Onze geschiedenis: Zonnestraal in Hilversum
Ziekenhuis Zonnestraal is in veel opzichten een vreemde eend in de bijt in de geschiedenis van de Gooise ziekenhuizen.
In het begin van de vorige eeuw was tuberculose een veel voorkomende ziekte in Nederland en zelfs de belangrijkste doodsoorzaak. Echte behandeling bestond in die tijd niet, wel was het idee ontstaan dat rust, schone lucht en gezonde voeding zou kunnen bijdragen aan een beter herstel van tuberculose. Dat waren dan behandeltrajecten van 1 tot 2 jaar! Om dat te verwezenlijken gingen de welgestelden met tuberculose naar Davos in Zwitserland maar in de loop van de 20e eeuw kwamen er vele sanatoria in landelijke en bosrijke gebieden in Nederland.
Zonnestraal is nooit gebouwd als ziekenhuis voor de regio maar als sanatorium/herstellingsoord voor mensen met tuberculose vanuit heel Nederland. Het initiatief lag bij de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (vooral groot in Amsterdam) om ook vakbondsleden de mogelijkheid te bieden om te herstellen van tuberculose in een sanatorium. De grote motor achter dit plan was de secretaris van de Bond, ‘ome’ Jan van Zutphen.
Financiering
Het benodigde geld voor de bouw van een sanatorium/herstellingsoord werd op verschillende manieren bij elkaar gebracht. In de eerste plaats was er het zogenaamde Koperen Stelen Fonds “Nieuw levenskracht”, opgericht in 1905. Dit fonds was een initiatief van de diamantarbeiders samen met de werkgevers.
Die koperen steeltjes werden gebruikt tijdens het slijpproces. De diamant zat in een loden dop op het uiteinde van een koperen steeltje. Door het buigen van het koperen steeltje werden de facetten op de diamant geslepen. Zo’n steeltje ging niet lang mee en werd vervolgens als afval beschouwd. Ze werden daarna verzameld en verkocht. Als geste van de werkgevers kwam de opbrengst in het Koperen Steeltjes Fonds terecht en kon naar inzicht besteed worden door de werknemers . De opbrengst van die steeltjes werd gebruikt voor ondermeer een uitgangsdag. Toen iemand de steeltjes voor zichzelf gehouden had besloot de vakbond om de opbrengst voortaan voor de tuberculose bestrijding te gebruiken. Het is aan Jan van Zutphen te danken dat dit geld bestemd werd voor de bouw van een sanatorium.
Deze opbrengst was echter onvoldoende om een sanatorium te realiseren. Het is ook nu weer Jan van Zutphen die onvermoeibaar op zoek gaat naar andere mogelijkheden. Daarvoor zoekt hij naar een procedé om uit het diamantslijpsel weer zuivere diamantstof terug te winnen. De Bond investeerde veel geld om dit te realiseren waarbij men op het punt heeft gestaan op te geven mede vanwege de hoge kosten. Uiteindelijk lukte het Professor Henri Ter Meulen in Delft om een procedé te bedenken waarmee dit mogelijk was. Hij stelde het ‘om niet’ ter beschikking aan het Koperen Stelen Fonds, waarmee de inkomsten explosief stegen en de bouw binnen handbereik kwam. Naast deze ‘eigen’ inkomsten werden ook landelijke inzamelingsacties op touw gezet en schonk de Amsterdamsche Juweliers Vereniging 100.000 gulden.
Realisatie
In 1919 waren er voldoende inkomsten om in het Loosdrechtse Bos in Hilversum de zogenaamde Pampahoeve te kopen. In totaal 116 ha. Het terrein werd omgedoopt tot Zonnestraal, een eerbetoon aan het gelijknamige Antwerpse TBC fonds wat zo onder de bezetting ( 1e wereldoorlog) geleden had. Vervolgens kreeg ‘De Nederlandse Vereniging tot het Oprichten van Arbeidskolonies voor Tuberculoselijders in Nederland’ opgericht in 1925 het terrein in eeuwigdurende erfpacht met de bedoeling daar een sanatorium/herstellingsoord voor mensen met tuberculose te stichten. Door een crisis in de diamantindustrie was er niet genoeg geld om te gaan bouwen. Zonnestraal ging verder onder protectoraat van het Rode Kruis. Zonnestraal werd daarmee voor alle gezindten. In de verzuilde maatschappij uit die tijd een unicum. H.C. Dresselhuys, secretaris van het Rode Kruis heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld.
