Glaucoom
Glaucoom is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk verloren gaan. Deze oogzenuwvezels leiden het beeld dat door het oog wordt gevormd naar de hersenen, waar iemand zich bewust wordt van wat het oog ziet.
Door het verloren gaan van oogzenuwvezels ontstaan blinde vlekken (gezichtsvelddefecten) in het beeld. Als er verlies van oogzenuwvezels optreedt, kan de oogarts dat zien omdat de oogzenuw er geleidelijk anders gaat uitzien (de oogzenuw wordt uitgehold: ’geëxcaveerd’). Als de ziekte niet of onvoldoende wordt behandeld, zal de gezichtsvelduitval toenemen en kan in een laat stadium ook het scherpe zien worden aangetast.
Syndroom van Charles Bonnet (pseudohallucinaties)
Patiënten die om wat voor reden dan ook minder goed zien, zien soms personen of zaken die er niet zijn: ‘er zitten plots mensen in de kamer’. De patiënt is zich ervan bewust, dat wat hij/zij ziet niet echt is, maar durft dit vaak niet aan de omgeving of oogarts te vertellen; de patiënt denkt namelijk dat dit een teken van dementie of een ander hersenprobleem is.
Deze pseudohallucinaties (dus geen echte hallucinaties) zijn echter een bekend en veel voorkomend verschijnsel: de hersenen gaan bij gebrek aan scherpe beelden via het oog, zélf beelden verzinnen. Vergelijk het met slechthorende mensen die voortdurend liedjes denken te horen. Pseudohallucinaties zijn volkomen onschuldig en verdwijnen meestal als de patiënt even de ogen sluit of met de vinger wijst naar de zogenaamde personen die hij ziet. Het verschijnsel kan echter ieder moment weer optreden. Voorkomen is niet mogelijk.
Soorten glaucoom
Glaucoom komt veel voor. Anderhalf procent van de Nederlanders ouder dan veertig jaar heeft glaucoom. Glaucoom delen we in in primair en secundair glaucoom.
Primair glaucoom
Primair glaucoom wil zeggen dat het glaucoom een op zichzelf staande ziekte is waarvan de oorzaak niet bekend is. Het primair glaucoom verdelen we weer onder in:
Open kamerhoekglaucoom
Afgesloten kamerhoek glaucoom
De acute vorm is zeldzaam en gaat meestal gepaard met wazig zien, een rood oog, hoofdpijn, misselijkheid en braken. Deze symptomen worden veroorzaakt doordat de oogdruk zeer hoog is en een snelle behandeling is vereist om schade aan de oogzenuw te voorkomen.
De chronische vorm komt meer voor en is in een vroeg stadium goed te behandelen. Mensen die verziend zijn, met een sterke plus bril, hebben een grotere kans op deze vorm van glaucoom.
Congenitaal (aangeboren) glaucoom
Secundair glaucoom
Secundair glaucoom ontstaat als verschijnsel bij een andere (oog)ziekte of ten gevolge van het gebruik van bepaalde medicijnen of oogdruppels.
Oorzaak
Bij glaucoom is het precieze proces dat zorgt tot schade aan de oogzenuw nog niet volledig begrepen. Er zijn wel verschillende factoren bekend die het risico op het ontwikkelen van glaucoom vergroten. Hier zijn de belangrijkste:
- Verhoogde oogdruk is veruit de belangrijkste risicofactor. Een statistisch normale oogdruk ligt tussen de 11 en 21 mm Hg. Hoe hoger de oogdruk, hoe groter de kans op glaucoom. Echter, het grootste deel van de mensen met een oogdruk boven de 21 mm Hg zal geen glaucoom krijgen.
- Als glaucoom voorkomt bij iemands naaste (1e en 2e graads-) familieleden, is de kans op glaucoom bijna tien keer groter dan voor iemand zonder glaucoom in de familie.
- Op hoge leeftijd komt glaucoom veel vaker voor (4 procent van de mensen ouder dan 80 jaar heeft glaucoom). Sterke bij of verziendheid.
- Patiënten van Afrikaanse of Aziatische afkomst hebben vergrote kans op glaucoom.
- Afwijkingen van de bloedvaten bij of in het oog.
Onderzoek
Het zou ideaal zijn als iedereen ouder dan veertig jaar op glaucoom zou kunnen worden getest. Als bij het onderzoek echter alleen de oogdruk wordt gemeten, worden lang niet alle glaucoompatiënten ontdekt. Zoals uit de lijst van risicofactoren al blijkt, spelen er bij glaucoom veel meer factoren dan de oogdruk alleen. Daarom moet er, naast het meten van de oogdruk, ook naar de oogzenuw worden gekeken, zonodig een gezichtsveldonderzoek worden verricht en/of een foto van de oogzenuw worden gemaakt. Als er na dit onderzoek een verdenking is op glaucoom, bepaalt de oogarts samen met de patiënt of en hoe de patiënt wordt behandeld. Een glaucoompatiënt moet levenslang worden gecontroleerd.
Behandeling
Oogdruk verlagen
Op dit moment is de enige bewezen therapie voor glaucoom het verlagen van de oogdruk. Als we de oogdruk goed genoeg verlagen, kunnen we een toename van verslechtering van het gezichtsveld meestal voorkomen. De schade die er al is kunnen we niet meer ongedaan maken. Het is daarom belangrijk dat we glaucoom zo vroeg mogelijk ontdekken.
We behandelen niet alle mensen met een verhoogde oogdruk. Er zijn namelijk mensen met een (matig) verhoogde oogdruk die hierdoor geen schade aan de oogzenuw oplopen. Deze mensen hebben geen glaucoom maar oculaire hypertensie. Een behandeling is dan overbodig, een goede controle is wel nodig. Afhankelijk van de aanwezigheid van andere risicofactoren voor glaucoom, bespreekt de oogarts met u hoe vaak controle van de oogdruk nodig is.
Er zijn ook mensen met een normale oogdruk (< 22 mm Hg) die wel glaucoom hebben en hiervoor behandeld moeten worden.
Hoe verlagen we de oogdruk?
Oogdruppels
Het is belangrijk dat de patiënt van het oogdruppelen (één of meerdere keren per dag) een vaste gewoonte maakt zodat geen druppels worden vergeten. De techniek van het oogdruppelen kan in het begin problemen geven. De patiënt moet net zolang doordruppelen totdat hij een druppel het oog in voelt gaan. Blijft het oogdruppelen moeilijk, dan kan de patiënt een hulpmiddel gebruiken dat te verkrijgen is bij de apotheek. Wanneer er kans is op een afgesloten kamerhoek glaucoom, dan maakt de oogarts met een laser een gaatje in het regenboogvlies; dit is pijnloos.