Gerdine Kamp

in Gooi en Eemlander

11 februari 2020

Gerdine Kamp en haar collega Ellen Bannink onderzoeken Sam Ledeboer op de Groeipoli van Tergooi.
Gerdine Kamp en haar collega Ellen Bannink onderzoeken Sam Ledeboer op de Groeipoli van Tergooi. (foto Gooi en Eeemlander – Alexander Marks)

Gerdine Kamp (Groeipoli) trekt alles uit de kast in de zoektocht naar afwijkende groei

Een vroege puberteit, een gebrek aan groeihormoon, een traag werkende schildklier, een glutenallergie. Het kunnen zomaar redenen zijn waarom de groei van een kind afwijkt van het gemiddelde. Op de Groeipoli in Tergooi trekken kinderartsen en verpleegkundigen alles uit de kast om vast te stellen waarom een kind te groot of juist te klein is voor zijn leeftijd.

 

“Eén ding is zeker; ouders en patiëntjes gaan hier altijd met een antwoord weg’’, zegt Gerdine Kamp, (kinderarts en gepromoveerd op groei en puberteit), en tien jaar geleden oprichtster van de Groeipoli, die ze samen met kinderarts Ellen Bannink en een team van verpleegkundigen runt.

Op haar bureau ligt een röntgenfoto van een linkerhand. Hij is van een negenjarig meisje. Gerdine Kamp kijkt samen met huisarts in opleiding Jean-Paul Posthuma, die een tijdje meeloopt op de poli, naar het beeld. Ze pakt er een iPad bij waarop de foto is te zien van een gemiddelde negenjarige hand. Ze vergelijkt de twee foto’s met elkaar, en wijst naar de ruimtes tussen de handbotjes: dit zijn de groeischijven. “Daaraan kunnen we zien wat de biologische leeftijd van een kind is en vervolgens schatten wanneer de groei van het kind waarschijnlijk stopt.’’

Groeihormonen

Puzzelen noemt ze haar vak, net zo lang tot de oorzaak van de afwijkende groei is ontdekt. “Soms kunnen we er iets aan doen. Als een kind bijvoorbeeld geen groeihormoon aanmaakt, kunnen we dat gaan geven. Moet je eens kijken wat dat kan doen met een kind.’’ Op haar computerscherm verschijnt – de naam is vanwege de privacy afgeschermd – de groeicurve van een van haar patiëntjes. “Hij was nog heel klein toen hij hier voor het eerst kwam. Met een half jaar had hij de lengte en het gewicht van een baby van drie maanden. We ontdekten dat hij geen groeihormonen aanmaakte. Dat zijn we hem dus al op heel jonge leeftijd gaan geven.’’ Ze wijst naar de lijn, die eindigt als de patiënt volwassen is. “Kijk eens, hij heeft een mooie, gemiddelde lengte bereikt. Dit was nooit gebeurd als we niet hadden ingegrepen.’’

Op de poli met vrolijk ingerichte spreekkamers vol speelgoed, boekjes en knuffels is vandaag ook Sam Ledeboer. Sam is zes, zit in groep 2, en is klein voor zijn leeftijd. “Hij heeft er zelf helemaal geen last van, hoor’’, zegt zijn moeder, die na een bezoek aan de huisarts is doorverwezen naar de Groeipoli. Voordat ze met haar zoontje langs mocht komen in het ziekenhuis, heeft ze een uitgebreid formulier ingevuld waarin tal van vragen over de groei en de gezondheid van haar zoontje, maar ook over haar eigen lengte, die van de vader van Sam, en nog veel meer. “Sinds we deze informatie vooraf van patiënten verzamelen, hebben we veel sneller een compleet beeld,’’, legt dokter Kamp uit. “Een aanpak die inmiddels landelijk is overgenomen.’’ Wat de precieze reden is van de wat langzame groei van Sam, is nog niet duidelijk. “We zijn hier om dingen uit te sluiten’’, zegt zijn moeder, terwijl ze de hand van Sam vasthoudt, als zijn spanwijdte en zithoogte wordt opgemeten.

Groeischijven

Ook kinderen die veel langer dan gemiddeld dreigen te worden, kunnen op de Groeipoli terecht. Het gaat dan om een verwachte lengte bij meisje van boven de 1 meter 85/ 1 meter 90. En bij jongens boven de 2 meter 5/ 2 meter 10. Waar vroeger de groei nog werd afgeremd met hormonen, wordt nu vaak voor de optie ‘epifysiodese’ gekozen, ofwel een ingreep waarbij de groeischijven in de knieën uit het bot worden ‘gefreesd’, net boven en onder de knie, waardoor de groei in de benen stopt. Een eenvoudige ingreep, volgens Kamp, die leidt tot een kortere eindlengte. Maar voordat er wordt ingegrepen stelt ze de in haar ogen cruciale vraag: ‘Hoe ervaar je je eigen lengte?’. “Wij kunnen allemaal wel vinden dat iemand te groot of te klein is. Maar wat vindt die persoon er eigenlijk zelf van? Sommige mensen vinden het juist fijn om heel lang te zijn, of juist heel klein. Het gaat er namelijk niet om hoe lang je bent, maar om wíe je bent. De juiste lengte? Dat is een eindeloze, ethische discussie.’’

Psychologische hulp

Ze vertelt dat het ook vaak voorkomt dat er eigenlijk geen remedie is, dat een kind zijn toekomstige lengte zal moeten accepteren. “Daar besteden we veel aandacht aan, alleen al door uit te leggen dat er nu eenmaal grote en kleine mensen bestaan. Als het nodig is schakelen we ook psychologische hulp in. We doen veel aan verwachtingsmanagement, ook richting de ouders.’’

Volgens Kamp zijn er in de bijna tien jaar dat de Groeipoli bestaat grote stappen gezet. “We zijn beter in staat om oorzaken op te sporen. Dat gebeurt dus ook vaker.’’ De tijd dat Nederlanders steeds langer werden, is voorbij, vertelt Gerdine. “Je ziet dat die groei afvlakt. We zien nu vooral dat kinderen in de breedte groeien, dus te zwaar worden. Dat is echt een groot probleem.’’

Interview in Tergooi Podcast

Onlangs gaf Gerdine Kamp een interview aan de Tergooi Podcast. Het is interview van 20 minuten met kinderarts Gerdine Kamp over groei en genetica, communicatie met kinderen en de bijzondere rol die de Groeipoli inmiddels heeft verworven op het gebied van kindergroei. Ook te beluisteren via Apple Podcasts (iTunes), Google Podcasts, SoundCloud, Spotify en Stitcher.

Start deze podcast met de groene playbutton. Pauzeren is ook mogelijk. Scrollen in de tijdlijn kan ook.

Dit artikel verscheen op 11 februari 2020 in de Gooi en Eemlander en is geschreven door Marjolein Vos.

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief