Groep B-streptokokken (GBS)

en zwangerschap

Groep B-streptokokken en zwangerschap

De ‘groep B-streptokok’ is een bacterie. Zwangere vrouwen hebben deze bacterie soms in de vagina. Dat kan meestal geen kwaad. Een klein aantal baby’s wordt ernstig ziek door een infectie met deze bacterie. Die infectie heet de ‘groep B-streptokokkenziekte’ (GBS-ziekte). Deze ziekte kunnen we meestal goed behandelen met een antibioticum.

 

Hoe vaak komen bij zwangeren GBS voor?

GBS komen voor bij één op de vijf volwassenen. Ze veroorzaken geen klachten. Mensen die de bacterie in hun lichaam hebben, zijn dragers. De bacteriën bevinden zich samen met andere bacteriën in de darmen. Vaak bevinden ze zich ook in de baarmoedermond of vagina. Ook dit heeft geen gevolgen. Soms veroorzaken ze een blaasontsteking. Dan zien we de bacterie als we een kweek van de urine in het laboratorium onderzoeken.

Hoeveel kans heeft een pasgeboren baby op de GBS-ziekte?

Ongeveer de helft van de vrouwen die groep B-streptokokken bij zich dragen, geeft ze tijdens de bevalling door aan hun kind. Statistisch gezien is één op de vijf zwangere vrouwen draagster. In de helft van de gevallen worden de baby’s met GBS besmet. Dat is dus een op de tien van alle pasgeboren baby’s. Die baby’s worden niet allemaal ziek: de bacteriën zitten meestal alleen op de huid of slijmvliezen van het kind. Daar wordt het kind niet ziek van. Een baby wordt pas ziek als de bacteriën het lichaam binnendringen. Dit gebeurt bij 1 op de 100 kinderen die GBS van hun moeder kregen overgedragen. Als er 1.000 kinderen worden geboren, zal volgens de statistieken daarvan dus 1 baby echt ziek worden.

Hoe wordt een kind besmet en ziek?

Kinderen kunnen al in de baarmoeder besmet worden met GBS. Het kan ook tijdens de bevalling of na de geboorte gebeuren. Een besmetting wil zeggen dat het kind in aanraking komt met de streptokokken. De bacteriën zitten op de huid en slijmvliezen. Dat is nog geen infectie. Het kind raakt pas geïnfecteerd (en ziek) als de bacteriën het lichaam binnendringen.

In de baarmoeder

Een besmetting in de baarmoeder gebeurt meestal na het breken van de vliezen. De streptokokken komen dan vanuit de vagina in de baarmoeder. Daar komen ze in het vruchtwater terecht. Het kind drinkt vruchtwater en heeft ook vruchtwater in de longen. Zo kan de baby al voor de geboorte besmet raken en ziek worden. Hoe langer verloopt tussen het breken van de vliezen en de bevalling, hoe groter de kans op besmetting. Heel soms raakt een kind in de baarmoeder besmet en geïnfecteerd zonder dat de vliezen gebroken zijn. Aanwijzingen voor een infectie zijn: hogere temperatuur bij de moeder en een snelle hartslag van de baby.

Tijdens de bevalling

Bij ongeveer de helft van de draagsters van GBS raakt het kind tijdens de bevalling besmet. Daar wordt het kind meestal niet ziek van; de bacteriën zitten dan alleen op de huid en de slijmvliezen van de baby. Ongeveer 1 procent van deze baby’s wordt wel ziek, meestal al vrij snel na de geboorte.

Na de geboorte

Bij een klein aantal baby’s treedt de infectie pas na de eerste levensweek op. Dit geldt voor een derde van alle baby’s die de GBS-ziekte krijgen. Men noemt dit een late-onset-infectie: een GBS-ziekte die laat ontstaat. Dit kan gebeuren tot drie maanden na de bevalling. Sommige baby’s zijn al tijdens de geboorte besmet, maar worden pas later ziek. Het kind kan ook na de geboorte besmet raken, bijvoorbeeld via de handen van een volwassene.

Klachten

De meeste baby’s die geïnfecteerd zijn met GBS worden op dezelfde dag ziek. Hierbij passen de volgende symptomen:

  • Het kind ademt vaak zacht kreunend of snel en oppervlakkig. Soms houdt het ademen even op.
  • De kleur van de huid is niet mooi roze, maar grauw, blauw of bleek.
  • Het kind kan slap aanvoelen en suf zijn.
  • Soms reageert de baby erg sterk op prikkels, zoals aanraking, en ontstaan er stuipen (convulsies).

Eerste signalen

Het zacht kreunende geluid is een belangrijk eerste waarschuwingssignaal. Ook de snelle ademhaling of een afwijkende kleur kunnen de aandacht trekken. Voedingsproblemen, zoals spugen of niet willen drinken, koorts of juist ondertemperatuur, zijn soms ook een teken van de GBS-ziekte.

Ernstig verloop

De ziekte kan ernstig verlopen door ontstekingen, bijvoorbeeld:

  • longontsteking (pneumonie),
  • bloedinfectie (sepsis)
  • hersenvliesontsteking (meningitis).

