Tracheostoma

Opening in de luchtpijp

Tracheostoma

Als een patiënt langer beademing nodig heeft, maken we soms een opening in de hals naar de luchtpijp. In vaktaal noemen we dit een tracheostoma. Door de opening wordt een buisje ingebracht in de luchtpijp: de tracheacanule. Een slang door de mond en keel om te ademen is dan niet meer nodig.

 

De gespecialiseerde medisch specialist op de afdeling Intensive Care (de intensivist) neemt het besluit voor een tracheostoma. Meestal informeren we u daar van te voren over. Heel soms is de ingreep met spoed nodig. Bijvoorbeeld als de luchtpijp plotseling afgesloten is waardoor een patiënt ernstige ademnood heeft.

Voorbereiding

De intensivist (of soms de chirurg of longarts) brengt de opening in de luchtpijp aan. Dit gebeurt net onder de adamsappel. Dan wordt een kort buisje in de luchtpijp ingebracht: de tracheacanule. Dit gebeurt op de Intensive Care. Soms is het nodig om de ingreep op de operatiekamer te doen. De ingreep gaat vrij snel. Uw naaste merkt hier weinig van. Hij of zij wordt tijdens de ingreep in slaap gehouden.

Tijdens de behandeling

De tracheacanule, het buisje in de luchtpijp, heeft een buitenste deel en een binnenste deel. Het binnenste deel halen we er regelmatig uit om schoon te maken. De tracheacanule heeft verschillende voordelen vergeleken met een beademingsbuisje dat via de mond wordt ingebracht:

  • Het slijm uit de longen kan makkelijker worden opgehoest en weggezogen.
  • De kans bestaat dat de patiënt sneller kan wennen om weer zonder beademingsmachine te ademen.
  • De patiënt heeft geen beademingsbuisje meer in de mond.
  • De mond is makkelijker te verzorgen.
  • De kans op infectie is kleiner.
  • De patiënt kan soms met de mond woorden vormen die te liplezen zijn.

Met een tracheacanule kan de patiënt nog steeds niet praten. Praten kan soms wel met een ‘spreekcanule’ of ‘spreekklep’. Dat kan alleen als de patiënt niet op de beademingsmachine is aangesloten. Spreken via een ‘spreekcanule’ vraagt veel energie van de patiënt.

Verzorging van het buisje

De verpleegkundige verzorgt de tracheacanule en het tracheostoma regelmatig. Daardoor blijft de tracheacanule goed open.

Na de behandeling

Zodra het niet meer nodig is, haalt de intensivist het pijpje in de hals weer weg. Het gaatje wordt goed afgeplakt. Dat geneest vanzelf. Praten lukt niet direct. Dat kan na het weghalen van het pijpje enkele minuten tot dagen duren.

Contact