23 april 2016
Tergooi-promovendus Charles van Rossem en ‘snapshot’-methode
Charles van Rossem is de eerste promovendus die zijn onderzoek volledig vanuit Tergooi opzette. Hij boekte veel succes met de Engelse ‘snapshot’-methode, waarbij collega’s uit andere ziekenhuizen gegevens van een specifieke patiëntenpopulatie verzamelen in een online database. In mei promoveert hij.
In twee maanden samen met collega’s in heel Nederland bijna tweeduizend patiënten includeren voor jouw promotieonderzoek. Charles van Rossem – tot voor kort chirurg in opleiding bij Tergooi – is het gelukt, zijn collega Matthijs Bolmers sluit aan.
Op 27 mei zal Charles van Rossem als eerste promoveren op onderzoek dat volledig vanuit Tergooi is opgezet. Van Rossem legt uit hoe het idee hiervoor geleidelijk ontstond. ‘Voor de fusie werkten de chirurgen in Blaricum en Hilversum nog met verschillende protocollen. In Blaricum kregen patiënten met een geperforeerde blindedarmontsteking na de operatie vijf dagen via een infuus antibiotica. In Hilversum maar drie. Met ondermeer gastro-intestinaal chirurg Nanette van Geloven toonden we aan dat drie dagen antibiotica even effectief is.’ Dat was de eerste stap. Vervolgens toog Van Rossem samen met Van Geloven naar Willem Bemelman, hoogleraar minimaal invasieve chirurgie in het AMC. Tergooi en het AMC vergeleken twee manieren – met nietjes of met vastgeknoopte lasso’s – om het uiteinde van de appendix af te sluiten tijdens een kijkoperatie. Ook voor dit onderzoek werd uit de database van 1200 patiënten van Tergooi geput. Toen de publicaties over de twee onderzoeken vervolgens goed werden ontvangen, werd het idee voor een promotieonderzoek vanuit Tergooi geboren.
Snapshot-methode is succesformule
Hoogleraar Willem Bemelman attendeerde Van Rossem en Van Geloven op de Engelse ‘snapshot-methode. Een concept waarbij de onderzoeker in een korte periode met de hulp van collega’s uit andere ziekenhuizen veel gegevens van een specifieke patiëntenpopulatie verzamelt in een online database. Een samenwerking die de onderzoeker tal van onderzoeksgegevens oplevert en waarbij hulpkrachten automatisch medeauteur worden van de uit het onderzoek voortvloeiende artikelen. Of deze succesformule misschien ook in Nederland zou werken? Het werkte. 62 ziekenhuizen in Nederland namen deel en includeerden bijna tweeduizend patiënten in twee maanden tijd. Arts-assistenten op chirurgieafdelingen verzamelden voor Van Rossem data van patiënten met een blindedarmontsteking en stopten alle informatie van de behandelingen in de snapshot-databank.
Het succes van de studie was zo groot en bevatte zoveel onderzoeksgegevens dat nog een tweede promotieonderzoek mogelijk was. Matthijs Bolmers, chirurg in opleiding bij Tergooi, gebruikt deze snapshoterfenis voor een deel van zijn promotieonderzoek naar acute blindedarmontsteking. Een deel van zijn proefschrift zal over de beeldvormende diagnostiek bij een acute blindedarmontsteking gaan. In Nederland wordt, in tegenstelling tot andere Europese landen, pas een blindedarm verwijderd nadat het vermoeden van een ontsteking door een echo of scan van de buik is bevestigd. Nederland en Amerika behoren tot de weinige landen die naast een klinische beoordeling ook beeldvormend onderzoek betrekken in hun diagnose. Volgens de promovendi presteert Nederland heel goed, er worden maar weinig patiënten ten onrechte geopereerd. ‘In Nederland belandt 2 tot 3 procent ten onrechte op de operatietafel, in Engeland is dat 20 procent’, vertelt Bolmers. In Amerika gaat iedereen vooraf door de CT-scan. Dit hangt samen met de claimcultuur in dat land,’aldus Van Rossem. ‘Maar’ nuanceert hij, ‘de keerzijde is dat elke patiënt wordt blootgesteld aan straling.’ Bolmers gaat onderzoeken of deze verlengde diagnostiek het risico vergroot op perforaties door het knappen van de appendix. ‘Door dit onderzoek duurt het namelijk gemiddeld een uur langer voordat een patiënt onder het mes gaat’ legt Bomers uit. Zelf verwacht hij dat dit reuze meevalt: ‘een blindedarmontsteking is geen hartinfart waarbij elke seconde telt.’
Beide onderzoekers doen promotieonderzoek tijdens hun opleiding tot chirurg. Allebei hebben ze dankzij een onderzoekssubsidie van Tergooi een onderzoeksdag in de week. Een pittige combinatie waarin een hoop ballen in de lucht moeten worden gehouden. ‘Je doet het erbij, op die ene onderzoeksdag in de week moet je er weer even inkomen. Dat kost tijd’, legt Van Rossem uit. ‘Maar’ vervolgt hij, ‘het dwingt wel respect af bij de collega’s.’
Zelfrijzend bakmeel
Co-promotor en chirurg dr. Nanette van Geloven heeft inmiddels vier promovendi in Tergooi onder haar hoede. De begeleiding van dit kwartet doet ze in haar eigen tijd. ‘Daarom moeten mijn promovendi uit zelfrijzend bakmeel bestaan’, licht ze toe. ‘Mijn rol is het vuurtje opstoken, het echte werk moet door henzelf gebeuren.’ Uit pure wetenschappelijke belangstelling is ze in het promotietraject van Charles van Rossem gestapt. ‘Het succes van Charles, maakt het alleen maar leuker. Steeds meer ziekenhuizen
stappen over naar drie dagen antibiotica en we zien dat de snapshot-methode nu ook bij andere onderzoeksgebieden navolging krijgt’, vertelt Van Geloven. Haar andere promovendus – Matthijs Bolmers – is nog niet zover. Bij hem is het nog afwachten wat er uit zijn onderzoek rolt. In zijn proefschrift zal hij een hoofdstuk wijden aan een speciale patiëntencategorie: kinderen met appendicitis. ‘Daar komt vast ook iets heel interessants uit’ verwacht Van Geloven.
E-mail nieuwsbrief