bij mensen met een lichamelijke ziekte. Iemand weet niet meer waar hij is en wat er gebeurt. Of ziet dingen die er niet zijn en is minder helder. Dat kan gevolgen hebben voor de genezing.

Als u ouder bent, is de kans op plotselinge verwardheid groot. Zeker als u thuis al problemen met het geheugen had. Of eerder verward was bij ziekte. Als we dat weten, kunnen we daar tijdens de behandeling rekening mee houden. De gevolgen zijn dan minder groot. Soms is het genoeg om wat handige maatregelen te nemen. Een andere keer schrijven we een tijdje medicijnen voor.

Familie herkent veranderingen in gedrag vaak als eerste. Soms merkt u zelf dat u minder helder bent. Laat dit zo snel mogelijk aan ons weten. Verwardheid is te voorkomen of wordt minder als iemand goed weet waar hij of zij is. Zorg voor:

  • een kalender, een klok die goed af te lezen is, een foto van belangrijke personen.
  • hulpmiddelen, zoals een (goed werkend) hoorapparaat, bril (met schone glazen) en kunstgebit. Die zijn juist in het ziekenhuis erg belangrijk.
  • een goed dag- en nachtritme. Bijvoorbeeld door overdag gewone kleding aan te trekken en zoveel mogelijk uit bed te komen. Denk na over activiteiten in het ziekenhuis. Zoals lezen, puzzelen, handwerken of een wandeling.
  • goede uitleg. Blijf als familie uitleggen wie u bent, waar u bent en welke dag het is.

Ondervoeding

Oudere mensen hebben minder honger en de smaak verandert. Ook hebben ze soms moeite een gezond menu samen te stellen. Dit kan zorgen voor een tekort aan vitaminen en mineralen. Die zijn belangrijk om u goed te voelen en beter te worden. Door de ziekte heeft het lichaam juist extra energie nodig om te genezen. Goede voeding en genoeg eten is daarom extra belangrijk als iemand in het ziekenhuis is.

Als u wordt opgenomen in het ziekenhuis, kijken we wat uw toestand is als het gaan om voeding. Eventueel vragen we een diëtiste om te helpen. Die geeft dan advies om de toestand te verbeteren. Als patiënt en familie kunt u helpen door:

  • informatie te geven over wat en hoe u normaal eet.
  • als familie eventueel bij het eten te zijn en daarmee te helpen (in overleg met de verpleegkundige).

Vallen

Ouderen vallen vaker. Bijvoorbeeld door problemen met het evenwicht of met lopen. Of door duizeligheid, verwardheid, ziekte, slecht horen of slecht zien. Voor oudere mensen is de kans op letsel door een val groot. Door een val kan wat iemand kan en doet blijvend veranderen.

Bij de opname in het ziekenhuis vragen we of u de afgelopen zes maanden gevallen bent. De fysiotherapeut kan dan kijken hoe dat gekomen is. Ook kijkt de fysiotherapeut of er nog steeds een kans is dat u valt. Zo nodig krijgt u adviezen om die kans kleiner te maken. De fysiotherapeut overlegt dit met de verpleegkundige. We kunnen de zorg daar dan op aanpassen.

Belangrijk is om ook in het ziekenhuis zo veel mogelijk te blijven bewegen. Door veel in bed te liggen, verliest u in korte tijd veel spierkracht. Dat maakt de kans op vallen groter. Zie ook Vallen bij ouderen.

Lichamelijke beperkingen

Door lichamelijke beperkingen lukt het minder goed om dagelijkse dingen zelf te doen. Bijvoorbeeld opstaan uit uw bed of stoel. Of lopen, wassen of aankleden. Door bedrust en (te) weinig bewegen worden gewrichten stijver. De kracht in de spieren en de conditie nemen af. U kunt activiteiten daardoor (nog) minder goed doen. Helemaal herstellen duurt dan langer of is moeilijker.

Ook als u weer uit het ziekenhuis bent, kunt u vaak minder dan verwacht. Soms blijft dat zo. Het is daarom belangrijk zo veel mogelijk te blijven bewegen.

In het ziekenhuis vragen we wat u thuis nog doet en kan. We proberen dat u dat kunt blijven doen. Als dat nodig is, vragen we een fysiotherapeut om daarbij te helpen. Ook de verpleegkundige helpt u uit bed te komen en te bewegen. Daarnaast kan uw bezoek u ondersteunen. Ga als u bezoek krijgt bijvoorbeeld op een stoel zitten. Of samen een stukje over de gang lopen.