Fingerfeeden (vingervoeden)
Fingerfeeden of vingervoeden is het (bij)voeden met de vinger als er (nog) geen of weinig borstvoeding kan worden gegeven. Het is een alternatieve manier van voeden van je baby.
Deze alternatieve manier van voeden van je baby kunnen we toepassen als het aanleggen nog niet lukt of als de baby nog niet voldoende voeding uit de borst haalt. We kiezen voor vingervoeden om de kans zo klein mogelijk te houden dat de baby in de war raakt door verschillende drinktechnieken. Vingervoeden doen we in Tergooi MC bij baby’s die geboren worden na 36 weken zwangerschap. Wanneer de bijvoeding meer wordt dan 40 ml, evalueren we of het zinvol is hiermee door te gaan of dat we toch voor een fles te kiezen.
Vingervoeden: zo doe je het
Bij vingervoeden neemt de baby zelf het initiatief om voeding binnen te krijgen. Dat is een belangrijk verschil met voeden met de fles. Op geleide van het zuigen krijgt de baby meer of minder voeding naar binnen.
Wanneer moet je vingervoeden?
Vingervoeden is een zeer geschikt om een periode van vier tot zes dagen te overbruggen. De baby wordt getraind in het zuigen en doordrinken. Het blijft echter belangrijk om regelmatig de baby aan te leggen. Ondertussen kun je met kolven de melkproductie stimuleren en onderhouden. We raden je aan dit 7 tot 8 keer per dag te doen. De afgekolfde melk geef je dan door middel van vingervoeden. De lactatiekundige of de verpleegkundige van de afdeling overlegt dit met je. De kraamverzorgende of verloskundige helpt je ook op weg met de borstvoeding en het aanleggen van de baby aan de borst.
Waar moet je op letten?
Hoe werkt vingervoeden?
- Zet van tevoren alles klaar: de afgekolfde voeding of de voorgeschreven hoeveelheid kunstvoeding en een 20 milliliter spuit.
- Leg de baby half rechtop op schoot (op een kussen) voor je neer.
- Zuig de voeding op met de spuit.
- Laat een beetje melk in het mondje van de baby vloeien om hem gretig te maken.
- Strijk zachtjes met je vinger over de bovenlip of over de wang richting het mondje. Dit stimuleert de baby om ‘een grote hap’ te maken.
- Als je baby de mond opendoet, laat je zoon of dochter dan je vinger, met het nagelbed naar beneden, naar binnen zuigen tot halverwege het eerste en tweede kootje. Zorg dat je nagel nergens in het mondje tegenaan schraapt.
- Schuif de tip van de spuit zijdelings langs de vinger in het mondje en druk de spuit langzaam leeg op geleide van het zuigen van de baby. Dit moet in een ritmisch tempo en op initiatief van het zuigen van je baby gebeuren.
- Neem er de tijd voor; als je baby tussendoor even rust, stop dan ook even met bijspuiten.
- Gemiddeld spuit je per zuigbeweging ongeveer éénderde milliliter (0,3 ml.).
- Na de voeding kun je de spuit schoonspoelen met warm water, droog schudden en in een katoenen luier wikkelen voor het volgende gebruik. In verband met de hygiëne raden we je aan na 24 uur een nieuwe spuit te gebruiken.
Hoeveel geeft je aan de baby?
De bovengenoemde hoeveelheden zijn een leidraad. Is de baby drie dagen oud en erg hongerig? Dan kan het verstandig zijn om 40 milliliter te geven. Is de baby na 20 milliliter tevreden? Dan is dat ook voldoende. Om de melkproductie op gang te brengen, kolf je bij voorkeur vooral de eerste twee weken met een professionele kolf. Deze kun je huren. De Medela Symphony Plus is hiervoor het meest geschikt.
Het blijft belangrijk de baby contact te laten houden met de borst, zodat je zoon of dochter dit blijft associëren met voeding. Nogmaals, vingervoeden is een tijdelijke alternatieve manier om je kind te voeden. Uitgangspunt blijft dat je baby zo snel mogelijk direct zonder hulpmiddelen goed uit de borst drinkt. Lukt dit echter in eerste instantie (nog) niet, dan kun je ook altijd een beroep doen op de lactatiekundige of verpleegkundige van de afdeling Verloskunde of de Kinderafdeling. Ben je thuis? Neem dan contact op met een lactatiekundige. Je vindt een lactatiekundige in de buurt via de website van de Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen.