Prednison

Schema en voedingstips

Starten met prednison

Uw longarts heeft u prednison voorgeschreven. Om dit medicijn goed te gebruiken, moet u een aantal dingen over dit medicijn weten. Lees deze informatie en de bijsluiter van de apotheek daarom goed door. Door prednison kunt u bijvoorbeeld meer zin in eten krijgen. Het is dan lastig op gezond gewicht te blijven. De voedingstips helpen u daarbij.

 

Over prednison

Prednison is een corticosteroïd. Dat is een stof die ontstekingen remt. Het lichaam maakt in de bijnieren zelf ook corticosteroïden aan. Prednison heeft ongeveer dezelfde werking als de corticosteroïden die uw lichaam maakt.

  • Met prednison is de oorzaak van wat u aan uw longen heeft niet weg te nemen. Wel kan het uw aandoening rustiger maken.
  • Prednison werkt al binnen 24 uur. Het duurt vaak wat langer voordat u zelf merkt dat het werkt.
  • Soms schrijven we prednison voor een paar weken voor. Dit noemen we een stootkuur. Meestal krijgt u dit medicijn voor langere tijd.
  • Vooral als u meer van het medicijn krijgt, kunt u last van bijwerkingen hebben.

Bijwerkingen

Bij prednison kunnen bijwerkingen ontstaan. Vooral bij een hogere hoeveelheid van het medicijn. En ernstige bijwerkingen als u het medicijn lange tijd gebruikt. Ook als u niet veel van het medicijn krijgt (10 mg prednison per dag of minder) kunt u last van bijwerkingen krijgen. In de bijsluiter van de apotheek staan alle bijwerkingen van prednison die ooit zijn voorgekomen.

Belangrijkste bijwerkingen

Zwaarder worden

Een gezwollen gezicht (vollemaansgezicht) en zwaarder worden. U kunt veel meer zin om te eten krijgen. Probeer hier niet aan toe te geven.

Huid, wondjes en blauwe plekken

Wondjes gaan langzamer dicht. U kunt ook sneller blauwe plekken krijgen. Soms zorgt prednison voor een dunnere, glimmende huid. Wees daarom voorzichtig met zonlicht en smeer u in met crèmes met een hoge beschermingsfactor.

Minder kalk in botten

De hoeveelheid kalk in de botten wordt minder als u langer prednison gebruikt. Dit noemen we osteoporose. Hierdoor kunt u eerder een bot breken. Ook de wervels kunnen inzakken. Vaak schrijft uw longarts extra calcium voor om de botten stevig te houden.

Vocht

Het lichaam houdt soms extra vocht vast. Uw enkels kunnen dikker worden. Ook kan uw bloeddruk stijgen. Na een aantal weken kunt u dit bij uw huisarts laten controleren.

Klachten in buik of maag

U kunt pijn in uw buik krijgen of misselijk worden. Soms kunt u door prednison een maagzweer of een maagbloeding krijgen. Overleg met uw arts als u in het verleden een maag- of darmzweer heeft gehad.

Stemming

Uw gevoel of stemming kan veranderen.

Meer kans op infectie

De kans op een infectie wordt door het gebruik van prednison iets groter. Zoals griep, bronchitis, long- of blaasontsteking of wondroos.

Andere klachten

Soms zorgt prednison voor spierzwakte, staar of een verhoging van de bloedsuiker. De bloedsuiker kunt u ook via de huisarts laten controleren.

Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Voor zover bekend, heeft prednison bij de gebruikelijke hoeveelheid geen invloed op de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen. Ook tijdens een zwangerschap kunt u prednison blijven gebruiken. Het is veilig voor het ongeboren kind. Wel is het belangrijk om uw arts te laten weten dat u zwanger bent of zwanger wilt worden.

U kunt beter geen prednison gebruiken als u borstvoeding geeft. Resten van het medicijn komen in de moedermelk.

Nooit zomaar stoppen

Heeft u last van bijwerkingen? Stop nooit zelf met de prednison, maar neem contact op met uw longarts of huisarts. Zelf stoppen kan erg gevaarlijk zijn:

  • Als u prednison gebruikt, maken de bijnieren minder corticosteroïden. Zolang u prednison gebruikt, is dat geen probleem.
  • Als u opeens stopt, ontstaat een tekort aan corticosteroïden. De bijnieren kunnen niet zo snel weer starten met de eigen productie. Dat kan voor levensgevaarlijke situaties zorgen.

De longarts zal daarom langzaam steeds iets minder prednison voorschrijven. Tot de bijnieren weer normaal werken.

Schema voor de eerste drie maanden

Een behandeling met prednison kan ook nadelen hebben. Daarom vragen wij u om de eerste drie maanden van uw behandeling het schema hieronder in te vullen.

  • Vul zelf elke week de vakjes met sterretjes in.
  • Maak in week 3, 6 en 9 een afspraak met de assistente van uw huisarts. Laat dan uw bloeddruk meten en uw bloedsuiker bepalen. Voor het bepalen van uw bloedsuiker moet u nuchter zijn. U mag daarvoor dus niet eten of drinken.
  • Neem dit schema mee als u naar de huisarts gaat. De assistente kan uw bloeddruk en bloedsuiker daarop invullen.
  • Meet de assistente een te hoge bloeddruk of bloedsuiker? Maak dan een afspraak met uw huisarts of neem contact op met uw longverpleegkundige.

Schema

Hoog: 4 weken 40 mg, 4 weken 30 mg, 4 weken 20 mg, daarna in principe per 4 weken 2,5 mg afbouwen tot een onderhoudsdosering van 10 mg.
Laag: 3 weken 20 mg, 3 weken 17,5 mg, 3 weken 15 mg, 3 weken 12,5 mg en dan doorgaan met een onderhoudsdosering van 10 mg.

Uitgangsgewicht:____________________________________

5 procent van uitgangsgewicht:____________________________________

Longverpleegkundige bellen bij een gewicht van ____________ kilo (3 procent gewichtstoename ten opzichte van uitgangsgewicht).

Bloeddruk vóór het starten van de prednison:____________________________________

Nuchtere bloedsuiker vóór het starten van de prednison:____________________________________

Gewicht Bloeddruk Glucose nuchter Contact huisarts Opmerkingen
Week 1 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 2 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 3 * * * Ja Meetmoment bij
assistente huisarts
Week 4 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 5 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 6 * * * Ja Meetmoment bij
assistente huisarts
Week 7 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 8 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 9 * * * Ja Meetmoment bij
assistente huisarts
Week 10 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 11 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 12 * Ja/Nee
Indien ja, reden:
Week 13 * Ja/Nee
Indien ja, reden:

Prednison en gezond gewicht

Prednison maakt het soms lastig om een gezond gewicht te houden. Door het medicijn heeft u meer zin in eten. En als u iets aan uw longen heeft, kan bewegen lastig zijn. Bijvoorbeeld omdat u snel moe wordt. Uw lichaam verbruikt dan minder energie dan nodig is om op gezond gewicht te blijven.

BMI: Body Mass Index

De BMI is de waarde die aangeeft of u een gezond gewicht heeft. Het geeft aan wat de verhouding is tussen hoe zwaar u bent en hoe lang u bent. Op de website van het Voedingscentrum kunt u uw BMI berekenen. U kunt uw BMI ook zelf berekenen:

  1. Noteer uw gewicht in kilo’s en uw lengte in meters.
  2. Deel uw gewicht door uw lengte
  3. Deel de uitkomst nog een keer door uw lengte.

Het getal dat daar uitkomt is uw BMI.

  • Een BMI tussen de 18,5 en 25 wijst op een gezond gewicht.
  • Een BMI van 25 tot 30 wijst op matig overgewicht
  • Een BMI boven de 30 wijst op ernstig overgewicht. We hebben het dan ook wel over obesitas.

Mensen met overgewicht hebben meer kans op ernstige ziekten. Denk aan suikerziekte, hoge bloeddruk, galstenen, hart- en vaatziekten, slaapapneu, klachten aan de rug of aan de gewrichten en bepaalde soorten kanker. De richtlijnen van het Voedingscentrum helpen u om de juiste keuzes voor eten en drinken te maken. En zo een gezond gewicht te krijgen of te houden.

Richtlijnen voor voeding

Het Voedingscentrum heeft richtlijnen opgesteld. Die geven aan hoe u elke dag genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt.

