Neuspoliepen

Neuspoliepen

Neuspoliepen zijn goedaardige zwellingen van het neusslijmvlies. Door neuspoliepen kunt u verschillende klachten hebben. Een verstopte neus, een loopneus of minder goed kunnen ruiken bijvoorbeeld. Of vaak ontstoken neusbijholten. Met een operatie kunnen we de neuspoliepen weghalen.

Voorbereiding

Een paar dagen voor de opname heeft u een gesprek met de medewerkers van de afdeling anesthesie. U hoort dan ook vanaf wanneer u niet meer mag eten, drinken of roken.

Belangrijk voor de ingreep

• Meld het aan uw arts als u of uw familieleden last hebben van lang nabloeden bij wondjes of snel grote blauwe plekken krijgen.
• Vanaf veertien dagen vóór de operatie mag u geen medicijnen meer gebruiken waar acetylsalicyl inzit. Deze middelen verdunnen het bloed. Dat vergroot de kans op bloeden na de operatie. U mag wel paracetamol en Finimal gebruiken. Die verdunnen het bloed niet.

Behandeling

Neuspoliepen ontstaan vaak in de zeefbeenholten (een van de vier neusbijholten). Deze holten zitten tussen neus en ogen. Dat is ook de plek waar we de neuspoliepen met een operatie weghalen. Via de neusgaten opent de KNO-arts het zeefbeencomplex. Daarna kan hij of zij de neuspoliepen ‘met wortel en al’ weghalen. De operatie duurt ongeveer één tot anderhalf uur.

De KNO-arts gebruikt tijdens de operatie een kijkertje (endoscoop). Daarmee kan hij of zij in de neus en in de bijholten kijken, vanuit verschillende hoeken. Zo heeft de arts het beste zicht. Bijna altijd kan de arts hierdoor de hele operatie via de neusgaten doen.

Na de behandeling

• Na de operatie doen we meestal een tampon in beide neusgaten. Dit om nabloeden te voorkomen.
• De eerste week na de operatie mag u uw neus niet snuiten en niet zwaar tillen en bukken. Voorkom ook zoveel mogelijk dat u moet niezen.
• Ga de eerste twee weken na de operatie niet sporten.
• Spoel de neus twee tot drie weken met een zoutoplossing die de KNO-arts voorgeschreven heeft. Daardoor geneest uw neus sneller.
• Meestal begint u een week na de operatie ook met een neusspray. Die zorgt dat er niet opnieuw poliepen kunnen gaan groeien.

Het duurt meestal vier tot zes weken voordat de neus en het slijmvlies van de neusbijholten helemaal genezen is. In die periode kunt u wat meer last hebben van korstjes en veel slijm, soms met wat bloed erin.

Complicaties

Elke operatie heeft een kans op complicaties. Dit geldt ook voor operaties van de neusbijholten. Gelukkig is de kans op een complicatie met deze techniek heel klein (minder dan één procent).

Aan de zijkant van het zeefbeencomplex ligt de oogkas. De grens daartussen is zo dun als papier. Na de operatie kunt u een bloeduitstorting krijgen bij uw ooglid, maar dit is een uitzondering. Ook kan de oogspier beschadigen door de operatie. Dit gebeurt heel zelden. Bij honderden operaties die uw KNO-arts heeft gedaan, is dit gelukkig nooit gebeurd.

Na de operatie kunt u een nabloeding krijgen. Vaak is de bloeding te stoppen door weer neustampons in uw neus te doen.

Controle

Een of twee weken na de operatie komt u terug voor controle op de polikliniek. We maken dan ook de neus en het zeefbeen schoon.