Centraal Bacteriologisch en Serologisch Laboratorium (CBSL)

Centraal Bacteriologisch en Serologisch Laboratorium

Het CBSL is het medisch microbiologisch laboratorium in de Gooi- en Vechtstreek,
gelokaliseerd in Tergooi MC.

Het CBSL is te vinden op het ziekenhuisterrein van de oudbouw van Tergooi MC locatie Hilversum en heeft een eigen ingang (van Riebeeckweg), te bereiken via parkeerterrein Van Riebeeck.

Op deze pagina vindt u praktische informatie met betrekking tot het inzenden van materiaal en de onderzoeken die wij voor u verrichten.

Materiaal afgifte

Op maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur kunt u te onderzoeken materiaal rechtstreeks naar het CBSL brengen of in de nieuwbouw afgeven bij de bloedafname poli op D0.

Op weekend- en feesdagen kunt u het materiaal tot 12.00 uur afgeven bij het CBSL.

Informatie voor aanvragers

eLabgids Tergooi MC: Onderzoeken die wij verrichten inclusief doorlooptijden


In de eLabgids van Tergooi MC vindt u alle onderzoeken die wij verrichten met een korte uitleg hierbij.
Ook vindt u hierin de doorlooptijden per test.
Bekijk de eLabgids van Tergooi MC

 

Aanvullende informatie kunt u terugvinden in ons diagnostisch vademecum infectieziekten

Instructie voor afname met betrekking tot de Corona (SARS-CoV-2) PCR vindt u terug in: Instructie afname SARS-CoV-2 PCR

Bloedmonsters voor serologische bepalingen

Storende factoren in bloedmonsters:
Bloedmonsters die afgenomen worden voor de serologische bepalingen, worden gecontroleerd op storende factoren door hemolyse, icterie of lipemie. Bij verdenking op extreme hemolyse, icterie of lipemie, wordt de bepaling niet uitgevoerd en wordt contact opgenomen met de aanvrager over de vervolgacties.

 

Incubatietijd infectieserologie:
Neem bij infectieserologie in acht dat infectieziekten een incubatieperiode hebben. Meer informatie over incubatieperioden is te vinden op de website van het RIVM, www.rivm.nl 

 

Uitzonderlijke incubatieperioden: 
HCV serologie:
Een negatieve HCV-antistoftest sluit een HCV-infectie in de meeste gevallen uit. Een HCV-infectie zonder aantoonbare HCV-antistoffen kan voorkomen bij immuungecompromitteerde personen en bij personen met een recente HCV-infectie vanwege de relatief lange periode tussen besmetting en het aantoonbaar worden van HCV-antistoffen in bloed (gemiddeld 60-70 dagen).
Borrelia serologie:
Bij patiënten met gelokaliseerde of vroege gedissemineerde lymeziekte en een korte ziekteduur kan het zijn dat de antistofrespons nog niet op gang is gekomen. De sensitiviteit van antistoftesten is dan uiteraard lager dan in latere stadia. Vervolgserologie bij vroege lymeziekte verhoogt de sensitiviteit. Bij patiënten met manifestaties van vroege gedissemineerde lymeziekte en meer dan 8 weken klachten en bij patiënten met late uiting van lymeziekte, is de sensitiviteit hoog en benadert de 100%. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met het CBSL

Hix-instructie voor aanvragen Medische Microbiologie

In de powerpoint hieronder is uitgelegd hoe u materiaal voor het CBSL kunt aanmelden in HIX.
Deze uitleg geldt alleen voor interne aanvragers binnen Tergooi MC.

Link naar powerpoint

Meldingsplicht bij STEC/EHEC Diarree

Per 8 juli 2016 zijn de criteria gewijzigd voor de wettelijke meldingsplicht van diarree veroorzaakt door shigatoxineproducerende E. coli (STEC), ook wel verotoxineproducerende E. coli (VTEC) of enterohemorragische E. coli (EHEC) genoemd.

