Beademen in buikligging
Door een patiënt te beademen, proberen we voldoende zuurstof naar de longen te krijgen. Soms lukt dit niet genoeg als iemand op zijn rug ligt. Dan kan het helpen om de patiënt op de buik te leggen. Hierdoor worden andere delen van de longen gebruikt bij het ademen. Zo kan zuurstof beter worden opgenomen in het bloed.
De gespecialiseerde medisch specialist op de afdeling Intensive Care (de intensivist) besluit of beademen in buikligging nodig is. Hij of zij overlegt dit met u als patiënt of familie. Meestal kunt u uw naaste nog bezoeken voor de behandeling start. Het kan ook gebeuren dat de beademing in buikligging direct moet starten.
Voor de behandeling
Het beademen in buikligging gebeurt meestal in het bed op de Intensive Care. In sommige gevallen bestellen we een speciaal bed. Dit bed vormt zich helemaal naar het lichaam. Er blaast voortdurend lucht doorheen. Voor patiënten voelt het of ze op water drijven. De patiënt krijgt zo geen drukplekken. In buikligging is daar namelijk meer kans op.
Als de patiënt op de buik wordt gelegd, ligt het gezicht naar beneden. We kunnen de ogen en lippen dan niet extra verzorgen. Daarom smeren we de ogen en lippen voor de behandeling in met vaseline. De ogen dekken we af, zodat ze niet uitdrogen.
Om te kunnen beademen in buikligging, brengen we iemand eerst nog dieper in slaap.
Tijdens de behandeling
De patiënt merkt door de slaapmedicijnen zelf niet of bijna niet dat hij anders ligt. De verpleegkundige zorgt tijdens de behandeling:
- dat iemand goed ligt
- dat er zo min mogelijk drukplekken ontstaan (doorliggen)
- dat de patiënt schoon blijft
- dat slijm weggehaald wordt uit de mond en longen
Het kan lijken of uw naaste het benauwd heeft, omdat het gezicht naar beneden ligt. Dit is niet zo. Via de mond is een buisje in de luchtpijp ingebracht. Via dit buisje wordt de patiënt beademd door de beademingsmachine.
U kunt gewoon op bezoek blijven komen. U kunt alleen het gezicht van uw naaste niet zien en geen oogcontact maken.
Wel of niet terugdraaien
De intensivist beoordeelt regelmatig of het nog nodig is dat de patiënt op de buik ligt. Dat kan alleen door de patiënt weer op de rug te draaien. We kijken dan of het ademen op de rug weer goed genoeg gaat. Zo niet, dan draaien we de patiënt terug naar de buik. Dit blijven we doen tot de longen goed genoeg werken om op de rug te blijven liggen.
Na de behandeling
Na de behandeling in buikligging kunnen de ogen en het gezicht opgezwollen zijn. Dat komt omdat de druk op het gezicht een tijdje anders is geweest dan normaal. De zwellingen trekken weer weg als uw naaste een tijdje op de rug ligt. Ook kunnen er drukplekken op het neusbeen of in het gezicht te zien zijn.
In overleg met de verpleegkundige kunt u uw bezoektijden aanpassen. We adviseren u om vooral op bezoek te komen als uw naaste weer op de rug ligt.