Tilttest

Tilttest

Verliest u af en toe kort het bewustzijn? Heeft u last van wegrakingen? Dan kunnen we besluiten een tilttest te doen. We onderzoeken of er sprake is van orthostatische hypotensie: een lage bloeddruk als u staat. Daardoor kunt u bijvoorbeeld last hebben van een licht gevoel in het hoofd, wazig zien en zwart worden voor de ogen.

Voorbereiding

  • Was de dag voor het onderzoek uw haar. Gebruik geen haarvet of haargel en geen nagellak of gelnagels. Dat kan invloed hebben op het onderzoek.
  • Trek schoenen aan die fijn zitten. U moet tijdens de test 45 minuten staan.
  • Doe bovenkleding met een korte mouw aan.
  • Doe uw ringen, armbanden en horloge af.
  • U mag twee uur voor het onderzoek nog een lichte maaltijd eten (thee en een beschuit).

Onderzoek

Een speciaal opgeleide laborant doet het onderzoek. Hij of zij legt u eerst uit wat er precies gaat gebeuren. De tilttest duurt in totaal ongeveer 1,5 uur. Daarvan moet u drie kwartier rechtop staan met uw ogen open. Tijdens het onderzoek mag u niet of bijna niet praten.

  • Voor het onderzoek gaat u op een onderzoeksbank zitten.
  • We brengen sensoren aan die het volgende meten: hartslag, bloeddruk en hersenactiviteit.
  • Voor de hartslag plakken we 2 sensoren op uw borst.
  • We meten de bloeddruk met een sensor om uw vinger.
  • De hersenactiviteit wordt gemeten met elektroden op uw hoofd.  Dit zijn kleine metalen plaatjes die de activiteit van de hersenen opvangen. Met een wattenstaafje ontvetten we de hoofdhuid. Daarna worden de elektroden met een kleefpasta vastgemaakt. Dit is wateroplosbaar.
  • U gaat liggen op de onderzoeksbank. Daar maken we u met veiligheidsbanden aan vast.
  • We zetten de onderzoeksbank rechtop, zodat u staat. Dat blijft drie kwartier zo. Tijdens deze test kunnen de klachten opgewekt worden waar u last van heeft. Zoals duizeligheid of wegrakingen. We meten daarbij steeds uw hartslag, bloeddruk en hersenactiviteit.

Na het onderzoek

Na het onderzoek haalt de laborant de elektroden en de sensoren weer weg. U kunt na het onderzoek meestal gewoon zelf naar huis of weer aan het werk gaan.

De uitslag

Een neuroloog beoordeelt het onderzoek. Hij of zij stuurt de uitslag naar de specialist die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Die bespreekt de uitslag met u.