Slokdarm oprekken
Om een vernauwing van de slokdarm te verhelpen, kunnen we de slokdarm oprekken. Daarvoor gebruiken we een soort kunststof staafjes (dilatoren). De medische term voor het oprekken van de slokdarm is oesophagusdilatatie.
Voorbereiding
Als de behandeling in de ochtend is
Als de behandeling in de middag is
Belangrijke informatie
- Gebruikt u bloedverdunners? Stop alleen met deze medicijnen als u dat met de arts besproken heeft. Meld voordat het onderzoek start dat u deze medicijnen gebruikt.
- Heeft u diabetes (suikerziekte) en gebruikt u daarvoor medicijnen of insuline? Dan moet deze medicatie misschien worden aangepast. Overleg dit met de arts die het onderzoek aanvraagt.
- Laat het uw arts weten als u (misschien) zwanger bent, allergisch bent voor bepaalde medicijnen (bijvoorbeeld antibiotica of jodium) of afwijkingen heeft aan hart en/of longen.
- Neem contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt als u nog niets heeft besproken over de medicijnen die u gebruikt. Doe dat uiterlijk één week voor het onderzoek.
Behandeling
De hele behandeling duurt ongeveer 30 minuten. Een gespecialiseerd arts doet de behandeling. Twee endoscopie-verpleegkundigen helpen hem of haar daarbij.
Eerst moet de arts bepalen waar de vernauwing zit. Dat gebeurt met een endoscoop: een flexibele slang die aan het uiteinde een minicamera heeft. Soms gebruiken we röntgenstraling.
De behandeling stap voor stap:
- De assistent vraagt u om een eventuele gebitsprothese uit uw mond te halen. We kunnen u een verdovende keelspray geven om (het gevoel om te) kokhalzen tijdens het onderzoek tegen te gaan.
- U gaat op uw linkerzij liggen met de kin op de borst. U krijgt een bijtring in de mond.
- De arts of de assistent vertelt hoe u de endoscoop moet inslikken. Is de endoscoop voorbij de keel en in de slokdarm? Dan is het onderzoek voor de meeste mensen goed vol te doen.
- U kunt gewoon ademhalen met de endoscoop. De assistent zuigt, als het nodig is, te veel speeksel of slijm weg uit de mondholte.
- De arts bepaalt waar de slokdarm vernauwd is. De arts laat een zogenaamde voerdraad achter. Hij of zij haalt de endoscoop weg. Over de voerdraad schuift de arts een kuntstof staafje (dilatator).
- De arts herhaalt dit een paar keer. De kunststof staafjes worden steeds groter, waardoor de slokdarm wordt opgerekt. Soms wil de arts de slokdarm daarna nog een keer bekijken met de endoscoop.
Roesje (sedatie)
Voor dit onderzoek krijgt u meestal een roesje (sedatie). Hierdoor wordt u wat slaperig en bent u meer ontspannen. Een roesje is geen narcose. Het kan zijn dat u toch iets van het onderzoek merkt. We geven het roesje via het infuus dat u heeft gekregen. De meeste mensen herinneren zich weinig tot niets van het onderzoek als het klaar is.
Na de behandeling
Na het onderzoek blijft u in het ziekenhuis totdat het roesje goed is uitgewerkt. Als u wakker bent, krijgt u een slokje water. Laat de verpleegkundige van de afdeling weten als u klachten krijgt.
Heeft u geen klachten? Dan kunt u naar huis. Door het roesje reageert u minder goed en werkt uw geheugen minder goed. De eerste 24 uur na het onderzoek mag u:
- geen alcohol drinken
- geen belangrijke beslissingen nemen
- geen gevaarlijke machines bedienen
- niet actief deelnemen aan het verkeer
Regel dus vooraf dat iemand u naar huis kan brengen.
Mogelijke problemen
Complicaties komen weinig voor. De eerste 24 tot 48 uur kan uw keel gevoelig zijn. Een aantal problemen komen wel eens voor:
- Een patiënt kan zich tijdens de behandeling verslikken. Daardoor kan er wat inhoud uit de maag in de longen komen. Soms kan iemand na het verslikken een longontsteking krijgen.
- In de slokdarm kan door het oprekken een scheurtje ontstaan.
- Heel soms kan een bloeding ontstaan.
Uitslag
Na de behandeling laat de arts (endoscopist) u weten wat gezien en gedaan is. De verdere uitslag bespreekt de arts die u behandelt met u. Daar maken we een aparte afspraak voor. Uw huisarts krijgt ook een verslag.
Wanneer bellen
Neem contact met ons op als u:
- steeds meer last van pijn of misselijkheid heeft
- steeds moet overgeven
- kortademig wordt
- koorts krijgt
- bloed spuugt
- zwarte ontlasting heeft, eventueel met bloed erbij