Inleiding van de bevalling

Inleiding van de bevalling

Je arts of verloskundige overweegt een inleiding van de bevalling wanneer dat beter is voor de baby in plaats van af te wachten tot de bevalling spontaan begint.

Bekijk video over het inleiden van de bevalling

Bekijk onderstaande filmpjes van de NVOG over het inleiden van de bevalling.

De voorbereiding

De voor- en nadelen van inleiding van de bevalling

Welke soorten inleidingen zijn er?

Er zijn verschillende methoden voor inleiding:

  • ballonkatheter
  • misoprostol tabletten
  • kunstmatig breken van de vliezen (amniotomie)
  • oxytocine (per infuus).

Deze methoden passen we apart of in combinatie toe.

Reden van inleiding

De meest voorkomende redenen voor het inleiden van de bevalling zijn:

Overtijd zijn

Wanneer je twee weken na de uitgerekende datum nog niet bevallen bent, noemt men dat ‘over tijd zijn’. De medische term is serotiniteit. In Nederland is het gebruikelijk om de bevalling in te leiden vanaf 42 weken zwangerschap. 

Langdurig gebroken vliezen

 Het breken van de vliezen kan mogelijk het begin van de bevalling zijn. Meestal komen de weeën spontaan op gang in de eerste 24-48 uur na het breken van de vliezen. Wanneer de bevalling na 48-72 uur niet spontaan op gang is gekomen, wordt er door de gynaecoloog/klinische verloskundige een datum voor een inleiding met je afgesproken. 

Groeivertraging van de baby

Wordt er tijdens de zwangerschap geconstateerd dat je baby onvoldoende groeit en gaat de conditie van de baby achteruit? Dan kan de gynaecoloog adviseren om de bevalling in te leiden. Dit kan zijn wanneer een CTG (cardiotocogram, registratie van de hartactie van de baby) niet optimaal is.

Achteruitgang van de functie van de placenta

De placenta (moederkoek) voorziet de baby van voeding en zuurstof. Door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk of diabetes (suikerziekte) kan de functie van de placenta verminderen. De gynaecoloog kan in dergelijke situaties adviseren om de bevalling in te leiden.

Hoge bloeddruk

Bij een hoge bloeddruk in de zwangerschap kunnen er complicaties bij moeder en kind optreden. De nieren en lever kunnen tijdelijk minder goed functioneren. Er kunnen ook afwijkingen in de bloedstolling ontstaan. De bloedtoevoer naar de placenta kan afnemen. Hierdoor kan bij de baby de groei achterblijven en de conditie verminderen. Wanneer je 37-42 weken zwanger bent, wordt in zulke gevallen de bevalling ingeleid. Vóór de 37 weken zwangerschap is een inleiding meestal niet nodig. Er kan dan gekozen worden voor medicatie om de bloeddruk te verlagen.

Veelgestelde vragen

Is inleiden schadelijk voor mijn baby?

De reden van inleiding is om problemen voor jou of je baby te voorkomen. Normaal zou de natuur de bevalling zelf in gang zetten. Bij het inleiden van de bevalling helpen we de natuur een handje. Het tijdstip van de bevalling wordt vervroegd. Hierbij maken we gebruik van stoffen die in een natuurlijk verloop van een bevalling ook een rol spelen.

Wat gebeurt er als er weeën zijn voordat ik ingeleid ga worden?

Dat betekent in feite dat een inleiding niet meer nodig is. Je volgt dan de richtlijnen die je gekregen hebt in verband met bevallen in het ziekenhuis of thuis. Wanneer je al in het ziekenhuis bent, wordt de bevalling daar voortgezet.

Worden veel vrouwen ingeleid?

Het is een veel voorkomende handeling; er is dan ook veel ervaring mee. We leiden alleen in als er een goede reden voor bestaat.

Is een ingeleide bevalling pijnlijker?

Er is geen reden waarom dit zo zou zijn. Ook een natuurlijke bevalling kan met pijn gepaard gaan. Een bevalling verloopt vaak wat sneller tijdens een inleiding. Vandaar dat de weeën tijdens een inleiding soms als pijnlijker ervaren kunnen worden. Het beleven van pijn is per persoon zeer verschillend. De pijn kan je draaglijker maken met de (ontspannings-)oefeningen die je tijdens een zwangerschapscursus geleerd hebt. Eventueel is pijnbestrijding mogelijk, bespreek dit met de gynaecoloog/klinisch verloskundige die je bevalling begeleidt.

Is een infuus noodzakelijk?

Dat hangt af van de methode van inleiding. Soms is het nodig als de weeën niet sterk genoeg zijn, of wanneer je geen weeën hebt. Een infuus is altijd nodig bij het gebruik van het hormoon oxytocine. Ook is een infuus nodig wanneer je epiduraal anesthesie (lokale verdoving, ‘ruggenprik’) krijgt. Een infuus blijft meestal tot kort na de bevalling aanwezig.

Wat bedoelt de arts met ‘het rijpen van de cervix’?

