Artrose van de voet en enkel

Artrose van de voet en enkel

In de voet en enkel zitten 28 botten en meer dan 30 gewrichten. In een of meer van deze gewrichten kan artrose ontstaan. Daarbij slijt het kraakbeen in het gewricht. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig of gaat helemaal weg. Dat heeft invloed op uw balans en hoe u loopt.

Klachten

Bij artrose van de voet en enkel kan u last hebben van:

  • pijn bij (het opstarten van) bewegen
  • pijn in rust
  • pijn bij het belasten
  • dikke voet en enkel
  • problemen met bewegen en minder ver kunnen bewegen

Artrose van de voet en enkel komt het meest voor in de volgende gewrichten:

De enkel

Op de plek waar het scheenbeen op het bovenste bot van de voet (het sprongbeen) rust. Dit gewricht heet ook wel het bovenste spronggewricht.

De drie gewrichten van de achtervoet

  1. Het gewricht waar de onderkant van het sprongbeen rust op het hielbeen, het onderste spronggewricht.
  2. Op de plek waar het sprongbeen aan het binnenste voetwortelbeentje zit.
  3. Op de plek waar het hielbeen aan het buitenste voetwortelbeentje zit.

De middenvoet

Waar de middenvoetbeentjes zijn verbonden met de kleinere voetwortelbeentjes.

De grote teen

Waar het eerste middenvoetbeentje aan het eerste kootje van de teen zit.

 

Enkel zonder (links) en met artrose (rechts)

Onderzoek

Als u en uw huisarts het nodig vinden, maakt u een afspraak bij de orthopedisch chirurg. Die stelt u vragen en onderzoekt u. De volgende onderwerpen kunnen aan bod komen:

  • Wanneer is de pijn begonnen?
  • Is de pijn ’s nachts erger?
  • Wordt de pijn erger of misschien juist minder als u loopt of rent?
  • Is de pijn steeds hetzelfde of komt en gaat die?
  • Heeft u wel eens een blessure gehad aan uw voet of enkel? Wat voor blessure? Wanneer was dit? Hoe is deze behandeld?
  • Heeft u pijn in een of beide voeten? Waar zit de pijn?
  • Wat voor soort schoenen draagt u?
  • Gebruikt u medicijnen?

We maken ook een röntgenfoto. Soms is daarnaast nog ander onderzoek nodig.

Behandeling

Behandeling zonder operatie

We kunnen voor verschillende behandelingen kiezen. Dat ligt aan het soort artrose, waar de artrose zit en hoe erg die is.

  • Pijnstillers en ontstekingremmers (NSAID’s, zoals ibuprofen) om de zwelling te verminderen.
  • Afvallen om uw gewrichten minder te belasten.
  • Oefeningen om uw spieren sterk te maken en uw voet en enkel zo goed mogelijk te kunnen blijven bewegen. Vaak is dat bij een fysiotherapeut.
  • Voetondersteuning in de schoen (een harde of een zachte steunzool).
  • Op maat gemaakte schoenen, bijvoorbeeld met een harde zool waardoor uw voet beter afwikkelt.
  • Een spalk die steun geeft en waarmee u uw voet en enkel zo goed mogelijk kunt gebruiken.
  • Een stok om makkelijker te lopen.
  • Een injectie met een medicijn dat de ontstekingen remt (corticosteroïden) in het gewricht.

Behandeling met operatie

Als de behandeling zonder operatie niet genoeg helpt, kunt u soms geopereerd worden. Dat kan op verschillende manieren. Wat voor u kan, ligt aan waar de artrose zit, hoe erg die is en hoeveel last u ervan heeft. De operatie kan helpen de pijn te verminderen. Hierdoor kunt u makkelijker bewegen. De operaties die het meest voorkomen, zijn:

Kijkoperatie

In een vroeg stadium van artrose kan het helpen om het gewricht schoon te maken met een kijkoperatie (artroscopie). De orthopedisch chirurg brengt een kijkbuisje in het gewricht. Daarmee kan de orthopedisch chirurg het gewricht bekijken op een monitor en op zoek gaan naar wat voor de problemen zorgt. Met kleine schaartjes, boortjes en slijptolletjes lost de orthopeed het probleem op.

Soms kan de orthopeed proberen het kraakbeen te repareren. Dat kan alleen als de schade aan het kraakbeen niet al te groot is. De arts boort dan kleine gaatjes in het kraakbeen en het bot dat daaronder ligt. Het lichaam maakt dan een soort littekenweefsel dat het kraakbeen vervangt.

Vastzetten van een gewricht (artrodese)

Met deze operatie maken we de botten aan elkaar vast. Pinnen, platen, schroeven of een staafje houden de botten bij elkaar totdat ze aan elkaar gegroeid zijn. Soms is daarbij een bottransplantatie nodig. De orthopedisch chirurg gebruikt dan meestal een stukje van uw eigen bot. Vaak uit uw onderbeen of bekken.

Het gewricht is na de operatie niet meer normaal te gebruiken. Maar de pijn neemt erg af of gaat helemaal weg. Daardoor kunt u uw voet of enkel weer beter belasten.

Een prothese (kunstgewricht)

Heel soms kunnen we het enkelgewricht vervangen door een kunstgewricht (een enkelprothese). Een gewrichtsprothese kan weer loslaten of niet goed werken. Dan is nog een operatie nodig. In Nederland plaatsen we maar weinig enkelprothesen.