 

Via onderstaande link leest u de nieuwe meldingscriteria:
Nieuwe meldingscriteria STEC

Toelichting op moleculaire diagnostiek voor bacteriële vaginose (PCR bacteriële vaginose)

M.b.v. de PCR voor bacteriële vaginose worden 5 micro-organismen aangetoond:

  • Atopobium vaginae
  • Megasphera phylotype I
  • Gardnerella vaginalis
  • Lactobacillus crispatus
  • Lactobacillus iners

In een uitgebreide klinische studie door het CBSL samen met de huisartsen in Almere/Gooi/Vechtstreek en de gynaecologen van Tergooi MC is geëvalueerd hoe deze PCR geïnterpreteerd moet worden in samenhang met de kliniek en de ‘gouden standaard’ voor de (laboratorium)diagnose bacteriële vaginose: de Nugent-score op het Grampreparaat van fluor vaginalis.

  • De aanwezigheid van (veel) Lactobacillus iners duidt op een verschuiving in de vaginale flora van gezond naar pathogeen.
  • De aanwezigheid van (veel) Lactobacillus crispatus duidt op een gezonde vaginale flora.
  • De aanwezigheid van Atopobium, Megasphera en Gardnerella duidt op bacteriële vaginose.
  • Indien slechts één of twee van deze bacteriën aanwezig is, hangt het weer af van de verhouding tussen de bovengenoemde Lactobacillen of de diagnose bacteriële vaginose waarschijnlijk dan wel onwaarschijnlijk is.
  • Het enkel aantonen van Gardnerella is bijvoorbeeld onvoldoende om een diagnose bacteriële vaginose te stellen: er zijn veel gezonde vrouwen die Gardnerella bij zich hebben, zonder klachten van een fluor vaginalis.

De lactobacillen index geeft de verhouding ‘goede’/ ’foute’ lactobacillen aan:

  • Index > 1: meer Lactobacillus crispatus dan Lactobacillus iners (en duidend op gezonde vaginale flora)
  • Index < 1: meer L. iners dan L. crispatus (en duidend op ‘pathogene’ flora)

 

U kunt bij de PCR-uitslag de volgende interpretatie vinden:

  • uitslag past bij bacteriële vaginose
  • uitslag kan passen bij bacteriële vaginose
  • geen aanwijzing voor bacteriële vaginose

 

Behandeling
Bacteriële vaginose is een (tijdelijke) verschuiving in de vaginale flora, waarbij de ‘ongezonde’ flora overheerst en vervelende klachten kan veroorzaken.

Indien antibiotische therapie wordt overwogen, kan op basis van de tot nu toe bekende literatuur een kuur metronidazol (2dd500 mg p.o., 7 dagen) worden voorgeschreven; uit recent onderzoek is echter gebleken dat m.n. de bacterie Atopobium vaginae in vitro vaak ongevoelig is voor metronidazol; indien deze bacterie is aangetoond is clindamycine (3dd300 mg p.o., 5 dagen of clindamycine vaginale crème 2% 1dd voor de nacht vaginaal, 7 dagen) een goed alternatief voor behandeling.

MRSA dragerschapsbehandeling

Bij dragerschap van meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) kunnen er indicaties zijn voor een dragerschapsbehandeling. Zie voor uitgebreide informatie de meest recente SWAB-richtlijn op hun website. Bij keuze voor een dragerschapsbehandeling dienen huisgenoten te worden mee behandeld, nadat is vastgesteld of zij ook MRSA-drager zijn.

 

Er wordt onderscheid gemaakt tussen ongecompliceerd en gecompliceerd dragerschap.

 

Men spreekt van ongecompliceerd MRSA-dragerschap, wanneer dit voldoet aan onderstaande punten:

  • individu zonder actieve infectie met MRSA en
  • MRSA is in vitro gevoelig voor de toe te passen antibiotica en
  • er zijn geen actieve huidlaesies en
  • er is geen lichaamsvreemd materiaal dat een verbinding vormt tussen milieu interieur en milieu exterieur (bijvoorbeeld urine catheter, fixateur externa) en
  • dragerschap is uitsluitend in de neus gelokaliseerd.

