polikliniek Groeiontwikkeling
Sommige kinderen blijven klein, anderen groeien enorm hard. Soms treedt de puberteit vroeg in, soms later. Of helemaal niet. Kinderen willen liever niet anders zijn dan hun leeftijdgenoten en kunnen zich grote zorgen maken als hun ontwikkeling of groei anders verloopt dan bij leeftijdgenootjes. Een ziekte of psychische factoren kunnen de groei verstoren of de puberteit beïnvloeden.
Vaak is behandeling niet nodig en bent u én uw kind al een stuk geruster als u goede uitleg en advies krijgt. Maar soms komen onderliggende ziektebeelden naar boven. Als u met uw kind bent doorverwezen naar de groeipoli dan bekijkt de kinderarts op deze poli of er bij uw kind sprake is van een afwijking en of behandeling nodig is.
Voor wie is de polikliniek Groeiontwikkeling?
De groeipoli is er voor kinderen van 0 – 18 jaar. Als de groeigegevens op het consultatiebureau of bij de schoolarts afwijkend zijn, is een bezoek aan de groeipoli aan te raden. Ook als u of uw kind zich veel zorgen maakt over de groei of puberteitsontwikkeling, kan een bezoek aan de groeipoli zinvol zijn. Verwijzing vindt altijd plaats in overleg met de huisarts.
Te vroeg in de puberteit
Van te vroege puberteit is sprake als meisjes voor hun achtste en jongens voor hun negende lichamelijke kenmerken van de puberteit krijgen, bijvoorbeeld borstontwikkeling of schaamhaar. Goed uitgezocht moet worden wat de oorzaak hiervan is. De mogelijkheid bestaat om de puberteit tijdelijk af te remmen. Vooral meisjes hebben hier veel baat bij. De behandeling duurt minimaal twee jaar. Na het stoppen van de behandeling pikt de natuur het weer op.
Te laat in de puberteit
Het kan ook dat de puberteit laat intreedt of zelfs helemaal uitblijft. Ook hier kan in zeldzame gevallen een ziekte achter zitten. Bij late puberteit komt meestal op termijn alles goed. Bij jongens die heel klein blijven, kan soms de puberteit een handje worden geholpen met een behandeling met testosteron.
Te groot
Bij te grote kinderen zijn onderliggende ziektes zeldzaam. Misschien bent u en uw kind vooral benieuwd naar een voorspelling hoe lang uw kind zal worden. Hormonen om de groei te remmen worden eigenlijk niet meer toegepast. Epifysiodese (via een operatie de beenlengtegroei stoppen), wordt soms overwegen indien meisjes langer dan 185 cm en jongens langer dan 190 cm lijken te worden.
Te klein
Wanneer is een kind te klein? Als de groeigegevens op het consultatiebureau of bij de schoolarts afwijkend zijn, is een bezoek aan de groeipoli aan te raden. Vaak is behandeling niet nodig en volstaat goede uitleg en advies. Maar soms komen onderliggende ziektebeelden naar boven. Bijvoorbeeld een overgevoeligheid voor gluten of een traag werkende schildklier. Een behandeling met groeihormoon is alleen geschikt als uw kind zelf te weinig groeihormoon aanmaakt.
Hoe werkt de polikliniek Groeiontwikkeling?
- U komt op de polikliniek Groeiontwikkeling eerst bij de gespecialiseerde verpleegkundige die de vragenlijst met u doorneemt en daarna uw kind – en eventueel de aanwezige ouder(s) – uitgebreid meet. Van de ouder die niet meekomt, vragen we u een nauwkeurige en recente lengte mee te nemen. Daarna doet de verpleegkundige allerlei berekeningen en vult de de groeicurve compleet in. Deze gegevens worden verwerkt in ons EPD.
- Vervolgens gaat uw kind naar de afdeling Radiologie voor een foto van de linkerhand. Wanneer de kinderarts laboratoriumonderzoek nodig vindt, begeleidt de verpleegkundige uw kind hierbij.
- Als u bij de kinderarts komt, heeft deze bijna alle uitslagen voor zich liggen. De kinderarts kan direct uitleg geven over de groei- en/of puberteitsontwikkeling van uw kind.
- Als er afwijkingen zijn gevonden die verder onderzoek noodzakelijk maken, bespreekt de kinderarts dit uitgebreid met u en maakt indien nodig nodig afspraken.