Hoog cholesterol

Hoog cholesterol

Een hoog cholesterol maakt de kans op hart- en vaatziekten groter. Als cholesterol zich ophoopt, kunnen uw bloedvaten langzaam dichtslibben. Niet alle soorten cholesterol zijn slecht voor u. Ons lichaam heeft ook cholesterol nodig.

 

Klachten

In het dagelijks leven merkt u niets van hoog cholesterol. Dat is ook het gevaarlijke ervan. Sommige dingen aan uw uiterlijk kunnen wel wijzen op een hoog cholesterol:

  • een witgele ring rond de iris voor een leeftijd van 45 jaar. De iris is het gekleurde deel van het oog.
  • gelige bobbeltjes rond de oogleden.
  • verdikkingen op de achillespees of de pezen van de handen, ellebogen of voeten.

Slagaderverkalking

Een hoog cholesterol kan zorgen dat de slagaders steeds nauwer worden. Dat noemen we slagaderverkalking. De meeste hart- en vaatziekten komen door slagaderverkalking.

Gevolgen van slagaderverkalking

Cholesteroldeeltjes en andere vetachtige stoffen blijven kleven op beschadigde plekken in de wanden van de slagaders. Zo ontstaat een verdikking. Langs een verdikking kan minder bloed stromen. Organen (zoals het hart of de hersenen) krijgen hierdoor minder zuurstof. Een verdikking kan ook scheuren. Dan ontstaat er een bloedprop. Die kan het bloedvat direct afsluiten verderop blijven steken. De bloedtoevoer wordt zo helemaal afgesloten. Het weefsel erachter krijgt geen zuurstof meer en sterft af.

Het ligt aan welk bloedvat wordt afgesloten wat de gevolgen zijn. Slagaderverkalking kan zorgen voor:

Hoe hoger het cholesterolgehalte, hoe groter de kans op een hartinfarct, beroerte of andere gevolgen.

Oorzaken

Het lichaam gebruikt cholesterol als bouwsteen voor cellen en hormonen en voor de aanmaak van gal. Cholesteroldeeltjes worden via het bloed vervoerd. Een klein deel van het cholesterol krijgt u binnen via het eten. Het meeste cholesterol wordt aangemaakt in de lever. Normaal gesproken wordt hier precies genoeg cholesterol aangemaakt.

Soms raakt het systeem uit balans. Dan wordt te veel cholesterol aangemaakt of gaat er te weinig cholesterol uit het bloed. Dit kan komen door bijvoorbeeld erfelijke aanleg of veel verzadigd vet in wat u eet.

Vetten in voeding

Vetten zijn er in verschillende soorten:

  • slechte vetten: verzadigde vetten en transvetten
  • goede vetten: onverzadigde vetten

Verzadigd vet en transvet is niet goed voor uw cholesterol. Vervang deze vetten in uw voeding daarom zo veel mogelijk door onverzadigde vetten.

Overgewicht

Bij overgewicht veranderen de stofwisselingsprocessen in het lichaam. Vooral bij veel buikvet neemt het cholesterol toe. Het gaat daarbij vooral om het slechte cholesterol. Het goede cholesterol wordt juist lager.

Erfelijkheid

In sommige families komt hoog cholesterol voor. Soms al op jonge leeftijd. Dit kan wijzen op erfelijk hoog cholesterol. De vorm die het meest voorkomt, is Familiaire Hypercholesterolemie (FH). Bij erfelijk verhoogd cholesterol is het erg belangrijk om gezond te leven. Maar vaak helpt dit niet genoeg. Meestal zijn medicijnen nodig om het cholesterol te verlagen.

Diabetes

Bij mensen met diabetes maakt de alvleesklier te weinig of geen insuline aan. Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat er minder suiker (glucose) en vetten worden aangemaakt. Als de aanmaak van insuline niet goed gaat, heeft dit invloed op het cholesterol.

Bij een goede behandeling van diabetes kan het cholesterol verbeteren. Vooral voor mensen die diabetes type 1 hebben. Bij mensen met diabetes type 2 werkt dit minder. Zij blijven vaker hoge waarden houden, ook als hun suikergehalte onder controle is.

Roken

Roken heeft geen goede invloed op het cholesterol. Roken zorgt dat vetten in het bloed niet goed in verhouding zijn. Het kan bijvoorbeeld het goede cholesterol verlagen. En de vorm, werking en de beschermende eigenschappen van dit type cholesterol veranderen.

Langzaam werkende schildklier

Een langzaam werkende schildklier zorgt voor een hoger totaal cholesterol. Ook het slechte cholesterol neemt toe. Dat komt omdat de lever minder van het slechte cholesterol afbreekt.

Onderzoek

Cholesterol meten

Van een hoog cholesterol voelt u niets. Daarom is het belangrijk om uw cholesterol te laten meten. Bij het meten van uw cholesterol meten we meerdere stofjes: LDL-cholesterol, HDL-cholesterol en bepaalde vetdeeltjes (triglyceriden). Uit de test komen een aantal waarden. Welke waarde normaal is, ligt aan de totale kans op een hart- of vaatziekte.

