Implantaten van tanden of kiezen

Implantaten van tanden of kiezen

Als een tand of kies verloren is gegaan, kunnen we deze vervangen met een implantaat. Op het implantaat kan later een kroon of brug worden geplaatst. Soms worden er meerdere implantaten geplaatst om een klikgebit te kunnen plaatsen.

 

Een implantaat is een kunstwortel, gemaakt van een speciaal metaal (titanium). Deze kunstwortel wordt in het kaakbot geplaatst en groeit daarin vast. Het implantaat heeft de vorm van een schroef of cilinder. De lengte en diameter zijn afhankelijk van de hoogte en breedte van uw kaak, maar gewoonlijk is de lengte 10 – 12 mm en de diameter ongeveer 4 mm. Soms worden ook kortere of smallere implantaten gebruikt. De implantaten zijn deels hol, zodat hier later de drukknop, kroon of brugconstructie op kan worden vastgeschroefd.

 

Implantaat

Operatie

Soms is op de plek van de te vervangen tand of kies een tekort aan kaakbot, zodat het niet mogelijk is direct een implantaat aan te brengen. Dit tekort aan bot moet dan eerst worden aangevuld.

Gering tekort aan bot

Als het tekort gering is, kan het bot (tijdens het plaatsen van het implantaat) iets worden aangevuld. In de directe nabijheid van het geplaatste implantaat kan daarvoor botschraapsel worden geoogst.

Een andere mogelijkheid is kunstbot te gebruiken of een combinatie te maken van kunstbot en eigen bot. Dit kan rondom het implantaat worden geplaatst. In 1 operatie worden dan het tekort aan bot aangevuld en het implantaat geplaatst.

Aanzienlijk tekort aan bot

Als het tekort aan bot aanzienlijk is, kan elders in de kaak een klein stukje bot worden weggehaald. Tijdens deze eerste operatie wordt het ‘geoogste’ bot geplaatst op de plek waar het implantaat gepland is. Soms wordt in plaats van lichaamseigen bot gebruikgemaakt van kunstbot. Er zijn ook combinaties van kunstbot en eigen bot mogelijk.

Het geoogste bot wordt meestal vastgezet met een klein titanium schroefje. Na 4 tot 5 maanden is het aangebrachte bot goed vastgegroeid en kan het implantaat worden geplaatst. Dit gebeurt tijdens een tweede operatie.

Plaatsen van implantaat

Voor het plaatsen van het implantaat wordt het tandvlees opzij geschoven om het kaakbot zichtbaar te maken. In het kaakbot wordt een gaatje geboord ter grootte van het implantaat. Hierna kan het implantaat worden geplaatst. Op het implantaat wordt een afdekdopje geschroefd. Ten slotte wordt het tandvlees gehecht. Het afdekdopje van het implantaat is meestal zichtbaar.[/f_toggle]

De operaties worden gedaan onder plaatselijke verdoving en duren ongeveer 1 uur.

Behandelaars

Tijdens de behandeling krijgt u te maken met een team van behandelaars:

  • een MKA-chirurg: verzorgt de operaties en plaatst de implantaten
  • een tandarts: maakt de voorziening op de implantaten, zoals een kroon, brug of kunstgebit
  • een mondhygiënist: geeft aanwijzingen voor uw mondverzorging
  • assistenten: assisteren bij de operaties en de tandheelkundige behandeling

Na de operatie

Vastgroeien implantaat

Het aangebrachte implantaat wordt soms ‘verstopt’ onder het tandvlees, zodat het rustig kan vastgroeien. Het vastgroeien van het implantaat duurt ongeveer 3 maanden en met het opbouwen van bot ongeveer 6 maanden.  Nadien wordt dan het afdekdopje vervangen, zodat het afdekdopje (healing abutment) door het tandvlees heen komt en zichtbaar is.

Ongeveer een week na de operatie kunt u de afdekdopjes van de implantaten (als deze zichtbaar zijn) en het omliggende tandvlees weer zachtjes gaan poetsen met een tandenborstel. Bij voorkeur gebruikt u hiervoor een zachte handtandenborstel. Wanneer het implantaat direct aansluitend aan de verwijdering van de tand of kies wordt geplaatst (‘immediaat’), dan wordt geadviseerd het afdekdopje de eerste twee weken NIET te poetsen. 3 tot 4 weken later kan de tandarts beginnen met het maken van uw kroon, brug of klikgebit.

Medicijnen

Voor de operaties krijgt u van de MKA-chirurg vooraf recepten voor een pijnstiller en een spoelvloeistof. Soms wordt ook een antibioticum voorgeschreven. Overleg vooraf met de MKA-chirurg het gebruik van medicijnen die u normaal gesproken neemt. Als u bloedverdunners gebruikt, krijgt u hier instructies over.

Roken

Roken vertraagt de wondgenezing en maakt de mond extra vies. Roken verstoort het vastgroeien van de implantaten. Stop daarom – in elk geval een aantal weken voor de operatie – met roken. Roken en uitgebreide  botopbouw gaan helaas niet goed samen.

