Translate1 juni 2010
« Terug naar de afdelingspagina van het CBSL
In april 2009 is het CBSL gestart met de diagnostiek studie bacteriële vaginose. In deze nieuwsbrief informeren we u over het afsluiten van de studie en de voorlopige resultaten.
Participatie
Sinds de vorige nieuwsbrief in februari 2010 en de oproep tot includeren van de laatste patiënten zijn er nog 40 vrouwen in de studie opgenomen. In totaal is nu van 159 vrouwen materiaal ingestuurd voor diagnostiek.
De herkomst van de geϊncludeerde personen ziet u in de onderstaande figuur.
Studie opzet
In de studie hebben we naast de banale genitale kweek, een fluorpreparaat onder de microscoop beoordeeld op de aanwezigheid van typische flora (passend bij bacteriële vaginose) en een multiplex PCR verricht op het PCR-wattenstokje.
In de PCR wordt gekeken naar het voorkomen van gezonde (Lactobacillen) en (potentieel) pathogene bacteriën (Gardnerella, Atopobium, Megasphera) in de vagina; de aanwezigheid van deze bacteriën en de verhouding waarin zij voorkomen bepaalt of iemand verdacht of juist niet verdacht is voor het hebben van een bacteriële vaginose.
Daarnaast zijn alle fluorpreparaten beoordeeld en gescoord volgens Nugent I (gezond), II (intermediair) of III (bacteriële vaginose).
Resultaten
De ruwe uitkomsten ziet u in onderstaande figuur.
Een uitgesproken diagnose bacteriële vaginose onder de microscoop (Nugent score III) kwam goed overeen met het aantonen van een hoge load Gardnerella, Atopobium en/of Megasphera (30 % van de onderzoekspopulatie).
Bij ongeveer de helft (51%) van de onderzoekspopulatie werd een een Nugent score I of I/II gevonden, waarbij geen of te weinig pathogene bacteriën werden aangetoond: geen aanwijzingen voor bacteriële vaginose.
Blijft er een restgroep over, die nog nader geanalyseerd moet worden (13%); van 10 vrouwen (6%) was het onderzoeksmateriaal niet bruikbaar (geen glaasje ingestuurd, of te weinig materiaal aangebracht).
Wij zijn zeer enthousiast over de voorlopige uitkomsten van de studie: het ziet ernaar uit dat de PCR-diagnostiek voor bacteriële vaginose een veel belovende test is, met een goede gevoeligheid en hoge positief voorspellende waarde. De test is niet afhankelijk van de interpretatie bij beoordelen van een fluorpreparaat door analisten en daardoor zeer specifiek.
Daarnaast hebben we beter zicht gekregen op het voorkomen van bacteriële vaginose bij vrouwen met fluorklachten; van alle geϊncludeerde vrouwen had ongeveer 30% daadwerkelijk een bacteriële vaginose en kon dit bij de helft uitgesloten worden. Er werden in een deel van de groep zonder bacteriële vaginose wel andere oorzaken gevonden die een fluor vaginalis kunnen verklaren (gisten, haemolytische streptococcen groep A, Haemophilus influenzae of bijvoorbeeld een SOA).
Wij verwachten dat we in de tweede helft van dit jaar de nieuwe PCR test voor bacteriële vaginose in ons routine pakket kunnen gaan aanbieden. We zullen u daarover natuurlijk tijdig informeren.
Onze zeer hartelijke dank voor uw medewerking bij het includeren van patiënten voor dit onderzoek; zonder uw hulp is een goede klinische evaluatie van dergelijk vernieuwende diagnostiek niet mogelijk!
Mochten er nog onderzoekspakketjes in uw praktijk aanwezig zijn, kunt u deze terugsturen naar het CBSL.
Met vriendelijke groet,
Stefan Bouter, vakspecialist moleculaire diagnostiek
Patricia Koenig & Karin Gerritsen, vakspecialisten bacteriologie
Wendelien Dorigo, arts microbioloog ()
CBSL / Centrum voor Infectieziekten Almere
035-6887296 of 036-5306950
E-mail nieuwsbrief