Normaal gesproken is de cervix (baarmoedermond) een twee tot drie centimeter lange, stugge buis, die voorkomt dat de baby te vroeg geboren wordt. Wanneer de zwangerschap aan het einde loopt (à terme is), dan wordt de cervix langzaam maar zeker steeds korter en zachter (weker) en vlakker (verstreken).  Dit heet verstrijken. Het week worden en verstrijken wordt rijpen van de cervix (ook wel ‘primen’) genoemd. Prostaglandines bevorderen de rijping. Het is van groot belang dat een cervix rijp is voordat ingeleid gaat worden, omdat anders de kans op een mislukte inleiding bestaat. Dit rijpen kan enkele uren tot enkele dagen duren.

Het primen (rijpen) van de baarmoedermond kan bevorderd worden door gebruik te maken van een ballonkatheter of met misoprostol tabletten. 

Wat is een ballonkatheter?

Een ballonkatheter is een soepel slangetje (vergelijkbaar met een blaaskatheter) dat in de baarmoedermond wordt geplaatst via de vagina. Het ballonnetje aan het uiteinde van de katheter wordt gevuld met steriel water. Door het vullen van het ballonnetje ontstaat er druk op de baarmoedermond en komen er hormonen vrij die de baarmoedermond rijp maken. Dit proces kan een gevoel van menstruatieachtige kramp geven,  maar er kunnen ook weeën ontstaan.

Voor het plaatsen van de ballonkatheter wordt  eerst een CTG (hartfilmpje) van de baby gemaakt. Het CTG duurt ongeveer 30 minuten; daarna doet de arts/klinisch verloskundige een inwendig onderzoek en brengt de ballonkatheter in. Het inbrengen van de ballonkatheter vindt plaats op bed of in een bed met beensteunen.

Soms is het nodig om gebruik te maken van een spreider (speculum) die we inbrengen in de vagina om zo de ballonkatheter te plaatsen.

  • Het inbrengen van de ballonkatheter kan onprettig aanvoelen. Als de katheter eenmaal geplaatst is, voel je hier niets meer van.
  • Na het plaatsen van de ballonkatheter wordt er nogmaals 30 minuten een CTG van de baby gemaakt.
  • Wanneer je lichaam reageert op de ballon krijg je ontsluiting. Als je drie centimeter ontsluiting hebt (gelijk aan de doorsnede van de ballon) dan heeft de katheter zijn werk gedaan en kan eruit vallen. Wanneer dit niet gebeurt, kan de ballonkatheter 24 uur blijven zitten.
  • Als de ballonkatheter eenmaal geplaatst is en het CTG afgerond is, kun je gewoon rondlopen, douchen en naar het toilet gaan. 

Mag ik naar huis met een ballonkatheter?

In principe mag je na het plaatsen van de ballonkatheter naar huis, tenzij anders met je afgesproken is door de verloskundige, arts of gynaecoloog.

Wanneer je thuis bent, is het mogelijk dat de ballonkatheter er spontaan uit valt. Dat is vaak een goed teken: op dat moment is waarschijnlijk sprake van voldoende ontsluiting, zodat de inleiding de volgende dag verder voortzet. Je hoeft bij het uitvallen van de ballonkatheter geen contact met ons op te nemen.
Redenen om wél contact op te nemen zijn:

  • regelmatige samentrekkingen (contracties),
  • vaginaal vocht- of bloedverlies,
  • minder leven,
  • andere klachten waar je op dat moment over twijfelt.

De volgende dag meld je je op de afgesproken tijd (dat zal 6:30 of 8:00 uur zijn) op de verloskamers voor het vervolg van de inleiding. Dan maken we opnieuw een CTG. Bij voldoende rijping breken we de vliezen (amniotomie). Daarna starten we meestal met oxytocine (weeënopwekker) via een infuus.

Wat is misoprostol en hoe wordt dit toegediend?

Misoprostol is een soort hormoon. Dit kan de bevalling in gang zetten,  geeft weeënactiviteit en maakt de baarmoederhals weker en zachter. Misoprostol dienen we toe in de vorm van tabletten. Dit kan zowel oraal als vaginaal. Meestal gebeurt dit in de ochtend, maar bij uitzondering ook wel in de nacht. Na het innemen van de tabletten volgt een CTG van 30 minuten om de hartactie van de baby te registreren. Daarna mag je rondlopen, douchen en naar het toilet gaan. Iedere 4 uur krijg je deze tabletten. Wanneer de baarmoedermond rijp is kan de bevalling meestal voortgezet worden door het breken van de vliezen (amniotomie) en starten we meestal met oxytocine via het infuus.

Hoe breken we jouw vliezen (amniotomie)?

Het breken van de vliezen doen we vaak in combinatie met andere methoden van inleiden (ballonkatheter, misoprostol, oxytocine). De vliezen breken we door tijdens een inwendig onderzoek met een dun pinnetje een krasje in de vliezen te maken. De druk van het vruchtwater is voldoende om de vliezen verder te openen, waardoor het vruchtwater wegloopt.