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per leeftijd

Voedingsmiddelen 19-50 jaar 51-70 jaar 71 jaar en ouder
Groente 200 gram
4 opscheplepels
200 gram
4 opscheplepels
150 gram
3 opscheplepels
Fruit 200 gram
2 stuks
200 gram
2 stuks
200 gram
2 stuks
Brood 6-7 sneetjes 5-6 sneetjes 4-5 sneetjes
Aardappelen, rijst, pasta
en peulvruchten
200-250 gram
4-5 aardappelen/
opscheplepels
150-200 gram
3-4 aardappelen/
opscheplepels
100-200 gram
2-4 aardappelen/
opscheplepels
Melk(producten) 450 ml 500 ml 650 ml
Kaas 1,5 plak
30 gram
1,5 plak
30 gram
1 plak
20 gram
Vlees(waren), vis, kip, eieren,
vleesvervangers
100-125 gram 100-125 gram 100-125 gram
Halvarine 30-35 gram
5 gr per sneetje
25-30 gram
5 gr per sneetje
20-25 gram
5 gr per sneetje
Bak-, braad- en frituurproducten 15 gram 15 gram 15 gram
Olie 1 eetlepel 1 eetlepel 1 eetlepel
Dranken (incl. melk) 1,5 – 2 liter 1,5 – 2 liter 1,5 – 2 liter

 

In de tabel staat per soort eten hoeveel u daar elke dag van kunt nemen. Binnen elke soort kunt u uit veel dingen kiezen. De ene keus is soms gezonder dan de andere. Het Voedingscentrum heeft dat per soort eten verder uitgewerkt. Hierbij is bijvoorbeeld gekeken naar hoeveel vet of vezels in een product zitten. Hoe minder vet en hoe meer vezels, hoe beter. Het Voedingscentrum gebruikt de volgende indeling:

Bij voorkeur

Met deze producten kiest u voor goede voeding. Ze leveren weinig vet en niet veel energie.

Middenweg

Deze producten mag u af en toe gerust eten. Ze leveren wel wat meer energie dan die uit de eerste categorie.

Bij uitzondering

Dit zijn producten met veel vet of suiker. Ze geven dus veel energie. Als u vaak kiest uit de groep ‘Bij voorkeur’, mag u best ook eens een product uit deze groep nemen. Maar kies daarna dan weer voor de groep ‘bij voorkeur’.

Groente

Het hele jaar daar kunt u uit allerlei soorten groente kiezen. Qua voedingswaarde maakt het niet uit of u kiest voor verse groente of groente uit de diepvries of uit pot of blik. Voegt u boter, olie of saus toe aan de groenten? Dan is het energiegehalte hoger. Verse tuinkruiden als bieslook en peterselie of kruiden als nootmuskaat geven extra smaak, maar geen extra calorieën.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Alle soorten verse groenten,
groente uit diepvries, blik of pot zonder toevoegingen
Groentepuree, tomatensap,
vruchtensap
Groenten à la crème of met saus

Fruit

Neem iedere dag twee porties fruit. Meer is niet nodig, want fruit levert ook energie. Doe ook eens fruit op uw brood. Kiest u fruit uit blik? Let er dan op dat er geen extra suiker is toegevoegd in de vorm van siroop.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Alle soorten vers fruit, fruit uit
diepvries, blik of pot op water of eigen sap
Vruchtenpuree zonder
toegevoegde suikers,
sinaasappelsap met vruchtvlees
Fruit uit blik of pot op siroop,
appelsap, druivensap,
sinaasappelsap zonder
vruchtvlees

Brood en broodvervangers

Brood levert zetmeel, eiwit, voedingsvezel en verschillende vitamines en mineralen. Kies vooral voor volkorenbrood. Daar zitten meer voedingsvezels in. De meeste soorten brood geven dezelfde hoeveelheid energie. Een broodje levert meer energie dan een snee brood. Het is namelijk bijna twee keer zo zwaar dan een snee brood. Bij luxe broodsoorten is bij de bereiding vaak extra vet toegevoegd.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Volkorenbrood (alle soorten), roggebrood, volkorenkrentenbrood, volkorenknäckebröd, mueslibrood, brinta, Bambix, 8 granen ontbijt Bruinbrood (alle soorten), muesli zonder toegevoegde suiker Wit brood, krentenbrood, beschuit (alle soorten), croissant, meeste soorten knäckebröd, gezoete ontbijtgranen, zoals cruesli, cornflakes, rice crispies en honey pops.

Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten

Aardappelen, rijst en pasta zijn geen dikmakers. Het zijn de vette sauzen en vette jus die veel energie leveren. In aardappelen en pasta zit juist zetmeel en vezels. Vezels zijn nodig om de darmen goed te laten werken. En ze geven een vol gevoel na het eten.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Gekookte aardappelen,  peulvruchten (alle soorten) Aardappelpuree, volkoren pasta, zilvervliesrijst, couscous Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, pasta, rijst

Melkproducten

De hoeveelheid vet en energie verschilt erg per melkproduct. In halfvolle of magere producten zit minder energie en vet dan in het normale, volle product. Zo zit in een beker volle melk vijf gram vet en in een beker halfvolle melk twee gram. Minder vette melkproducten hebben wel evenveel kalk en B-vitamines als de volle soorten. Aan chocolademelk, zuiveltoetjes en yoghurtdrank is suiker toegevoegd. Daar zit dus meer energie in dan in andere magere melkproducten.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere kwark, magere vruchtenyoghurt en magere vla zonder toegevoegde suikers Halfvolle melk, halfvolle yoghurt, magere vruchtenkwark Volle melk, volle yoghurt, volle vla, magere vla met suiker, meeste soorten vruchtenyoghurt en yoghurtdranken met suiker, alle soorten chocolademelk met suiker, alle soorten pudding

Kaas

In kaas kan veel vet zitten. Daardoor kan het veel energie leveren. Niet alle kazen zijn even vet. Het getal voor de + geeft aan hoeveel vet in de kaas zit. En dus hoeveel energie die kaas levert. De begrippen jong, jong belegen, belegen en oud geven iets aan over de leeftijd van de kaas. Niet over hoeveel vet of energie er in zit.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
20+ en 30+ kaas, 30+ Camembert, Mozarella, hüttenkäse, verse geitenkaas, verse light kaas 40+ Edammer, 45+ Camembert, 50+ Brie, Maasdammer, 40+ Friese nagelkaas, Saint Paulin, Parmezaanse kaas, Limburgse kaas 48+ Goudse kaas, alle soorten smeerkaas en korstloze kaas, alle soorten roomkaas, 60+ (room)brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyère, Stilton, Cheddar, rookkaas

Vleeswaren

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Beenham, achterham, schouderham, casselerrib, gekookte lever, varkensfricandeau, magere knakworst, kipfilet, vegetarische paté Knakworst Meeste soorten worst, rauwe ham, leverkaas, rookvlees, leverpastei, paté

Vlees, vleesvervangers, kip en ei

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Mager rund- en varkensvlees zoals runderbaklap, entrecote, rosbief, hamlap en varkensfilet, vegetarisch gehakt, vegetarische burgers, Valess, kipfilet, gekookt ei Rundergehakt, kip met vel Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, slavinken, worst, gebakken ei

Vis, schaal- en schelpdieren

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Alle verse vis en vis uit diepvries en blik, zoute en zure haring, gestoomde makreel, gerookte zalm, mosselen, garnalen Vissticks, kibbeling, lekkerbekje

Vetten en oliën

Vet en olie om warme maaltijden in te maken, bestaat meestal voor 80 tot 100 procent uit vet. Het lichaam heeft dit vet nodig, omdat er vitamine A, D en E in zit. Om op gewicht te blijven, is het belangrijk niet meer te gebruiken dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.

Bij voorkeur middenweg uitzondering
Halvarine, alle soorten olie, vloeibare margarine en vloeibare bak-, braad- en frituurproducten Margarine uit een kuipje Margarine uit pakjes, roomboter, hard bak-, braad- en frituurvet

Tussendoortjes

Vaak bevatten tussendoortjes veel suiker en veel vet en dus veel calorieën. Let daarom op het soort tussendoortje dat u neemt. Neem niet vaker dan drie keer per dag een tussendoortje. En kies voor iets gezonds. Bijvoorbeeld een boterham, fruit of zuivel. Kiest u voor een koekje? Dan is het belangrijk dat dit koekje niet te veel calorieën bevat. Bijvoorbeeld een biscuitje, speculaasje, bokkenpootje, café noir of een plak ontbijtkoek. Neem liever geen stroopwafel of een andere luxe, grotere koek. Houdt u van hartige tussendoortjes? Neem dan een cracker of toastje met hartig beleg.

Beweging

Beweging is belangrijk om de energie die u inneemt en de energie die u verbruikt in balans te houden. Bewegingsdeskundigen adviseren een half uur per dag te bewegen. Als u wilt afvallen is het advies om elke dag een uur te bewegen. Het liefst in blokjes van tien minuten. Dat zorgt dat het lichaam de vetreserves gaat aanspreken.

Tips om meer te bewegen

  • Maak tijdens de lunchpauze een wandeling.
  • Gebruik de fiets als vervoermiddel of ga lopen.
  • Reist u met openbaar vervoer? Stap een halte eerder uit. Of neem de fiets naar de plek waar u opstapt.
  • Maak een wandeling na het eten.
  • Neem de trap in plaats van de lift.