Totaal cholesterol

  • gewenst: lager dan 5,0 mmol/l
  • sterk verhoogd: boven de 8,0 mmol/l

LDL: slecht cholesterol

LDL-cholesterol is het slechte cholesterol. Dat komt omdat er bij een hoog LDL-cholesterol meer kans is op vernauwingen in de slagaders. De LDL-deeltjes hopen zich op in de bloedvaten. Dit gebeurt sneller als de wand van het bloedvat beschadigd is.

Hoe lager het LDL-cholesterol is, hoe beter. De streefwaardes verschillen per persoon. Dit heeft te maken met de kans op hart- en vaatziekten. Een LDL-cholesterol onder de 3,0 mmol/l is meestal goed. Voor mensen met meer kans op hart- en vaatziekten is de streefwaarde voor LDL-cholesterol lager:

  • lager dan 2,6 mmol/l bij mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten
  • lager dan 1,8 mmol/l bij mensen met hart- en vaatziekten die jonger zijn dan 70 jaar

HDL: goed cholesterol

Het HDL-cholesterol is het goede cholesterol. Dit beschermt namelijk tegen hart- en vaatziekten. Het helpt bij het opruimen van het cholesterol uit het bloed. De HDL-deeltjes zorgen dat te veel aan cholesterol naar de lever gaat. De lever breekt het af.

Een streefwaarde is er niet. Maar een hogere waarde geeft mogelijk minder kans op hart- en vaatziekten. Dit geldt voor HDL-waarden:

  • hoger dan 1,0 mmol/l bij mannen
  • hoger dan 1,2 mmol/l bij vrouwen

Triglyceriden

Een ander belangrijk type vet zijn triglyceriden. De vetten in eten bestaan vooral uit triglyceriden. Na een maaltijd met veel vet gaan de waardes van triglyceriden in het bloed dan ook kort omhoog. Het lichaam gebruikt ze als energiebron. Na het eten dalen ze meestal weer.

Hoge waarden van triglyceriden zorgen dat slagaderverkalking ontstaat. Maar het effect is minder duidelijk dan bij LDL-cholesterol. Gezond eten helpt vaak al om de hoeveelheid triglyceriden te verlagen.

Ook voor triglyceriden geldt geen streefwaarde. Een waarde lager dan 1,7 mmol/l wijst op een lager risico op hart- en vaatziekten.

Hoe meten

U meet uw cholesterolgehalte met een bloedtest. U kunt dit via de huisarts doen of thuis met een zelftest. Via de huisarts is het meest betrouwbaar.

Via de huisarts

Via de huisarts krijgt u een verwijzing om bloed te laten prikken. U hoort of u daarvoor wel of niet mag eten of drinken. Na het bloedprikken krijgt de arts na ongeveer drie dagen de uitslag. Meestal maakt u dan een (bel)afspraak om de uitslag te bespreken.

Zelf testen

Een zelftest is te koop bij de drogist of apotheek. U moet dan een druppel bloed op een speciaal stripje laten vallen. U krijgt de uitslag meteen. De zelftest geeft u een indruk van het cholesterolgehalte in het bloed. Een nadeel is dat u meestal alleen de totale cholesterolwaarde meet. De test zegt niets over goed of slecht cholesterol. Een arts kijkt bovendien ook naar andere factoren voor hart- en vaatziekten.

Behandeling

De behandeling van hoog cholesterol bestaat uit adviezen om gezonder te leven. Soms krijgt u ook medicijnen om uw cholesterol te verlagen. En daarmee de kans op hart- of vaatziekten.

Gezond leven

Door gezond te leven verlaagt u uw cholesterol. Ook voorkomt u overgewicht en een hoge bloedruk.

  • gezond eten: gebruik minder verzadigd vet
  • afvallen bij overgewicht: vooral buikvet verhoogt het cholesterol
  • genoeg bewegen: minimaal 2,5 uur per week
  • stoppen met roken

Medicijnen

U krijgt vaak medicijnen als het totaal cholesterolgehalte boven de 8 mmol/l is. Of als u een erfelijke vorm van hoog cholesterol heeft. In andere gevallen krijgt u bij een hoog cholesterol niet altijd medicijnen. Uw huisarts wil dan eerst weten wat uw risico op hart- en vaatziekten is. Dan geldt:

  • bij een hoog of zeer hoog risico zijn vaak medicijnen nodig
  • bij een laag risico is het meestal genoeg om gezonder te gaan leven

Wanneer hoog risico

Uw risico is hoog als u naast een hoog slecht cholesterol al een hart- of vaatziekte heeft. Of bijvoorbeeld diabetes. Ook andere risicofactoren spelen een rol. Denk aan roken, een hoge bloeddruk of overgewicht. Daarnaast telt uw leeftijd en geslacht mee. En of hart- en vaatziekten in de familie voorkomen. De huisarts kijkt dus naar het totale plaatje.

 

Deze informatie is tot stand gekomen met dank aan de Hartstichting. De meest recente informatie over een hoog cholesterol leest u op de website van de Hartstichting

Contact