Frozen shoulder

(stijve schouder)

Frozen shoulder

Bij een stijve schouder of ’frozen shoulder’ is sprake van een vorm van gewrichtsontsteking in de schouder. Deze ontsteking zorgt ervoor dat het gewrichtskapsel dat het gewricht omsluit, verschrompelt en verdikt. Hierdoor kan de schouder niet meer, of niet pijnloos, alle bewegingen maken. De aandoening komt het meest voor bij vrouwen boven de 40.

Oorzaak

De oorzaak van een frozen shoulder is niet bekend, maar kan ontstaan na bijvoorbeeld een schouderoperatie of een blessure. Het gewrichtskapsel kan zich namelijk door een soort littekenreactie samentrekken. Als de schouder om een andere reden een tijd niet optimaal gebruikt is, kan ook een stijve schouder ontstaan. Hierbij heeft de stijfheid een andere oorzaak: dit is dus geen frozen shoulder.

Iedereen kan een frozen shoulder krijgen. Maar het is bekend dat bepaalde aandoeningen de kans erop vergroten. Diabetes (suikerziekte) bijvoorbeeld. Ongeveer tien tot twintig procent van de mensen met diabetes krijgt gedurende het leven een keer last van een frozen shoulder. Ook duurt de aandoening bij patiënten met diabetes meestal langer. Bovendien hebben behandelingen bij deze mensen een minder voorspelbaar effect.

Verder is de kans groter bij:

  • een te snel of te langzaam werkende schildklier
  • de ziekte van Parkinson
  • bepaalde hart- en vaatziekten (zoals een hersenbloeding)
  • een doorgemaakte frozen shoulder in de andere schouder

Klachten

Met een frozen shoulder kunt u de volgende klachten ervaren:

  • Het lukt u met uw schouder niet meer om, of niet pijnloos, alle bewegingen maken.
  • Voorwaarts optillen, zijwaarts heffen en/of naar achter draaien gaat moeilijk.
  • Zeurende of stekende pijn. De pijn kan de hele tijd aanwezig zijn of af en toe (vooral ’s nachts).
  • U voelt de pijn vaak diep in de schouder of aan de buitenkant van de bovenarm. Vooral bij activiteiten als aan- en uitkleden, als u iets uit een hoge kast wilt pakken en bij autorijden.

3 fasen frozen shoulder

Het beloop van de frozen shoulder bestaat uit drie fasen:

  • Fase 1 is de ‘verstijvende’ fase, die zes weken tot maximaal negen maanden kan duren. De pijn neemt geleidelijk toe en tegelijkertijd neemt de beweeglijkheid af.
  • Fase 2 heet de ‘frozen’ of ‘bevroren’ fase. De pijn neemt langzaam af, maar de stijfheid blijft. Deze fase kan tussen de vier en negen maanden duren.
  • Fase 3 is de laatste fase, de ‘ontdooiend’ fase. De pijn verdwijnt naar de achtergrond, u kunt zich weer (zo goed als) normaal bewegen. Deze fase duurt tussen de vijf maanden en twee jaar.

Ongeveer één op de twintig mensen met een frozen shoulder houdt ook na de laatste fase langere tijd een pijnlijke en stijve schouder.

Onderzoek

Aan de hand van het verhaal van de patiënt en lichamelijk onderzoek kunnen we een frozen shoulder vaststellen. Extra onderzoek is soms noodzakelijk om eventuele andere afwijkingen van de schouder uit te sluiten.

Behandeling

De frozen shoulder is moeilijk behandelbaar. Een onjuiste aanpak kan het toch al langdurige genezingsproces vertragen of de aandoening verergeren. Wel zijn er een aantal behandelmogelijkheden:

Bewegen binnen de pijngrens

Het beste advies is: beweeg uw arm en schouder binnen de pijngrens. Zoals het overzicht van de drie fasen laat zien, herstelt de frozen shoulder dan meestal vanzelf. Dit neemt wel enige tijd in beslag: van tien maanden tot meer dan drie jaar. Pijnbestrijding en fysiotherapie kunnen het herstel positief beïnvloeden.

Pijnbestrijding

De pijnbestrijding bestaat meestal uit ontstekingsremmende medicijnen, zoals ibuprofen of naproxen. Ook injecties met corticosteroïden in het gewrichtskapsel kunnen verlichting geven. Helpen deze middelen niet voldoende, dan kan behandeling door een pijnspecialist soms nodig zijn.

Fysiotherapie

In de eerste ziektefase is het belangrijk de pijn te verminderen. Het is onverstandig de schouder door de pijngrens heen te bewegen of te laten bewegen. Wel kunt u leren hoe u de overgebleven beweeglijkheid optimaal benut, maar de bewegingen mogen geen sterke (na)pijn geven. Hetzelfde advies geldt voor de tweede fase. In de derde fase kunt u de beweeglijkheid in uw schouder uitbreiden, langzaam en gedoseerd. In deze fase blijken veel mensen de begeleiding door een fysiotherapeut als steunend te ervaren, vooral om de controle over de beweging en de spierkracht weer op te bouwen.

Operatie

Een operatie behoort niet tot de standaard behandeling. Pas als de pijnstilling en therapie niet het gewenste effect hebben, kunnen we een operatie overwegen. We informeren u over de mogelijkheden. Houdt u er rekening mee dat u de eerste zes weken na de operatie niet alle bewegingen kunt maken met uw schouder zoals u gewend was. Na de operatie krijgt u fysiotherapie om verstijving te voorkomen. Wanneer het kapsel toch verstijft na de operatie, duurt het herstel en revalidatietraject langer. Het kapsel moet dan worden opgerekt door de fysiotherapeut.