Plastest (uroflowmetrie)
Voorbereiding
Volle blaas
Kom met een volle blaas naar het ziekenhuis. Uw blaas is genoeg gevuld als u voelt dat u moet plassen en thuis normaal gesproken naar de wc zou gaan. Het is niet de bedoeling dat u met een overvolle blaas in het ziekenhuis komt. Spaar uw plas dus niet uren op. Maar ga ook niet thuis plassen kort voor u naar het ziekenhuis gaat.
U weet zelf het beste wanneer en om de hoeveel tijd meestal moet plassen. Hou daar rekening mee op de dag dat u op de polikliniek Urologie komt voor de plastest.
Onderzoek
U plast in een apart kamertje in een wc in de vorm van een trechter. Die is verbonden aan een meetapparaat. Voor vrouwen plaatsen we een bril op de trechter, zodat u kunt zitten. We meten met de plastest:
- hoeveel u plast
- hoe lang het duurt om uw blaas leeg te maken
- de kracht van de urinestraal
- de manier waarop u de urine uitplast
Vertel na de plastest of het plassen op de test-wc net zo ging als hoe het plassen thuis gaat.
Onderzoek bekkenbodem- en kringspieren
Soms wil de uroloog ook de spierkracht van uw bekkenbodemspieren en kringspieren meten. We plaatsen dan voor de plastest drie extra elektroden: één boven de bilnaad en twee achter op uw billen. Hiermee meten we de elektrische activiteit van uw bekkenbodem- en kringspieren. Als u daarna uitplast in de test-wc, kunnen we zien of uw spieren helemaal ontspannen zijn geweest.
Echo
De assistent meet na de plastest met een echoapparaat of u helemaal uitgeplast bent. Dit noemen we een residu-meting.
Na het onderzoek
Uitslag
De uroloog bespreekt de uitslag van het onderzoek met u tijdens uw volgende afspraak.