Omdat in de vliezen geen zenuwen zitten, is deze methode pijnloos. Ook kan de arts/klinisch verloskundige in deze situatie besluiten om een schedelelektrode bij de baby aan te leggen. Deze elektrode gebruiken we om de conditie van de baby in de gaten te houden.

Wat is oxytocine en hoe werkt het?

Oxytocine is een hormoon dat tijdens een spontane bevalling in verhoogde mate door moeder en kind aangemaakt wordt. Het is ook de oudst bekende stof waarmee de weeën op gang gebracht kunnen worden.  Oxytocine wordt altijd via een infuus in de bloedvaten van de moeder gebracht en bereikt via de bloedsomloop de baarmoeder. Hierdoor ontstaan weeën. Meestal wordt begonnen met een lage dosis die we geleidelijk aan verhogen.
Het voordeel van oxytocine is dat de stof snel uitwerkt wanneer het infuus stopt. Een nadeel is dat het niet altijd even effectief is en niet altijd tot het gewenste resultaat (de uiteindelijke bevalling) leidt. Tijdens de inleiding controleren we de conditie van de baby met een CTG (cardiotocografie). Hierbij observeren we de hartslag van de baby en de weeënfrequentie.  Een inleiding starten we meestal in de ochtend, maar kan als hier aanleiding voor is ook op ieder ander moment plaatsvinden.

Hoe vaak vindt een inwendig onderzoek plaats?

Met een inwendig onderzoek (vaginaal toucher) bepaalt de arts/klinisch verloskundige  welke manier van inleiden het meest geschikt is voor jou. Is uitsluitend het breken van de vliezen voldoende? Dan gebeurt dit in de verloskamer. Vaak krijg je een combinatie met een oxytocine-infuus. Daarna toucheren we regelmatig, om te bepalen hoe de ontsluiting (het opengaan van de baarmoederhals) vordert. Wanneer de arts/klinisch verloskundige vindt dat een ballonkatheter nodig is, dan plaatsen we deze tijdens een inwendig onderzoek. Als er misoprostol nodig is, dan krijg je deze tabletten om in te nemen.

De arts/klinisch verloskundige onderzoekt regelmatig (meestal na 2 tot 4 uur) de baarmoederhals opnieuw, om te zien of de interventie geholpen heeft.  Je krijgt verschillende keren inwendig onderzoek. Hoe vaak hangt onder meer af van:

  • De manier van inleiden
  • Hoe snel je weeën krijgt
  • Het verloop van de bevalling.

Hoelang duurt een inleding?

Het kan zijn dat je maar weinig hulp nodig hebt om te bevallen. Het rijpen met een ballonkatheter of misoprostol kan meer tijd kosten. Wees geduldig en stel vooral je vragen over hoe het verloopt. Verwacht niet dat je de dag na de opname al gaat bevallen. Dat is wel wenselijk, maar niet altijd mogelijk. Veel wordt nog steeds aan de natuur overgelaten, ook al helpen we de natuur een handje met de hierboven beschreven inleidingsmethoden.

Wat gebeurt er als de ballonkatheter of misoprostol niet werken?

Het inleiden met een ballonkatheter of misoprostol werkt meestal goed. Mocht het met een ballonkatheter of misoprostol toch niet gaan, dan bespreekt de arts/klinische verloskundige de alternatieven met je. Het kan dan zijn dat de arts besluit dat wachten het beste is; er volgen dan een of twee dagen rust. Als er echter een dringende medische reden voor de inleiding is, dan kan er een andere methode gekozen worden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de inleiding niet aanslaat terwijl de baby toch snel geboren moet worden; dan kan gekozen worden voor een keizersnede. Gedurende de bevalling word je geïnformeerd over je toestand en het verloop van de bevalling. Als je je ergens zorgen over maakt of als je iets niet begrijpt vraag er dan vooral naar.

Krijg ik meteen weeën?

Niet altijd. Dit hangt af van de inleidingsmethode en van de ontvankelijkheid van de baarmoeder voor de gebruikte methode. Met een ballonkatheter of met misoprostol kan het wat langer duren voordat je iets voelt. Wanneer de vliezen worden gebroken, kan alles veel sneller gaan. Soms krijg je na enkele minuten al spontaan weeën en soms pas na enkele uren. Ook kan het nodig zijn om met oxytocine de weeënactiviteit extra te stimuleren.

Hoe lang moet ik in het ziekenhuis blijven?

In het algemeen geldt dat je op de dag van inleiding wordt opgenomen en vaak kan je na de bevalling weer naar huis. Na de bevalling blijf je minimaal nog 2 uur op de afdeling. De duur van de inleiding kan variëren van enkele uren tot één à twee dagen, dat is afhankelijk van de rijpheid van de cervix. Is een keizersnede noodzakelijk, dan is de opnameduur langer.

Moet ik bij iedere volgende zwangerschap ook ingeleid worden?

Nee, dat hoeft niet per se. Elke zwangerschap is anders en dat geldt ook voor de noodzaak tot inleiden.