Ejectiefractie

Onderzoek pompfunctie hart

Onderzoek pompfunctie hart

Met een ejectiefractie onderzoeken we hoeveel bloed de linkerhartkamer bij elke hartslag uitpompt. Zo kunnen we het volume van de hartkamer bepalen. Bij het onderzoek gebruiken we een klein beetje van de radioactieve stof technetium. Dan maken we foto’s met een gammacamera.

 

Het kan zijn dat uw arts kiest voor een iets andere methode. Dan kan het onderzoek wat anders gaan dan hoe het hier staat.

Voorbereiding

  • Heeft uw arts u ook gevraagd om bijvoorbeeld een bloed- of urineonderzoek te doen? Laat dit dan doen voor u dit onderzoek heeft. Of anders een dag na dit onderzoek.
  • U mag voor het onderzoek gewoon eten en drinken.

Zwangerschap en borstvoeding

Bent u (misschien) zwanger? Neem dan contact op met uw arts. Misschien kunnen we voor een ander onderzoek kiezen. Geeft u borstvoeding? Dat kan de eerste 24 uur na het onderzoek niet. Een oplossing is om voor het onderzoek te kolven. U kunt de moedermelk ook de eerste dag na het onderzoek afkolven. Die kunt u dan een dag later alsnog geven.

Onderzoek

Het onderzoek duurt in totaal één uur.

  1. De nucleair geneeskundige brengt een infuus aan in uw arm. Via dit infuus geven we u een vloeistof: PYP. Deze vloeistof zorgt dat het radioactieve technetium aan de rode bloedcellen gaat zitten. Dit technetium spuiten we later in.
  2. Na twintig minuten vraagt de laborant u om op een smalle tafel te gaan liggen. U krijgt drie ECG-plakkers op de borst. Die sluiten we aan op een ECG-apparaat.
  3. Via het infuus geeft de laborant u nu de radioactieve stof technetium. U merkt hier niets van. U krijgt het niet warm en wordt niet misselijk, akelig of slaperig.
  4. Na tien minuten schuift de laborant u met de smalle tafel dicht onder de gammacamera. Dan starten we met foto’s maken. Dit duurt ongeveer twintig minuten. In die twintig minuten moet u heel stil blijven liggen.

Na het onderzoek

Naar huis

Na het onderzoek kunt u weer naar huis. Met de stoffen die we hebben ingespoten kunt u gewoon autorijden. U mag ook alles eten en drinken.

De uitslag

De laborant verwerkt de beelden en stuurt die naar de nucleair geneeskundige. Die beoordeelt de beelden. Het verslag gaat naar de arts die u behandelt. Dit duurt ongeveer vijf werkdagen. U maakt een afspraak met uw arts om de uitslag te bespreken.

De radioactieve stof

U krijgt maar een heel klein beetje radioactieve stof bij dit onderzoek. De hoeveelheid straling kunt u vergelijken met het maken van een gewone röntgenfoto. U heeft daar dus verder geen last van. De ingespoten radioactieve stof gaat vanzelf uit uw lichaam, via uw nieren. Ook vormt u geen stralingsgevaar voor uw omgeving.

Mogelijke problemen

  • Heel soms kan iemand een allergische reactie krijgen. Als dat al gebeurt, is dat een hele lichte reactie.
  • Op de plek waar u geprikt bent, kan een bloeduitstorting komen. Die kans is klein. De bloeduitstorting gaat na een paar dagen vanzelf weer weg.

Contact