Kijkonderzoek van de galwegen en alvleesklier (ERCP)
Een kijkonderzoek van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier heet ook wel een ERCP (Endoscopisch Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie). Het onderzoek gebeurt met een endoscoop: een flexibele slang die aan het uiteinde een minicamera heeft. Tijdens het onderzoek kunnen we soms meteen kleine ingrepen doen.
Voorbereiding
Als het onderzoek in de ochtend is
Als het onderzoek in de middag is
Belangrijke informatie
- Gebruikt u bloedverdunners? Stop alleen met deze medicijnen als u dat met de arts besproken heeft. Meld voordat het onderzoek start dat u deze medicijnen gebruikt.
- Heeft u diabetes (suikerziekte) en gebruikt u daarvoor medicijnen of insuline? Dan moet deze medicatie misschien worden aangepast. Overleg dit met de arts die het onderzoek aanvraagt.
- Laat het uw arts weten als u (misschien) zwanger bent, allergisch bent voor bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica of jodium) of afwijkingen heeft aan hart en/of longen.
- Neem contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt als u nog niets heeft besproken over de medicijnen die u gebruikt. Doe dat uiterlijk één week voor het onderzoek.
Naar het ziekenhuis
- Na het onderzoek blijft u een nacht in het ziekenhuis ter observatie. Neem daarom mee wat u daarvoor nodig heeft, bijvoorbeeld toiletspullen en nachtkleding. Neem ook de medicijnen mee die u normaal gebruikt.
- Tijdens het onderzoek mag u geen metalen voorwerpen dragen, zoals riemen, beugel-bh en ritsen. Die verstoren het beeld op de röntgenfoto’s.
Onderzoek
Het hele onderzoek duurt ongeveer een uur. Een gespecialiseerd arts doet het onderzoek. Twee endoscopie-verpleegkundigen helpen hem of haar daarbij. Doel van het onderzoek is de afvloed van gal- en alvleesklier-sappen te herstellen.
- De verpleegkundige vraagt u om een eventuele gebitsprothese uit uw mond te halen.
- De arts brengt via uw mond de flexibele slang met de camera in (de endoscoop). Hij of zij schuift die verder op naar de twaalfvingerige darm (dunne darm) waar de galwegen in uitkomen.
- Tijdens het onderzoek blazen we lucht in. Hierdoor kunt u last krijgen van boeren, een opgeblazen gevoel in de buik of winden laten. Dit zijn normale reacties.
- U kunt gewoon ademhalen met de endoscoop.
Tijdens het onderzoek kunnen we meteen kleine ingrepen doen. Heeft u galstenen? Dan maken we een kleine snee op de plek waar de galwegen uitkomen. Dit heet een papillotomie. Eventuele galstenen kunnen we weghalen. We kunnen ook een kunststof buisje (stent) plaatsen.
Roesje (sedatie)
Voor dit onderzoek krijgt u meestal een roesje (sedatie).
Voor en tijdens het roesje
- U krijgt een knijpertje met een meetapparaat (saturatiemeter) op een van uw vingertoppen. Dit meet de zuurstof in uw bloed.
- U krijgt een bloeddrukband om en ECG-plakkers om uw bloeddruk en hartslag te meten.
- Via een neusbrilletje krijgt u extra zuurstof.
We gebruiken twee soorten middelen. Een slaapmiddel en een middel tegen de pijn. Tijdens het onderzoek controleren we steeds hoe diep u slaapt, uw ademhaling en bloeddruk.
Na het onderzoek
Door het roesje reageert u minder goed en werkt uw geheugen minder goed. De eerste 24 uur na het onderzoek mag u:
- geen alcohol drinken
- geen belangrijke beslissingen nemen
- geen gevaarlijke machines bedienen
- niet actief deelnemen aan het verkeer
Na het onderzoek blijft u nog een nacht in het ziekenhuis ter observatie. De verpleegkundige van de afdeling laat u weten wanneer u weer mag eten en drinken en uit bed mag. Heeft u pijn of voelt u zich niet lekker? Dan kunt u dit bij de verpleegkundige melden. Als alles goed gaat, mag u de volgende dag naar huis. Regel vooraf dat iemand u naar huis kan brengen.
Mogelijke problemen
Bij de meeste patiënten verloopt het onderzoek zonder problemen. Uw keel kan de eerste 24 tot 48 uur na het onderzoek nog wat gevoelig zijn. Eén tot vijf procent krijgt te maken met complicaties:
- een alvleesklierontsteking (geneest meestal binnen enkele dagen, maar kan heel soms ernstig zijn)
- een bloeding.
- een perforatie (scheurtje)
Door het slaapmiddel kunnen problemen ontstaan met de ademhaling of met het hart. Dit gebeurt bij één tot zes op de duizend patiënten.
In uitzonderlijke gevallen kan de arts besluiten om het onderzoek af te breken. Bij een complicatie starten we direct met de behandeling daarvan.
Uitslag
Na het onderzoek krijgt u de voorlopige uitslag van een arts. De verdere uitslag en nabespreking van het onderzoek gebeurt op de polikliniek. Daar maakt u een aparte afspraak voor. Uw huisarts krijgt ook een verslag van het onderzoek.
Wanneer bellen
Neem direct contact op als u na het onderzoek klachten met uw gezondheid heeft. Bel ons in ieder geval als u:
- steeds meer last van pijn of misselijkheid heeft
- steeds moet overgeven
- kortademig wordt
- koorts krijgt
- bloed spuugt
- zwarte ontlasting heeft, eventueel met bloed erbij
Tijdens kantooruren belt u met het MDL-centrum, T 088 753 16 10. Bel buiten kantooruren met de afdeling Spoedeisende Hulp van Tergooi MC, T 088 753 15 60.