Zonnestraal werd geïnspireerd door de nazorg kolonie Papworth in Engeland. Naast gezonde lucht, goede voeding en rust werd ook arbeid beschouwd als onderdeel van het genezingsproces. Zonnestraal werd ook meer opgezet als herstellingsoord dan als sanatorium. De bedoeling was dat mensen met tuberculose eerst kuurden in een sanatorium en vervolgens kwamen herstellen in Zonnestraal. Om arbeid mogelijk te maken werden een aantal werkplaatsen ( de barakken) gebouwd.
In 1925 is de vereniging Zonnestraal opgericht. De vereniging nam de organisatie van de zorgverlening in het sanatorium op zich. Zonnestraal, geopend in 1928, werd ontworpen door de architecten Duiker en Bijvoet op voordracht van de beroemde Berlage, die al het kantoor van de diamantbewerkers bond ( ‘De Burcht’ in Amsterdam) had ontworpen. De architectuur van het hoofdgebouw, het Ter Meulenpaviljoen en het Dresselhuyspaviljoen en de werkplaatsen trokken wereldwijde aandacht door de destijds ongekende doorzichtigheid en helderheid, de ‘Nieuwe Zakelijkheid’. In 1933 maakte een schenking door de Londense diamantair M.L.van Moppes de eerste 3 nazorgwoningen mogelijk.
Het ‘confessionele’ karakter
Tja, confessioneel? Het tegenovergestelde zou je bijna zeggen. Waar in Nederland veel ziekenhuizen werden gesticht vanuit een kerkelijke achtergrond was Zonnestraal in feite een initiatief van de ‘socialisten’. De vakbond van diamantbewerkers. Er was een onmiskenbaar linkse signatuur. In het verlengde daarvan trof je in Zonnestraal dus ook geen kapel aan zoals dat in alle confessionele ziekenhuizen wel het geval was. Mede omdat patiënten in de tijd dat Zonnestraal nog een sanatorium was lang verbleven en ook een aantal langdurig op het terrein bleven wonen ontstond een ‘community’ achtige sfeer die tot eind toe wel is blijven bestaan. Dat wordt ook duidelijk teruggehoord in de gesprekken met oud medewerkers van Zonnestraal. Doordat Zonnestraal voor alle gezindten was werden er op Zonnestraal wel kerkdiensten gehouden. In principe iedere zondag met beurtelings een katholieke en een protestante dienst.
Door de jaren heen
De tweede wereldoorlog was in veel opzichten een kentering voor Zonnestraal. Het terrein van vliegveld Hilversum was tijdens de tweede wereldoorlog 4x zo groot als nu en grensde aan het terrein van Zonnestraal. Op het Zonnestraal terrein werden ondermeer vliegtuigen geassembleerd waarbij de Duitsers gebruik maakten van de bescherming van het grote rode kruis op het hoofdgebouw van Zonnestraal. Ze hoopten dat er om die reden niet gebombardeerd zou worden. De Duitsers bouwden op het terrein ook huizen die niet te onderscheiden waren als zodanig, maar eigenlijk bunkers waren ( idem op Deelen en Twente) met hele dikke muren. Na de oorlog werden deze omgebouwd tot twee-onder-een kappers om onderdak te geven aan gezinnen van patiënten met tuberculose. Die gezinnen konden dus, ook na herstel van de patiënt nog enige tijd op het terrein blijven wonen om weer te integreren in de maatschappij. We moeten niet vergeten dat het krijgen van tuberculose in die tijd rampzalig was voor een gezin. Mensen met tuberculose werden toch enigszins verstoten uit de maatschappij en raakten ook hun baan en dus inkomen kwijt. Zonnestraal wilde ze begeleiden in het hele traject.
Op terrein van Zonnestraal zijn 5 struikelstenen ( Stolpersteinen) ter herinnering aan 5 Joodse patiënten, die de oorlog niet overleefd hebben. Er waren tot 1943 Joodse patiënten (die koosjer aten in een eigen eetruimte) terwijl Hilversum als eerste NL stad een NSB burgemeester had en vanaf 1940 joden geleidelijk uit het openbare leven werden geweerd.