 

Men spreekt van gecompliceerd MRSA-dragerschap, wanneer dit voldoet aan minstens één van onderstaande punten:

  • dragerschap bevindt zich in keel, perineum of huidlesies, onafhankelijk van neusdragerschap en/of
  • er zijn actieve huidlaesies en/of
  • er is lichaamsvreemd materiaal dat een verbinding vormt tussen milieu interieur en milieu exterieur en/of
  • MRSA is in vitro ongevoelig voor mupirocine en/of
  • eerdere behandelingen volgens de adviezen bij ongecompliceerd dragerschap hebben gefaald.

 

De dragerschapsbehandeling bestaat uit:

  • mupirocine neuszalf 3 maal daags in beide neusgaten gedurende 5 dagen
  • dagelijks wassen met Hibiscrub incl hoofdharen. NB Even laten inwerken voor het wegspoelen
  • dagelijks schone kleding, dagelijks schone handdoek en washandje
  • op dag 1, 2 en 5 beddengoed verschonen

Aanvullend bij gecompliceerd dragerschap:

  • antibiotica per os gedurende 7 dagen: combinatie van middelen op advies van de arts-microbioloog

 

Indien sprake is van actieve huidlaesies, eerste deze behandelen.
Indien er lichaamsvreemd materiaal aanwezig is dat een verbinding vormt tussen milieu interieur en milieu exterieur, bij voorkeur wachten tot dit verwijderd kan worden.

 

Controlekweken keel, neus, perineum en wonden/huidafwijkingen op dag 2, 9 en 16 dagen na beëindiging van de dragerschapskuur.

Richtlijn Lyme-borreliose (CBO)

In 2000 hebben leden van de Nederlandse Vereniging van Lymepatiënten het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO voorgesteld een richtlijn te ontwikkelen op het gebied van Lyme-borreliose. Het voorstel werd voorgelegd aan en goedgekeurd door de Medisch Wetenschappelijk Raad van het CBO.

Deze richtlijn is een document met aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het expliciteren van goed medisch handelen. De richtlijn beoogt een leidraad te geven voor de dagelijkse praktijk van de preventie, diagnostiek en behandeling van Lyme-borreliose. De richtlijn is geschreven voor en door de zorgverleners. De richtlijn biedt aanknopingpunten voor bijvoorbeeld transmurale afspraken of lokale protocollen, hetgeen voor de implementatie bevorderlijk is.

Richtlijn Lyme-borreliose (Definitieve versie 2013)

Topicale antibiotica (oog-/oormiddelen)

Voor antibiotica verwerkt in topicale combinatiepreparaten (oog- en oor-middelen) is het soms niet mogelijk om voor alle gekweekte bacteriën een interpretatie te geven van de gevoeligheid. Dit komt onder andere omdat de lokaal bereikte antibiotica-concentratie sterk wisselt (maar vaak hoog is). Over het algemeen zijn de volgende bacteriën gevoelig, tenzij ze door ons als ‘resistent’ worden afgegeven.

 

Bacitracine Gram-positieve bacteriën: o.a. S.aureus, Groep A Streptokokken

 

Chlooramfenicol Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën: o.a. Staphylokokken, Streptokokken, H.influenzaeMoraxella, Enterobacteriaceae

 

Colistine Gram-negatieve bacteriën: o.a. Enterobacteriaceae, P.aeruginosaAcinetobacterH.influenzae

 

Fusidinezuur Staphylokokken, (Streptokokken)

 

Neomycine Enterobacteriaceae, Staphylokokken

 

Ofloxacine Enterobacteriaceae, Pseudomonas aeruginosa, Staphylokokken, S.pneumoniae

 

Polymyxine-B Gram-negatieve bacteriën: o.a. Enterobacteriaceae, P.aeruginosaAcinetobacterH.influenzae

 

Tobramycine Enterobacteriaceae, P.aeruginosa, (Staphylokokken)

      Voorbeelden van Enterobacteriaceae zijn E.coliKlebsiella spp, Proteus spp.

Aanvraagformulier CBSL

Aanvraagformulieren en alle afname- en verzendmaterialen kunnen via de webshop van MCC Gooi en Vechtstreek aangevraagd worden bij de administratie van het CBSL.

 

Eventueel kunt u via onderstaande links ook het aanvraagformulier downloaden en printen. (Aanvragen via onze administratie heeft de voorkeur)
Aanvraagformulier CBSL eerste lijn (PDF)

Accreditatie ISO 15189:2012

 

ISO RvA M 254

 

Sinds 1 juli 2017 zijn wij als CBSL door de Raad voor Accreditatie(RVA) geaccrediteerd volgens de normen van de International Organization for Standardization(ISO).
Om preciezer te zijn norm ISO 15189:2012

–       Accreditatie verklaring
–       Scope van accreditatie (Zie het Diagnostisch Vademecum Infectieziekten voor specifieke onderzoeken)

–      Opgestuurde onderzoeken vallen onder de ISO 15189 accreditatie van het externe laboratorium en niet

onder de accreditatie van het CBSL.

Voor meer informatie over ISO verwijzen wij u naar de website van ISO: www.iso.org
Voor meer informatie over de RVA naar: www.rva.nl

 

Informatie voor patiënten

Informatie over blaasontsteking/urinekweek

In het stroomschema hieronder vindt u informatie over de test die uw dokter u heeft geadviseerd naar aanleiding van uw mictieklachten.

Stroomschema blaasontsteking/urinekweek

Informatie over diarree/parasieten PCR/bacterien PCR

In het stroomschema hieronder vindt u informatie over de test die uw dokter u heeft geadviseerd naar aanleiding van uw ontlastingklachten.

Stroomschema diarree/parasieten- en bacteriën-PCR

Informatie over diarree/bacteriekweek nav een positieve PCR

In het stroomschema hieronder vindt u informatie over de test die uw dokter u heeft geadviseerd naar aanleiding van een positieve PCR van uw ontlasting.

Stroomschema diarree/bacteriekweek n.a.v. positieve PCR

Informatie over SOA diagnostiek HIV antistof/antigeen test

In het stroomschema hieronder vindt u informatie over de test die uw dokter u heeft geadviseerd naar aanleiding van uw  klachten.

Stroomschema SOA diagnostiek HIV antistof/antigeen test

Informatie over SOA diagnostiek Chlamydia PCR

In het stroomschema hieronder vindt u informatie over de test die uw dokter u heeft geadviseerd naar aanleiding van uw  klachten.

Stroomschema SOA diagnostiek Chlamydia PCR

Informatie over bijzonder resistente micro organismen (BRMO)

Via onderstaande link vindt u de patiëntenfolder met informatie over bijzonder resistente micro organismen (BRMO)

BRMO patiëntenfolder

Triple Feces Test© (TFT) voor onderzoek op darmparasieten

Heeft u bezwaar tegen het gebruik van uw materiaal?

Mocht u een compliment, klacht of verbetersuggestie over of voor ons hebben dan kan u deze melden via onderstaande link:
Complimenten en Klachten

Heeft u bezwaar tegen het gebruik van uw materiaal?

Het CBSL kan uw materiaal anoniem gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Indien u daar bezwaar tegen heeft kunt u dit aangeven op de achterkant van het aanvraagformulier.

U kunt onderaan het formulier het vakje ‘bezwaar gebruik materiaal’ aankruisen.

U kunt bezwaar tegen het gebruik van uw materiaal ook aangeven bij uw behandelend arts.

