Verblijfskatheter

Verblijfskatheter

Als plassen niet of niet goed meer lukt, kunnen we een blaaskatheter plaatsen. Dat is een hol, buigzaam slangetje waarmee de blaas geleegd kan worden. We plaatsen dit slangetje via de plasbuis. Met een katheter moet u met verschillende dingen rekening houden. Dat leest u hieronder.

 

Een andere manier om de katheter te plaatsen, is via een sneetje in de onderbuik. Daarover leest u meer op de pagina Blaaskatheter via de buikwand.

Over de katheter

Als de blaas zich vult, kan de urine via de katheter weg uit de blaas. Aan het uiteinde van de katheter zit een ballonnetje dat gevuld wordt met water. Dit ballonnetje zorgt dat de katheter op zijn plek blijft zitten.

We plaatsen een verblijfskatheter bijvoorbeeld:

  • als het niet meer lukt om te plassen.
  • als u nog wel kunt plassen, maar niet genoeg uitplast.
  • als u incontinent bent.

Katheter vervangen

De katheter moet elke zes tot twaalf weken vervangen worden voor een nieuwe. Na hoeveel tijd precies ligt aan het soort katheter. We doen dat op de polikliniek. Soms kan ook uw huisarts of de thuiszorg dit doen. U overlegt dat met uw uroloog.

Verzorging katheter

Krijgt u voor het eerst een katheter? Dan krijgt u een doos mee met alle materialen voor de eerste twee tot drie weken. In de doos vindt u ook uitleg over hoe u de katheter moet verzorgen. En hoe u het materiaal zelf kunt bestellen. De verpleegkundige legt alles nog eens uit voordat u naar huis gaat.

Blaas legen

U kunt de blaas legen met een urineopvangzak of met een katheterventiel.

Urineopvangzak

Aan de katheter kunnen we een urineopvangzak vastmaken. Overdag is dit een kleine opvangzak (beenzak). Daar kan maximaal 500 ml in. ’s Nachts kunt u een grotere opvangzak (nachtzak) aansluiten op de beenzak.

Beenzak

  • De beenzak maken we met beenbandjes vast aan het been. Ook zijn er speciale kousen waar u de zak in kunt doen.
  • U draagt de opvangzak op uw onderbeen of bovenbeen, onder uw kleding.
  • Aan de beenzak zit een slangetje waarmee u de beenzak aan de katheter koppelt. Dit slangetje kunt u op maat knippen.
  • U voelt vanzelf wanneer de beenzak geleegd moeten worden. De zak wordt zwaarder en u voelt de bandjes trekken. Wacht dan niet te lang met legen.
  • Leeg de beenzak in de wc of in een opvangkan door het kraantje onderaan de zak open te zetten. Hierdoor loopt de zak leeg. Vergeet niet het kraantje ook weer dicht te doen.

Nachtzak

  • ’s Nachts kunt u een grotere opvangzak (nachtzak) aansluiten op de beenzak. Dat kan op het kraantje van de beenzak. Zet het kraantje van de beenzak open. Zorg dat het kraantje van de nachtzak wel dicht is.
  • De nachtzak moet lager hangen dan uw blaas, maar mag niet op de grond liggen. Gebruik een bedhanger om de zak aan de bedrand of binnenkant van een emmer te hangen.
  • Leeg ’s morgens de nachtzak in de wc. Spoel de zak daarna met kraanwater.

U mag de been- en nachtzakken maximaal zeven dagen gebruiken. De gebruikte zakken gooit u weg bij het huisvuil. Vervang de zak eerder als die stinkt of er vies uitziet.

Katheterventiel

Veel mensen met een katheter maken gebruik van een katheterventiel. Dit is een kraantje dat u aansluit op de katheter. We noemen dit ook wel flip-flow.

Hoe het werkt

  • De blaas vult zich met urine tot u het kraantje openzet. Zo blijft uw blaas eraan gewend om urine te verzamelen en vast te houden.
  • Als u tijdelijk een katheter heeft, kunt u op deze manier uw blaas blijven trainen. De blaas leert een signaal af te geven als die vol is.
  • Met een katheterventiel hoeft u overdag geen zak te gebruiken om de urine op te vangen. Dit zit prettiger dan een zak op het been. Ook valt het minder op onder uw kleding.

Wanneer geen katheterventiel

  • De blaas moet er bij een katheterventiel wel tegen kunnen om gevuld te worden met urine. Bij sommige mensen reageert de blaas te heftig als die vol loopt.
  • Als u de blaas niet kunt legen zonder hulp, kunt u beter een urineopvangzak gebruiken.

Adviezen bij een katheterventiel

  • Zorg dat de blaas niet te vol wordt. Leeg de blaas om de drie tot vier uur door het kraantje boven de wc open te zetten. Zorg dat er nooit meer dan 500 ml urine in de blaas zit.
  • Leeg de blaas ook als u voelt dat u moet plassen. Dat kan dus vaker zijn als u veel drinkt. Dan is de blaas sneller vol.
  • Tijdens het persen bij het poepen, kan soms wat urine langs de katheter lekken. U kunt de blaas dan eerst legen via het katheterventiel.
  • Voor de nacht kunt u een urineopvangzak aansluiten. U kunt ook besluiten om ook in de nacht een katheterventiel te gebruiken. Overleg dat met uw uroloog of verpleegkundige.
  • Het katheterventiel moet u één keer per week verwisselen. Werkt het katheterventiel niet goed meer? Vervang het dan eerder.
  • Het katheterventiel kunt u samen met de katheter in uw ondergoed verbergen. U kunt het ook vastmaken op uw bovenbeen met speciale pleisters en banden.

