Formaliteiten bij

overlijden

Formaliteiten bij overlijden

Informatie voor belanghebbenden over laatste zorg, mortuarium, uitvaartverzorging. Bijlagen: obductie en donatie.

Na het overlijden: het gesprek met de arts

De arts is degene die schouwt en de overlijdenspapieren invult. Deze arts vraagt doorgaans of u toestemming geeft voor obductie (ook wel sectie of autopsie genoemd). De arts legt u de toestemmingsprocedure uit. Hij/zij vermeldt de reden en de omvang van de obductie en vraagt toestemming aan u als nabestaande(n). Nadat u heeft toegestemd, vult de arts een toestemmingsformulier voor obductie in. In die gevallen waarin geen toestemming is vereist, legt de arts uit waarom niet. Als u behoefte heeft aan hulp bij het nemen van uw beslissing met betrekking tot obductie, dan kan de arts of een van de verpleegkundigen u desgewenst in contact brengen met een terzake kundige ziekenhuismedewerker (bijvoorbeeld een arts, of als u morele dilemma’s ervaart, een geestelijk verzorger). Meer over obductie: zie bijlage 1.

De arts zal aan de hand van vastgestelde criteria en contra-indicaties nagaan of de overledene een mogelijke donor is. De Wet op de orgaandonatie bepaalt dat bij iedere mogelijke donor het Donorregister moet worden geraadpleegd. Deze verplichting geldt in ieder geval na overlijden, maar raadplegen is al toegestaan vanaf het moment dat er een gerede kans bestaat dat de patiënt binnen enkele uren zal overlijden.

Een overledene kan in het Donorregister geregistreerd staan met de volgende opties:

  1. Toestemming
  2. Beslissing overlaten aan nabestaanden of aan een specifiek persoon
  3. Bezwaar

Naast het Donorregister is ook het bekende ‘oude’ rood-witte donorcodicil nog rechtsgeldig. Bovendien zijn handgeschreven wilsbeschikkingen en testamenten rechtsgeldig. Wanneer er meerdere verklaringen zijn, is de meest recente dagtekening bepalend. De wil van de overledene is doorslaggevend. Wanneer de overledene geen keuze heeft laten vastleggen wordt aan u om toestemming gevraagd. Als u behoefte heeft aan hulp bij het nemen van uw beslissing met betrekking tot donatie, dan kunt u voor meer informatie ook terecht op de website van de Nederlandse Transplantatiestichting (NTS); www.transplantatiestichting.nl. Meer over donatie: zie bijlage 2.

De arts vult de papieren van overlijden in. Hiervoor heeft de arts de precieze voornamen en de geboorteplaats van de overledene nodig. In de overlijdensverklaring vult de arts datum en tijdstip van overlijden in. Ook informeert de arts de huisarts over het overlijden. Verder zal de arts u vragen of u behoefte heeft aan een nagesprek. U kunt hiervoor op een moment dat het u uitkomt een afspraak maken via het secretariaat van de afdeling.

Niet-natuurlijke dood

Onder een niet-natuurlijke dood wordt verstaan, dat iemand ten gevolge van een niet-natuurlijke oorzaak is overleden, of dat daar juridische twijfel over bestaat. Wanneer de arts van Tergooi MC een niet-natuurlijke dood vermoedt, zal hij de gemeentelijk lijkschouwer inlichten.

Deze geeft op basis van de ziektegeschiedenis en onderzoek alsnog een verklaring van natuurlijk overlijden af of zal een verklaring van niet-natuurlijke dood afgeven. In dat laatste geval zal in overleg met de officier van justitie wel of niet nader onderzoek worden gedaan en het lichaam mogelijk in beslag worden genomen voor gerechtelijke obductie. In dit geval zal een rouwbezoek pas dan kunnen plaatsvinden als de officier van justitie het lichaam van de overledene heeft vrijgegeven.

Verzorging van de overledene; mortuarium van het ziekenhuis

Direct na het overlijden is de afdelingsverpleegkundige verantwoordelijk voor de eerste verzorging van de overledene. Als nabestaande kunt u helpen bij deze verzorging. Hierna wordt de overledene door een medewerker van het mortuarium naar het mortuarium overgebracht. De verzorging en het beheer van het mortuarium is door het ziekenhuis opgedragen aan Cura Mortu Orum Mortuariabeheer bv. De mortuariumbeheerder neemt gedurende 24 uur per dag voor ons ziekenhuis de verzorging van overledenen op zich en handelt op een correcte manier de noodzakelijke administratieve zaken af. De verdere verzorging van de overledene wordt uitgevoerd door deze mortuariumbeheerder. U kunt als u dat aangeeft bij het CMO hierbij betrokken zijn of dit regelen via uw eigen uitvaartverzorger. Het is belangrijk dat u de kleding voor opbaring in het ziekenhuis achterlaat of nabrengt aan de uitvaartverzorger, zodat zij de verzorging als gewenst kunnen uitvoeren. Persoonlijke wensen met betrekking tot make-up, sieraden en dergelijke kunt u ook kenbaar maken aan de mortuariumbeheerder en/of de uitvaartverzorger. Rituele bewassing kan plaatsvinden in overleg met de mortuariumbeheerder, mits hiervoor in het mortuarium voldoende ruimte beschikbaar is. De kosten voor het ter beschikking stellen van de speciale wasruimte worden door de mortuariumbeheerder in rekening gebracht.