Voeding

Nadat de implantaten zijn aangebracht, moet de wond genezen en moeten de implantaten vastgroeien in het kaakbot. Dit vastgroeien duurt 3 tot 6 maanden. In deze periode mogen de implantaten niet worden belast. Tijdens de eerste 1-2 weken krijgt u het advies voor een dieet met zachtere voeding. De eerste 3 maanden mag u de implantaten niet belasten en dient u contact tussen (hard) voedsel en het dopje van het implantaat te vermijden.

Mondverzorging

Goede mondverzorging is na de operatie erg belangrijk in verband met een goede genezing. Spoel uw mond niet de eerste dag na de ingreep. Dit vergroot de kans op een nabloeding. Vanaf de tweede dag gaat u spoelen met een desinfecterend spoelmiddel (chloorhexidine) gedurende 2 weken. U heeft hiervoor een recept van uw MKA-chirurg gekregen.

Een goede reiniging is van groot belang voor gezond tandvlees en een lange levensduur van de implantaten. Bij de wondcontrole of later geeft de mondhygiënist u hier informatie over en helpt u de implantaten goed te reinigen. Ook nadat uw kroon of brug is geplaatst, geeft de mondhygiënist u informatie hoe u deze het beste kunt reinigen.

Pijn

De plaatselijke verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. U kunt dan pijn krijgen. Deze pijn is goed te bestrijden door het innemen van pijnstillers. U heeft hiervoor advies of een recept en instructies gekregen van uw MKA-chirurg. U kunt het beste bij thuiskomst direct beginnen met de pijnstillers (voordat de plaatselijke verdoving helemaal is uitgewerkt).

Zwelling

Door de operatie kan een zwelling ontstaan. Deze zwelling is 3 dagen na de operatie het grootst en slinkt daarna langzaam. Dit is een normaal gevolg van de ingreep. Wanneer de zwelling en/of pijn na 3 dagen alleen maar toenemen, neem dan contact met ons op.

Nabloeding

Het eerste uur na de ingreep kan de wond nog een beetje bloeden. Dit gaat vanzelf over. Ook kan het speeksel de eerste dag na de ingreep nog wat rood zijn. Als de wond opnieuw gaat bloeden of als het bloeden toeneemt, kunt u het volgende doen:

U pakt een (steriel) gaasje of schone katoenen zakdoek en legt die opgevouwen op de (bloedende) wond. Daarna bijt u de kaak stijf dicht. Hou dit een half uur tot een uur vol.
Het gaat erom dat er constante druk op de wond wordt uitgeoefend. Als het bloeden hierna niet gestopt is, neem dan contact met ons op.

Bijwerkingen en risico’s

  • Bij het aanbrengen van implantaten kunnen complicaties optreden, zoals een ontsteking van het kaakbot of tandvlees. Als gevolg van de operatie kunnen verder bijwerkingen optreden in de vorm van pijn, zwelling en bloeduitstortingen. Hier kunt u pijnstillers voor gebruiken.
  • Net na de operatie is het mogelijk dat u watverhoging heeft. Als de koorts hoger wordt dan 39°C belt u Tergooi MC.
  • Dat doet u ook als de zwelling en/of pijn toeneemt na 4 of 5 dagen.
  • Er bestaat een klein risico (lager dan 5 procent) dat een implantaat niet goed vastgroeit en moet worden verwijderd. Mocht dit noodzakelijk zijn, dan ontstaat weer dezelfde situatie als vóór het inbrengen van het implantaat. Dan overlegt de arts met u of er een nieuwe poging wordt gedaan om een implantaat aan te brengen of dat het beter is te zoeken naar een andere oplossing.

Controle

  • Na afloop van de behandeling wordt er een controle röntgenfoto gemaakt.
  • Ongeveer 2 weken na de operatie wordt u gezien voor controle van de wondgenezing.
  • 2-3 maanden na de implantaatplaatsing wordt gecontroleerd of de implantaten mooi zijn vastgegroeid. Er wordt een foto gemaakt om de (bot)genezing te beoordelen.
  • Nadat uw kroon, brug of klikgebit is geplaatst en u aan de nieuwe situatie gewend bent, komt u nog een keer terug voor de eindcontrole. Bij de eindcontrole wordt nogmaals een röntgenfoto gemaakt om de vormgeving van de opbouw en het botniveau te beoordelen.
  • De verdere controles vinden daarna bij uw eigen tandarts plaats. Het advies is om het implantaat, het omliggende tandvlees en het kaakbot jaarlijks te laten controleren door de eigen tandarts.

Kosten en vergoedingen

Implantaten ter vervanging van een of enkele tanden/kiezen worden meestal niet vergoed door de zorgverzekeraar uit de basisverzekering. Informeer eerst bij uw zorgverzekeraar of in uw (aanvullende) verzekering een vergoeding van de implantaten en/of het plaatsen van de kroon en/of brug zit, en hoe hoog die vergoeding is. Als u aanvullend verzekerd bent, kunt u vaak een bedrag terugkrijgen van uw zorgverzekeraar. Dit bedrag is vaak niet geheel kostendekkend.

Als uw verzekering de kosten niet (volledig) dekt, krijgt u zelf van zowel de MKA-chirurg als de tandarts een kostenoverzicht voor de besproken behandeling. Als u akkoord gaat met het betalen van deze kosten, wordt een afspraak met u gemaakt voor de behandeling.

Contact