Maar er was nog een andere reden waarom de jaren 40 en 50 een omslag betekenden voor Zonnestraal. In eerste instantie vreesde de gemeente Amsterdam in 1945 een enorme toename van het aantal mensen met tuberculose door de slechte leefomstandigheden en de mensen die ziek terugkwamen uit Duitsland. Daarom schonk de gemeente kort na afloop van de oorlog 1 miljoen gulden aan Zonnestraal om uit te breiden met 126 bedden om de Amsterdamse ’teringlijders’ op te vangen. Tegen de tijd dat die uitbreiding klaar was (de barakken) was het echter eigenlijk al niet meer nodig. Door betere hygiënische omstandigheden maar vooral ook door de nieuwe mogelijkheid om tuberculose met medicijnen (tuberculostatica) te behandelen bleken de sanatoria snel overbodig. Amsterdam kampte in die tijd wel met een ander probleem: er was volstrekt onvoldoende capaciteit in de hoofdstad om het toenemende aantal geriatrische patiënten op te vangen. De uitgebreide capaciteit van Zonnestraal bood daarvoor soelaas en zo ontstond in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw een grote afdeling geriatrie in de gebouwen van Zonnestraal. Daarnaast legde men zich met de orthopeed Koekenberg toe op orthopedische ingrepen en ontstond een afdeling hartrevalidatie voor patiënten uit de Utrechtse en Amsterdamse regio.
In 1957 kreeg het hele complex de functie van algemeen ziekenhuis en in 1969 eindigde de functie van sanatorium. Daarmee ontstond een derde algemene ziekenhuis in de zuidelijke regio van het Gooi, zeer tegen de zin van de bestaande ziekenhuizen (RKZ en Diakonessenhuis) die Zonnestraal als een concurrent zagen. Zij bestempelden Zonnestraal gekscherend wel als een algemeen ziekenhuis met geriatrisch waterhoofd (250 bedden voor de geriatrie in de hoogtijdagen).
De geriatrie verdween langzaam toen in 1975 het Slotervaart ziekenhuis werd geopend met een grote geriatrie afdeling. De Amsterdamse geriatrie patiënten kwamen vanaf dat moment niet meer in Zonnestraal. Zonnestraal had eind jaren 70 wel moeite om de bedden te vullen. Het is dan ook bijzonder welkom dat in 1977 in Den Haag besloten werd om in Zonnestraal een groot centrum voor hartchirurgie te vestigen. Dat had te maken met een gebrek aan capaciteit in Nederland op dat moment en hartpatiënten via luchtbruggen naar ondermeer Amerika en Zwitserland vervoerd werden om daar geopereerd te worden. Naast Zonnestraal werd hartchirurgie ook toegewezen aan de Klokkenberg in Breda. Met dit besluit lijkt voor Zonnestraal een nieuwe fase aan te breken. De implicaties zijn dan ook heel groot gelet op het beoogde aantal operaties van 1000 per jaar. Dat is ook het moment dat J. Cherpanath als zwaargewicht directeur werd aangenomen om de hartchirurgie tot een succes te maken. Voor de andere 2 ziekenhuizen was deze toewijzing een bittere pil. Er waren op dat moment al voorzichtige gesprekken gaande over samenwerking van de ziekenhuizen in de zuidelijke regio van het Gooi waarbij geprobeerd werd Zonnestraal te marginaliseren. De toegewezen hartchirurgie aan Zonnestraal veranderde de status van Zonnestraal in de onderhandelingen echter drastisch.
De vreugde is echter van korte duur. Politieke motieven zorgden ervoor dat de aanvankelijke toezegging voor hartchirurgie ingetrokken werd en toegewezen aan Zwolle. Voor Zonnestraal een enorme teleurstelling. En het zou nog erger worden. In 1982 eiste staatssecretaris Gardeniers in Nederland een beddenreductie van 6000 bedden! Het besef begon langzaam steeds meer door te dringen dat de gezondheidszorg veel te duur werd en de overheid ging zich daarom steeds meer bemoeien met de gezondheidszorg. Om dat aantal bedden snel te kunnen reduceren werd een lijst opgesteld met ziekenhuizen die op korte termijn zouden moeten sluiten. En Zonnestraal stond op die lijst. Zonnestraal mobiliseert dan het landelijke netwerk waarmee eerder geld werd ingezameld om het sanatorium te bekostigen en haalt in korte tijd meer dan 50.000 handtekeningen op. Samen met behoorlijke politieke druk verdween Zonnestraal wel weer van dit lijstje maar het is pijnlijk duidelijk geworden dat Zonnestraal alleen geen toekomst heeft.