Cura Mortu Orum/CMO, T 0345 58 07 70www.curamortuorum.nl

Ander mortuarium gewenst?

Als u niet wenst dat de overledene wordt verzorgd in dit mortuarium (bijvoorbeeld vanwege religieuze of andere redenen), moet u dit direct na het overlijden meedelen aan de verpleegkundige. U moet de verdere verzorging dan zo spoedig mogelijk met de door u ingeschakelde uitvaartverzorger bespreken. Deze dient u opdracht te geven om de overledene zo spoedig mogelijk (maar in ieder geval binnen drie uur na het overlijden) over te brengen naar het gewenste mortuarium. Als deze opdracht niet door u wordt gegeven of niet wordt uitgevoerd, verzoekt het ziekenhuis om redenen van respect en hygiëne alsnog aan de mortuariumbeheerder om de verdere verzorging te verrichten. Ook zal dan begonnen worden met het koelen van de overledene.

Kosten

Het gebruik van het mortuarium vanaf drie uur na het overlijden en de verdere verzorging aldaar worden, zo mogelijk via de door u ingeschakelde uitvaartverzorger, door de mortuariumbeheerder aan de nabestaanden in rekening gebracht, tegen de daarvoor geldende tarieven. Voor informatie over de kosten – die afhankelijk zijn van uw wensen – kunt u contact opnemen met het mortuarium. Eventueel mortuariumbezoek brengt het CMO apart in rekening, evenals het gebruik van de koeling/het opbaren in het mortuarium na de termijn van drie uur na overlijden. De kosten van de verdere verzorging en de kosten verbonden aan het gebruik van het mortuarium vanaf drie uur na het overlijden zijn géén onderdeel van het tarief van het ziekenhuis en zijn evenmin opgenomen in de ziektekostenverzekeringen. Als op initiatief van het ziekenhuis en/of op last van de officier van justitie nog obductie of sectie zal worden verricht, brengt het CMO tot het moment dat die heeft plaatsgevonden geen aanvullende kosten voor koeling in rekening.

Pacemaker/ICD

Als de overledene een pacemaker of ICD heeft, dienen deze vrijwel altijd voorafgaand aan crematie of begrafenis verwijderd te zijn. De mortuariumbeheerder of uitvaartondernemer kan dit doen. Voor de verwijdering hiervan vraagt de arts u om toestemming. U kunt aangeven of u de pacemaker/ICD wilt ontvangen of dat u er afstand van wilt doen. De kosten voor verwijdering worden bij u in rekening gebracht.

Het formulier waarin die toestemming wordt vastgelegd, maakt onderdeel uit van de set overlijdenspapieren.

Persoonlijke bezittingen

De persoonlijke bezittingen van de overledene worden op de betrokken afdeling of in het mortuarium bewaard. Om misverstanden of zoekraken te voorkomen is het verstandig als u deze bezittingen zo spoedig mogelijk ophaalt. De verpleging of de mortuariumbeheerder vraagt u een formulier te ondertekenen als bewijs van ontvangst.

Uitvaartverzorging

We adviseren u zo spoedig mogelijk een uitvaartverzorger en/of uitvaartverzekering in te schakelen. Deze regelt niet alleen samen met u de uitvaart maar kan ook veel van de te verrichten formaliteiten van u overnemen. In de persoonlijke papieren van de overledene kan een verzekeringspolis aanwezig zijn. Is een dergelijke polis aanwezig, dan kunt u contact opnemen met de betreffende uitvaartverzekeraar of -verzorger. Soms heeft de overledene tijdens zijn/haar leven wensen met betrekking tot de uitvaart met u besproken. Natuurlijk bent u vrij in het maken van een keuze.

De uitvaartverzorger kan zorgdragen voor:

  • Het afhalen van de overlijdenspapieren bij het mortuarium.
  • Het vervullen van de vereiste formaliteiten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden.
  • Als u deze formaliteiten zelf wilt afwikkelen, dan is het goed met het volgende rekening te houden:
  • De verklaring van overlijden kunt u na telefonisch overleg met de mortuariumbeheerder ophalen.
  • Voor afspraken: www.hilversum.nlwww.blaricum.nl, onder ‘burgerzaken’.
  • Voor aangifte bij de burgerlijke stand van de gemeente, waar het overlijden heeft plaatsgevonden, dient u mee te nemen:
    uw geldige legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, Nederlandse identiteitskaart of vreemdelingendocument)
    verklaring van overlijden (van een arts)
    gesloten B-envelop (doodsoorzaakverklaring)
    als u wilt: trouwboekje van de overledene (bijwerken gegevens trouwboekje).

Rouwbegeleiding

Het meemaken van het overlijden van een dierbare kan veel met u doen. Het Landelijk Steunpunt bij Verlies (LSV, www.steunbijverlies.nl, kan u informeren over gespreksgroepen voor rouwverwerking. Ook kunt u hier terecht voor literatuur over rouwverwerking. Het LSV is bereikbaar op werkdagen, T 033 461 68 86. Ook via internet kunt u doorgaans te weten komen wat in uw gemeente wordt aangeboden op het gebied van rouwbegeleiding en rouwgroepen. Als u in het ziekenhuis al contact heeft gehad met een van de geestelijk verzorgers, kunt u, via het centrale nummer van het ziekenhuis, uiteraard ook bij hen terecht voor het zoeken van een weg in uw verliesverwerking.

Contact