Businesscase

GEM-zorgpad

Tijdsinvestering

Hoeveel werk het GEM-team heeft, is afhankelijk van het aantal patiënten dat gezien wordt en verschilt dus per ziekenhuis. Op grond van cijfers van een vorig jaar kun je inschatten hoeveel 70-plussers zich melden op de SEH. Vervolgens kun je steekproefsgewijs kijken welk percentage daarvan in de praktijk voldoet aan de GEM-criteria. Maak daarna een inschatting van de tijd die de SEH-verpleegkundige, geriater, vs/a(n)ios Geriatrie, transferverpleegkundige, apothekersassistente en de ziekenhuisapotheker nodig hebben. Deze getallen betreffen alleen de feitelijke patiëntgebonden tijd. Tel hier voor de projectleiding (geriater, vs en projectleider) een surplus bij op. Zij hebben ook een aantal uur per week nodig voor projectmanagement, zelfontwikkeling en het geven van scholing.

 

TIP Doe een pilot en houd dan de tijdsinvestering van iedereen goed bij, zodat op grond daarvan een juiste berekening kan worden gemaakt.

 

Het aantal fte’s van het GEM-team

De meeste kwetsbare ouderen komen tussen 08.00 en 20.00 uur op de SEH. Je kan dat nagaan voor je eigen ziekenhuis. De omvang van het GEM-team in fte’s moet worden ingeschat en kan worden gestaafd door de bevindingen van de pilot. In Tergooi MC is van elk GEM-teamlid ingeschat hoeveel tijd ze kwijt waren. Bijvoorbeeld in het geval van de SEH-verpleegkundige schat je in hoeveel tijd nodig is voor het invullen van de GEM-vragen en het bellen met de vs/a(n)ios. Middel hierbij tussen een gunstige situatie waarin de patiënt en naaste vlot en adequaat antwoord geeft, en een ongunstige situatie, waarbij de patiënt en naaste lang van stof zijn en weinig concreet. Neem ook mee dat de vs/a(n)ios niet altijd direct de telefoon opneemt. Ook maak je een inschatting van het aantal patiënten aan wie de GEM-vragen moet worden gesteld en hoe vaak er sprake is van een ongunstige, gemiddelde of gunstige situatie. Dergelijke stappen moeten worden gedaan voor alle GEM-teamleden. Vergeet daarbij niet de administratie en het schrijven van de overdracht. Houd er rekening mee dat de patiëntenstroom in de acute zorgketen niet te plannen is en derhalve niet stabiel. Soms zijn er heel veel patiënten en soms zo weinig dat niemand wat te doen heeft. Het NVZ-rapport, benoemt dat op blz. 14: ‘De fysieke en personele infrastructuur en capaciteit moet op orde en beschikbaar zijn, ongeacht het aantal patiënten.’ In welke mate je dit vindt gelden voor een GEM-team zal per ziekenhuis moeten worden bekeken.

Financiering

Het GEM-zorgpad werkt over de grenzen van de specialismen heen, waardoor de financiële impact vakgroepoverstijgend is. Voor het GEM-team is een uitbreiding van het budget van een aantal vakgroepen nodig in verband met extra formatie. In welke mate deze extra kosten te bekostigen zijn uit de besparing van het aantal verpleegdagen en het lagere aantal herpresentaties verschilt per ziekenhuis. Daarnaast heeft het zorgpad twee effecten op de omzet:

  • De ambulante productie van de geriatrie stijgt door de toename van medebehandelingen op de SEH.
  • De klinische productie van onder meer de snijdende vakken daalt door ligduurverkorting en de uitplaatsingen vanaf de SEH.

Er is extra budget nodig voor de financiering van de GEM-teamleden. Anderzijds zijn er extra inkomsten en productie voor de geriatrie door de toename in medebehandeling. En er is minder productie met name voor de snijdende vakken. Tergooi MC heeft ervoor gekozen om dit op te lossen door de effecten op de kosten, baten en productie op ziekenhuisniveau uit te smeren over alle vakgroepen door een herallocatieconstructie. Per saldo blijven de omzet en kosten daarmee voor het ziekenhuis constant en zijn onwenselijke effecten op individuele vakgroepen geminimaliseerd doordat het volledige ziekenhuis het zorgpad mogelijk maakt. Het gaat immers om de kwetsbare ouderen van alle specialismen.

Eerste resultaten pilotfase GEM-team in Tergooi MC

In de pilotfase werd van elke GEM-medebehandeling op de SEH ingeschat hoeveel impact deze had op het behandelplan. Vooraf werden voorbeelden verzameld om de inschatting objectief te kunnen duiden.

De pilot liep gedurende 16 weken tussen 9:00 en 16:00 uur op werkdagen. 235 patiënten werden gezien. Bij een kwart was de medebehandeling van beperkte invloed op het behandelplan: denk aan preventieve maatregelen voor delier en valpreventieve maatregelen voor opname, het voormalige VMS-consult. Bij de helft van de groep ouderen was de impact duidelijk zichtbaar: denk aan medicatieadviezen, een medebehandelingstraject starten of een poliklinische doorverwijzing. Voor het overige kwart patiënten was de medebehandeling significant: een nieuwe diagnose werd gevonden, waardoor het behandeltraject veranderde (denk aan opname CCU in plaats van op de trauma-unit), overname hoofdbehandelaarschap door een ander specialisme of voorkomen opname in het ziekenhuis zonder medische indicatie. Ook werd een daling gezien van het aantal herpresentaties op de SEH. Daarnaast daalde dus het aantal opgenomen patiënten zonder medische behandelindicatie gezien de uitplaatsingen van af de SEH. En de patiënten die wel werden opgenomen, hadden een kortere gemiddelde ligduur vergeleken met voorgaande jaren.