In 1981 werd nog aarzelend een intentie tot fusie van de 3 ziekenhuizen ondertekend mede onder druk van bovenaf. De ziekenhuizen gingen uiteindelijk verder als Streekziekenhuis Hilversum maar het zal nog tot 1991 duren voordat ze samen in het vernieuwde gebouw aan de van Riebeeckweg trekken. Het totale aantal bedden, aanvankelijk gepland op 600 bedden werd door Den Haag teruggebracht tot 450 bedden. Dan valt ook het doek voor Zonnestraal.
De oorspronkelijke architect van Zonnestraal, Duiker, en de functionalisten zagen een gebouw als een samenstel van vloeren, daken en wanden in beton, staal en glas die als een huid de mens en zijn activiteiten beschermt tegen invloeden van buitenaf. Ze waren ook van mening dat een gebouw vergankelijk mocht en moest zijn. In hun overtuiging zou Zonnestraal op enig moment overbodig zijn op het moment dat tuberculose op andere manieren genezen kon worden. Dat zou ook het einde van het gebouw moeten betekenen.
Zover is het gelukkig nooit gekomen hoewel er na 1991 een periode van ernstig verval is geweest. Ziekenhuis Hilversum heeft nog naarstig gezocht naar een alternatieve gezondheidsbestemming voor de gebouwen op het terrein en heeft het hoofdgebouw ook laten renoveren. Er is een tijdlang een zorghotel geweest (belangrijk initiatief van toenmalig directeur Chiel Huffmeijer) en ook uitgebreide revalidatie. Uiteindelijk is het hele complex verkocht aan investeerders. Het complex staat op de nominatie voor de werelderfgoedlijst en heeft nu diverse (para)medische en andere functies.
Epicrise
Zonnestraal is gesticht als sanatorium/herstellingsoord in 1928 op een groot landgoed in het Loosdrechtse bos op initiatief van de Bond van diamantbewerkers. Op dat moment bestaat er nog geen behandeling voor tuberculose en is men aangewezen op verzorging in een gezonde omgeving. Patiënten met tuberculose verbleven wel 1 tot 2 jaar in het sanatorium. In de filosofie van Zonnestraal waren niet alleen gezonde lucht, voeding en rust van belang, zij voegden arbeidstherapie als onderdeel van het genezingsproces toe.
Na de tweede wereldoorlog kreeg Zonnestraal het moeilijk, tuberculose kon behandeld worden met tuberculostatica en soms operatie, langdurige verpleging in een sanatorium was niet meer nodig. In het kielzog van alle andere sanatoria in Nederland werd gezocht naar alternatieven. Zo ontstond in Zonnestraal in de jaren 60 een grote afdeling geriatrie voor patiënten uit Amsterdam. Ook de afdelingen orthopedie en revalidatie werden groot. Eind jaren 50 werd de functie sanatorium van Zonnestraal opgeheven en werd het een algemeen ziekenhuis met ook algemene ziekenhuisfuncties inclusief een Eerste Hulp. Het Diaconessenhuis en de RKZ in Hilversum zijn daar niet blij mee.
In de jaren 60 wordt steeds meer (mede onder invloed van de overheid) druk gevoeld om samen te werken. Diaconessenhuis en RKZ opteren in eerste instantie voor een nieuw confessioneel fusie ziekenhuis in de zuidelijke regio van het Gooi. Voor Zonnestraal zien ze hooguit een functie als categoraal ziekenhuis weggelegd. In het nieuwe fusieziekenhuis is voor Zonnestraal geen plaats. Uiteindelijk keert de wal wel een beetje het schip. Om meerdere pragmatische redenen werd Zonnestraal toch bij de plannen betrokken en in 1981 werd een intentie tot fusie tussen de 3 ziekenhuizen getekend. In 1991 opende het nieuwe fusieziekenhuis (Streekziekenhuis Hilversum) haar deuren aan de Van Riebeeckweg. Zonnestraal houdt dan de facto op te bestaan.