Adviezen bij een katheter

Schoon werken

De volgende regels helpen om infecties te voorkomen.

Handen wassen

Was en droog uw handen:

  • voor en na u de katheterzak leegt
  • voor en na u de urineopvangzak wisselt
  • voor en na u het katheterventiel gebruikt
  • iedere keer dat u naar de wc bent geweest

Slangetje schoonmaken

Maak het slangetje onderaan de urineopvangzak schoon en droog.

Mannen

Was elke dag de ingang van de plasbuis met lauw water. Schuif de voorhuid van de penis naar achteren. De eikel moet ook onder de voorhuid goed schoon worden gehouden. Let op: schuif de voorhuid na het wassen en drogen weer terug.

Vrouwen

Was elke dag het gebied rond de plasbuis en de vagina. Maak ook de huidplooien tussen de schaamlippen schoon. Gebruik het liefst alleen water en geen zeep. Was en droog dit gebied altijd van voren naar achteren.

Douchen

U mag met een katheter gewoon douchen of in bad. U kunt de been- of nachtzak dan aangekoppeld houden.

Genoeg drinken

Door de katheter kan de blaas eiwitvlokjes gaan aanmaken. Die zien eruit als witte vlokjes in de urine. De blaas zit ook vol met kleine bloedvaatjes. Zo’n bloedvaatje kan door de katheter makkelijk gaan bloeden. De urine wordt dan wat rood-roze van kleur. Dit is voor uw gezondheid niet erg. Wel kan de katheter verstopt raken door bloedstolseltjes. Drink daarom genoeg: minstens twee liter vocht per dag. Genoeg drinken helpt ook om een urineweginfectie te voorkomen. De blaas spoelt dan goed door en bacteriën krijgen minder kans om zich vast te zetten.

Bewegen

Als u een katheter heeft, mag u gewoon sporten. Ook zwemmen.

Vrijen

Met een katheter kunt u vrijen. Vrouwen kunnen de katheter op de buik vastplakken. Mannen kunnen die vastmaken op de penis en een condoom omdoen. Heeft u tijdens het vrijen last heeft van de katheter? Bespreek dit dan met uw uroloog.

Problemen bij een katheter

Als u een katheter heeft, kunnen de volgende problemen ontstaan:

Lekken van de urine

  • Af en toe kan urine lekken langs de katheter. Dit komst meestal door blaaskrampen of een verstopte of geknikte katheter. Controleer daarom of er geen knik in de katheter(slang) zit en of deze verstopt is.
  • Zorg dat de slang tussen de katheter en de opvangzak goed zit.
  • De opvangzak moet lager hangen dan uw blaas.
  • Houdt u last van lekken of blaaskrampen? Neem dan contact op met uw huisarts of met de polikliniek. Doe dat ook als u aandrang blijft voelen terwijl de blaas leeg is. Uw arts kan u dan medicijnen voorschrijven tegen blaaskrampen.

Losschieten urinezak

De urinezak kan soms losschieten van de katheter. Wij raden u daarom aan om uw matras te beschermen. Hiervoor zijn speciale matrasbeschermers te koop.

Verstopping van de katheter

De katheter kan verstopt raken. De urine vloeit dan niet meer af, waardoor de blaas te ver kan oprekken. Merkt u dat de katheter verstopt is? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw huisarts, wijkverpleegkundige of met de polikliniek. We proberen de katheter te spoelen met steriel water. Als dit niet genoeg helpt, brengen we een nieuwe katheter in.

Uitvallen van de katheter

Als de katheter eruit is gevallen, moeten we een nieuwe inbrengen. Overdag kunt u hiervoor contact opnemen met uw huisarts of met de polikliniek Urologie. ’s Avonds en in het weekend met de huisartsenpost.

Verliest u de katheter ’s nachts? Wacht dan tot de volgende ochtend. Tenzij u al veel aandrang heeft om te plassen. Bel de polikliniek, huisarts of huisartsenpost eerst op voordat u daarheen gaat.

Urineweginfectie

Met een katheter heeft u altijd bacteriën in de urine. Dit betekent niet dat die u altijd ziek maken. Voor urine die vies ruikt, donkere urine of vlokjes in de urine schrijven we geen antibiotica voor. Wel is het erg belangrijk dat u genoeg drinkt.

Koorts, buikpijn (blaaspijn), veel bloed in de urine of (bij oudere mensen) verwardheid kunnen tekenen zijn van een urineweginfectie. Die moeten we wel behandelen. Neem bij deze klachten contact op met uw huisarts of met de polikliniek Urologie.

Bloed in de urine

Na het wisselen van de katheter en ook later nog kan er bloed in de urine zitten. Drinkt u genoeg en blijft u toch bloed in de urine houden? Neem dan contact op met de polikliniek Urologie of buiten kantoortijden met de huisartsenpost.

Wanneer contact opnemen

Neem contact met ons op als:

  • de katheter eruit is gevallen.
  • u zich ziek voelt en pijn, koorts en buikpijn heeft.
  • de katheter verstopt zit.
  • u na het inbrengen of wisselen van de katheter blijft bloeden.
  • u bloed bij de urine heeft en dit niet minder wordt met (meer) drinken.

Contact