Vochtbalans

Vochtbalans

We willen weten of het vocht dat u inneemt en het vocht dat u verliest in balans zijn. Dat is belangrijke informatie voor uw behandeling. Daarom gaan we uw vochtbalans bijhouden. We noemen dit ook wel uw vochthuishouding.

Over de vochtbalans

De vochtbalans is een lijst waarop we bijhouden en berekenen wat u aan vocht binnenkrijgt en hoeveel vocht u verliest. We houden dus bij hoeveel u drinkt en hoeveel u plast.

Door te eten en te drinken krijgt u vocht binnen. Dit plast u weer uit. Ook verliest u vocht via uw poep, door te zweten en via uw ademhaling. Als u evenveel vocht binnenkrijgt als u verliest, is uw vochtbalans in evenwicht.

Soms is uw vochtbalans verstoord. Bijvoorbeeld door koorts, veel zweten, diarree of overgeven. U kunt ook vocht vasthouden. Dit merkt u bijvoorbeeld aan dikke enkels, dikke voeten of vocht achter de longen. Als uw vochtbalans niet in evenwicht is, bespreekt uw arts waardoor dat bij u komt.

Wanneer vochtbalans bijhouden

Starten en stoppen met een vochtbalans

We beginnen met een vochtbalans als we denken dat u misschien vocht vasthoudt of te veel vocht verliest. In dat geval gaan we extra letten op uw vochthuishouding. Ook kan het na een operatie nodig zijn de vochtbalans bij te houden. Als de balans weer goed is, kunnen we daar weer mee stoppen.

Vochtbalans invullen

Op de vochtlijst schrijven verpleegkundigen en voedingsassistenten hoeveel u drinkt en plast. Zij zien dat niet altijd. Daarom is het belangrijk dat u dit ook zelf in de gaten houdt. Geef aan wat en hoeveel u heeft gedronken. Zo zorgen we dat de vochtbalans klopt.

Plassen

Als u zelf naar de wc kunt, krijgt u van de verpleegkundige een po of urinaal. De verpleegkundige meet na het plassen hoeveel plas daarin zit. Dat zetten we op de vochtbalans.

Heeft u een katheter? Dan loopt de plas via een slangetje in uw blaas naar een opvangzak. De verpleegkundige leegt deze zak regelmatig en schrijft dan op hoeveel plas in de zak zit.

Infuus

Krijgt u vloeistof of voeding via een infuus? Dan houdt de verpleegkundige dit bij op de vochtlijst. U hoeft hier zelf niet aan te denken.

Neus-maagsonde

Soms is het nodig dat u extra voeding krijgt. Bijvoorbeeld omdat u moet aansterken. U krijgt dan voeding binnen via een neus-maagsonde. Dit is een slangetje dat via uw neus naar uw maag loopt. We kunnen de neus-maagsonde ook gebruiken om uw maag leeg te houden. Dit gebeurt als de maag de inhoud zelf niet kan verwerken. Dit heeft allemaal invloed op uw vochtbalans. De verpleegkundige houdt alles rondom de neus-maagsonde bij op de vochtlijst.

Vochtbeperking

Een vochtbeperking betekent dat u maar een bepaalde hoeveelheid per dag mag drinken. Dit is bijvoorbeeld nodig als uw hart en nieren de hoeveelheid vocht anders niet goed kunnen verwerken.

Heeft u problemen met de vochtbeperking? Bespreek dit dan met de verpleegkundige of voedingsassistent. Samen kunt u naar een oplossing zoeken.

Tip: ijsklontjes in een klein laagje water of limonade nemen uw dorst weg. Vraag er gerust naar.

Wegen

Soms wegen we u ook om de vochtbalans bij te houden. De verpleegkundige weegt u dan iedere dag om dezelfde tijd.

  • Als u niet zwaarder wordt, is uw vochtbalans in orde.
  • Neemt uw gewicht toe? Dan houdt u waarschijnlijk vocht vast.
  • Neemt uw gewicht af? Dan verliest u meer vocht dan u binnenkrijgt.

We kijken dan dus naar uw gewicht om te zien of we de behandeling moeten aanpassen.

Turflijst vochtinname

In overleg met de verpleegkundige kunt u ook zelf de vochtbalans bijhouden. U turft dan op een lijst wat u drinkt en eet aan yoghurt, vla, pap en vruchtenmoes. Aan het einde van iedere dienst maakt de verpleegkundige samen met u de lijst compleet. Zo zorgt u er samen met de verpleegkundige en voedingsassistent voor dat er een goede vochtbalans komt. Hieronder ziet u een voorbeeld van zo’n lijst:

Behandeling aanpassen

Een vochtbalans loopt 24 uur, van 00:00 uur tot 00:00 uur. Dus van middernacht tot middernacht. De arts bekijkt uw vochtbalans en past eventueel uw behandeling aan.

  • Als u meer drinkt dan plast, blijft er te veel vocht achter in uw lichaam. Dit noemen we een positieve vochtbalans. Hierdoor kunt u klachten krijgen. Bijvoorbeeld benauwdheid, opgezette enkels, voeten en handen en een opgezet gezicht.
  • Als u meer plast dan drinkt, blijft er te weinig vocht achter in uw lichaam. Dit noemen we een negatieve vochtbalans. U kunt dan uitdrogen. De klachten die hierbij horen zijn onder andere hoofdpijn, vermoeidheid en een droge en minder elastische huid.

Heeft u klachten? Geef dit dan door aan uw verpleegkundige of arts.