Sommige kinderen krijgen meer ontstekingen tegelijkertijd. Hersenvliesontsteking zien we vaker bij kinderen die wat later na de geboorte ziek worden. De ziekte kan zich snel ontwikkelen, soms binnen enkele uren. Daarom komt medische hulp soms te laat. Het komt zelfs voor dat de ziekte slecht afloopt, terwijl de behandeling wel snel was gestart. Ongeveer 5 op de 100 kinderen met de GBS-ziekte overlijdt aan de infectie.

Welke baby’s hebben meer kans om ziek te worden?

Een GBS-infectie komt nogal eens ‘uit de lucht vallen’. Tijdens de zwangerschap of de bevalling zien we dan geen aanwijzingen voor deze ziekte, en toch gebeurt het dan ineens. Soms weten we van tevoren dat de baby een verhoogde kans heeft op de GBS-ziekte. Dat zijn de risicofactoren:

  • Een vroeggeboorte (zwangerschapsduur minder dan 37 weken).
  • Langdurig gebroken vliezen (langer dan 18 tot 24 uur).
  • Temperatuurverhoging van de moeder tijdens de bevalling (>38º C, rectaal).
  • Een blaasontsteking door GBS bij de moeder tijdens de zwangerschap.
  • Een eerder kind met de GBS-ziekte.

Onderzoek

  • Onderzoek naar GBS doen we in Nederland niet standaard bij elke zwangere. GBS komt immers maar bij één op de vijf zwangeren voor en heeft zelden gevolgen.
  • Soms is het wel verstandig om onderzoek te doen, bijvoorbeeld als een zwangere in het ziekenhuis is opgenomen vanwege voortijdige weeën of te vroeg gebroken vliezen.
  • De GBS kunnen we dan aantonen met een kweek. De verpleegkundige strijkt daarvoor met een wattenstokje langs de ingang van de schede en in de endeldarm. Zo haalt ze wat materiaal weg.
  • Dit materiaal onderzoeken we in het laboratorium. De uitslag laat meestal twee tot drie dagen op zich wachten.
  • Testen die een snellere uitslag geven, noemen we ‘sneltests’. Deze sneltests zijn vaak nog onvoldoende betrouwbaar.

GBS voorkomen

Er zijn verschillende manieren om de GBS-ziekte bij pasgeborenen te voorkomen. Het lastige is dat de methoden die goed werken ook veel nadelen hebben. Een manier is bijvoorbeeld om zwangere vrouwen antibiotica te geven. Dit voorkomt veel gevallen van de GBS-ziekte, maar verhoogt het risico op allergische reacties op de antibiotica en verhoogt de ongevoeligheid (resistentie ) van bacteriën voor de antibiotica. Bij resistentie gaat het vaak om andere bacteriën dan GBS, maar dit kan wel leiden tot andere ernstige problemen.

Factoren die rol spelen

We kunnen op verschillende manieren GBS te voorkomen. Welke methode kiezen we? Hierbij speelt een aantal factoren een rol, zoals:

  • de kosten;
  • de mate waarin de GBS-ziekte voorkomt;
  • de praktische haalbaarheid om een preventieve methode uit te voeren in de verloskundige zorg.

Er is niet één strategie die voor ieder land de beste is. In ieder land gelden weer andere factoren waar rekening mee wordt gehouden.

Preventie in Nederland

In Nederland letten we op de hierboven genoemde risicofactoren en streven we ernaar om het preventieve gebruik van antibiotica zo laag mogelijk te houden. Zodoende is het helaas niet altijd mogelijk de GBS-ziekte bij baby’s te voorkomen. De arts kan wel voorzorgsmaatregelen nemen bij kinderen die een verhoogde kans hebben om ziek te worden.

Antibiotica

Sommige vrouwen krijgen al tijdens de bevalling een antibioticum. Daarvoor zijn verschillende redenen:

  • koorts tijdens de bevalling;
  • een eerder kind dat de GBS-ziekte heeft gehad;
  • een blaasontsteking met GBS tijdens de zwangerschap;
  • als bij een dreigende vroeggeboorte of langdurig gebroken vliezen de kweek aangeeft dat sprake is van GBS.

Soms krijgt ook de baby na de geboorte antibiotica, bijvoorbeeld als de moeder koorts had tijdens de bevalling. In andere situaties houden we de baby de eerste 48 uur extra in de gaten, waarvoor het de eerste 12 tot 24 uur in het ziekenhuis moet blijven. Het gebeurt maar zelden dat de moeder na de bevalling een antibioticum nodig heeft.

GBS voor de zwangerschap

Een enkele keer is vóór de zwangerschap al duidelijk dat een vrouw GBS heeft, bijvoorbeeld als we de bacterie tegenkomen in een kweek die we maken omdat de vrouw afscheiding heeft. Dit heeft geen gevolgen voor het beleid rond de bevalling. We behandelen de vrouw wel preventief als ook andere risicofactoren aanwezig zijn, zoals:

  • vroeggeboorte,
  • koorts tijdens de bevalling;
  • vliezen die langdurig zijn gebroken.

In de toekomst is het misschien mogelijk om zwangeren of vrouwen die zwanger willen worden te vaccineren tegen GBS. Een werkzaam vaccin is nu nog niet verkrijgbaar.

 

Veel van de informatie op deze pagina is afkomstig van de NVOG. Meer informatie vind je op hun website, rubriek voorlichting.

Contact