 

Voor meer informatie of andere vragen kunt u contact opnemen met ons laboratorium, het CBSL, telefoonnummer 088 753 1220.

Over ons

Het Centraal Bacteriologisch en Serologisch Laboratorium is het medisch microbiologisch laboratorium in de Gooi- en Vechtstreek, gelokaliseerd in Tergooi MC en voert per jaar meer dan 100.000 onderzoeken uit voor medisch specialisten (van Tergooi MC), huisartsen, verloskundigen, andere zorginstellingen in de regio Gooi- en Vechtstreek en GGD instellingen in Flevoland en Gooi- en Vechtstreek. 

In het laboratorium werken vier artsen-microbioloog en ongeveer veertig analisten. Medewerkers van het laboratorium onderzoeken lichaamsmaterialen zoals bloed, ontlasting, urine, sputum en wondvocht. Het laboratorium beschikt over de modern ingerichte afdelingen bacteriologie, serologie/virologie, moleculair, parasitologie en mycologie.
Met geavanceerde apparatuur wordt gezocht naar ziekteverwekkers die o.a. luchtweg-, urineweg- en maagdarminfecties kunnen veroorzaken, maar ook bijvoorbeeld de ziekte van Lyme, hepatitis en seksueel overdraagbare aandoeningen (o.a. Chlamydia en HIV).  

Om goede diagnostiek te kunnen blijven leveren houdt het CBSL de nieuwste ontwikkelingen bij en past testmethodes regelmatig aan of neemt nieuwe technieken aan, zoals sequencen.
Daarnaast is het CBSL betrokken bij de behandeling van infectieziekten door te bepalen welke antibiotica geschikt zijn tegen de infectie.
Ook is het CBSL betrokken in de deelname aan het ABR netwerk en andere studies. 

Het werk van de artsen-microbioloog beperkt zich niet tot onderzoek alleen. Als een infectie(ziekte) is geconstateerd, volgt desgewenst advies over de behandeling aan de aanvrager van het onderzoek. Ook doet de arts-microbioloog mee aan artsen besprekingen op de Intensive Care. Ten slotte werkt de afdeling Medische microbiologie nauw samen met de afdeling Infectiepreventie en Steriliteit. 

Het CBSL staat voor hoge kwaliteit, service en snelle uitslagen.
Het laboratorium is goed bereikbaar voor huisartsen, medisch specialisten en andere aanvragers.
We zijn 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor vragen.
De afhandeling van de onderzoeken gebeurt in rap tempo en uitslagen worden digitaal verstuurd naar de verschillende aanvragers. 

De medische microbiologie staat niet stil. Nog steeds worden nieuwe bacteriën, virussen en behandelmethoden ontdekt. Ook nemen wereldwijd infectieziekten toe en groeit het aantal resistente bacteriën en virussen. Maar liefst zeven van de tien meest voorkomende ziekten in Nederland zijn infectieziekten, van onschuldige verkoudheid tot bronchitis, urineweginfecties en maagdarminfecties. 

Naast de klantgerichtheid heeft het CBSL haar medewerkers en het werkplezier hoog in het vaandel staan. En richt zich op een nauwgezette samenwerking met ziekenhuizen in de omgeving.

Medewerkers



Het team

Links

Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM speelt een belangrijke rol in de preventie, bestrijding en monitoring van infectieziekten.
De Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) formuleert landelijke richtlijnen voor antibioticagebruik. Deze dienen als basis bij het opstellen van lokale en regionale antibiotica formularia en zijn gericht op de volwassen patiënt.
De Nederlandse vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM).
De NVMM concentreert zich op geïntegreerde diagnostiek, consultatie, behandeling en preventie van infecties en infectieziekten.

ISO

Sinds 1 juli 2017 zijn wij als CBSL geaccrediteerd volgens de normen van de International Organization for Standardization(ISO).
Om preciezer te zijn norm ISO 15189:2022.
RvA M 254 De Raad voor Accreditatie is de nationale accreditatie-instelling van Nederland.