Heeft u een longaandoening en bent u snel benauwd? Dan zijn deze tips voor u misschien niet te doen. Overleg met uw arts of longverpleegkundige wat u in plaats daarvan kunt doen. Zo kunt u bijvoorbeeld met een fysiotherapeut kijken hoe u meer kunt bewegen zonder klachten te krijgen.

Tips bij afvallen

Bedenk waarvoor u het doet

Een gezond gewicht heeft verschillende voordelen. U raakt minder snel buiten adem en beweegt makkelijker. Ook geeft een gezond gewicht u meer zelfvertrouwen. Houd in gedachte waarom u een gezond gewicht wilt houden of krijgen. Denk daar aan terug als u het even niet meer ziet zitten.

Niet te veel en niet te snel

Wilt u afvallen? Bedenk dan welk gewicht u wilt bereiken. Zorg dat dat gewicht haalbaar is en dat u dat gewicht kunt vasthouden. Maak uw doel dus niet te groot. De kans is dan groter dat u dit gewicht vast kunt houden. Vijf of tien procent minder dan u nu weegt is vaak goed te doen. En zorgt dat u gezonder wordt.

Val ook niet te snel af. Anders verliest u ook spiermassa. Het is dan moeilijker om op uw nieuwe gewicht te blijven. U heeft dan meer kans dat u weer snel aankomt. Bijvoorbeeld een halve kilo per week afvallen is een mooi doel.

Genoeg eten

Afvallen betekent niet dat u weinig moet eten. Als u te weinig eet, raakt u meer spiermassa kwijt en krijgt u tussendoor honger. Het is dan lastiger om niet even tussendoor een koekje of snoepje te pakken. Kies daarom voor drie gezonde maaltijden per dag. En neem niet meer dan drie tussendoortjes per dag.

Zwakke momenten ontdekken

We hebben allemaal onze zwakke momenten. Dan kiezen we ook sneller voor iets ongezonds. Het helpt om een eetdagboek bij te houden. Zo ziet u wat uw zwakke moment zijn. Als u dit weet, kunt u daar als eerste mee aan de slag. Het is ook prima om uzelf af en toe iets lekkers te gunnen. Het voorkomt dat u op uw zwakke momenten snel ongezonde lekkere dingen pakt.

Honger in het hoofd of echt trek

Als u zin heeft in eten, is het goed u af te vragen of het échte trek is. Dorst of moeheid kan bijvoorbeeld ook een gevoel van trek geven. Ga ook na of uw lichaam of uw hoofd aangeeft trek te hebben. We noemen dat maaghonger of hoofdhonger. Bij maaghonger geeft uw lichaam aan trek te hebben. Bij hoofdhonger wilt u bijvoorbeeld eten (of snoepen) omdat:

  • u verveeld bent
  • het een gewoonte is
  • u niet tevreden bent
  • u verdrietig of blij bent

Bedenk dus waarom u wilt eten.

Uit eten, op visite of een feestje

  • Durf nee te zeggen als mensen in uw omgeving blijven aandringen om iets lekkers te nemen. Als de ander ziet dat u twijfelt, zal hij blijven aandringen. Probeer sterk te blijven.
  • Heeft u binnenkort een feestje? Maak vooraf al keuzes en afspraken met uzelf. Kiest u voor de taart, hapjes of alcohol? Bedenk ook hoeveel u neemt. Probeer dan ook te genieten van waar u voor kiest.
  • Hoe gaat u om met uw dieet als u uit eten gaat? U kunt bij het voorgerecht bijvoorbeeld kiezen voor een heldere soep. Of twee voorgerechten kiezen in plaats van een voorgerecht en een hoofdgerecht. Kies bij het nagerecht voor koffie of thee of vers fruit. Het liefst zonder slagroom.

Leer van fouten

Heeft u een slecht moment gehad en bent u de fout in gegaan? Fouten horen erbij. Daar kunt u van leren. Probeer meteen weer op de goede manier door te gaan. Wacht daar niet mee tot de volgende dag.

Om zelf in te vullen

Tijdens het gebruik van prednison raden we u aan om u elke week of om de week te wegen. U weet dan of uw gewicht hetzelfde blijft. In dit schema kunt u uw gewicht bijhouden:

Uw gewicht Datum gewicht Opmerkingen

 

Contact