Depressie bij ouderen
Hoe goed de depressie te behandelen is, ligt aan waardoor de depressie komt. En of iemand ook nog andere ziektes heeft.
Klachten
- Het grootste deel van de dag een sombere stemming, bijna elke dag.
- Veel piekeren.
- Duidelijk minder interesse en plezier in (bijna) alle activiteiten.
- Duidelijk dunner of dikker worden.
- Niet kunnen slapen of juist heel veel slapen.
- Onrustig zijn of juist geremd zijn.
- Moe zijn of minder energie hebben.
- Gevoel hebben waardeloos te zijn of veel last van schuldgevoel hebben.
- Minder goed kunnen concentreren.
- Geen beslissingen nemen.
- Vaak denken aan de dood of aan zelfmoord.
- Lichamelijke klachten: pijn die niet te verklaren is, verstopping, hoofd- en rugpijn.
Klachten bij ouderen
Bij ouderen is bij een depressie vooral vaak sprake van vermoeidheid. Problemen met denken en concentreren en besluiteloos zijn zorgen dat iemand dingen gaat vergeten. Daardoor denken we soms eerder aan dementie dan aan een depressie. Ook bij beginnende dementie kan depressie voorkomen.
Depressief zijn kan bij ouderen ook zorgen voor lichamelijke klachten. Bijvoorbeeld buikklachten of pijn. Depressie bij ouderen wordt vaak niet of laat herkend. Bij veel klachten wordt gedacht dat het door de leeftijd komt.
Oorzaken
Verschillende zaken kunnen de kans op een depressie groter maken:
- Lichamelijke ziekte of beperkingen die daardoor zijn ontstaan. Bijvoorbeeld diabetes, een beroerte, ziekte van Parkinson, hart- en vaatziekten.
- Hoe iemand in elkaar zit en in zijn leven met problemen is omgegaan.
- Hoge leeftijd.
- Het verlies van belangrijke personen, werk, hobby’s en andere dingen om te doen.
- Erfelijkheid.
Onderzoek
We luisteren naar het verhaal van de patiënt en wat mensen uit de omgeving vertellen. Ook kijken we zelf naar de patiënt. Meestal doen we lichamelijk onderzoek. Daarnaast kan een psychologisch onderzoek kan helpen om vast te stellen of iemand een depressie heeft.
Behandeling
- Uw arts bespreekt of voor de depressie medicijnen beschikbaar zijn. En welke dan het meest geschikt zijn.
- Een behandeling van medicijnen (antidepressiva) en gesprekken samen werkt meestal het beste.
- Vaak duurt het vier tot zes weken voor u ziet dat de behandeling iets doet.
- De medicijnen gebruikt u in ieder geval een jaar.
Begeleiding
Verblijft u op de verpleegafdeling Geriatrie? Dan kan de verpleging, de activiteitentherapeut, het maatschappelijk werk en de psycholoog u begeleiden en ondersteunen. Thuis zijn dat uw eigen huisarts, uw arts van de polikliniek Geriatrie en instanties als GGz Centraal of de Meregaard (Almere).
Wat u als partner of mantelzorger kunt doen
- Biedt een luisterend oor, toon begrip en geef aandacht.
- Zorg voor gezelschap en afleiding en probeer de persoon aan te moedigen dingen te doen.
- Laat iemand simpele dingen doen om weer een goed gevoel over zichzelf te krijgen.
- Geef complimenten als iets lukt of geprobeerd wordt.
- Breng regelmaat aan in de dag en doe samen dingen.
- Moedig iemand aan om te eten en te drinken.
- Geef niet te veel adviezen die goed bedoeld zijn, maar waar iemand nu niets mee kan.
Omgaan met depressieve ouderen kan zwaar zijn. Iemand kan de hele dag somber zijn, nergens toe komen en bijna geen interesse hebben in de omgeving. Dat kan ook invloed hebben op uw eigen stemming en humeur. Zorg goed voor uzelf. Zoek steun, bijvoorbeeld bij iemand in uw omgeving. Uw huisarts of de maatschappelijk werker kan informatie geven over professionele hulp.