Janneke Brink

interview

1 april 2020

Janneke Brink-Daamen, voorzitter van de raad van bestuur (foto Alexander Marks)

Interview met Janneke Brink met de Gooi en Eemlander

Tergooi, locatie Hilversum. Op de parkeerplaats is het stil. Voor de witte triagetenten bij de hoofdingang van het ziekenhuis staat geen wachtrij. De korte check, die iedere bezoeker ondergaat, verloopt snel: heeft u koorts, hoest u, bent u verkouden of heeft u hoofdpijn, vragen de verpleegkundigen. Nee? Dan is de weg vrij naar de centrale hal van het ziekenhuis. Hier kun je een speld horen vallen. Dat een vleugel verderop, mensen liggen te vechten voor hun leven, artsen artsen en verpleegkundigen alles uit de kast halen om coronapatiënten alle nodige zorg te bieden, is haast niet voor te stellen.

 

Dit artikel verscheen op 31 maart 2020 in de Gooi en Eemlander en is geschreven door Marjolein Vos.

De werkkamer van Janneke Brink-Daamen (voorzitter van de raad van bestuur) ligt op de vierde verdieping. De voorjaarszon schijnt fel naar binnen. Brink draait – net als haar collega’s – overuren. Ja, het lukt haar nog om ’s avonds laat het werk even los te laten. “Het laatste uur voordat ik ga slapen, moet ik even een simpele Netflix-serie kijken. En ik heb een man die heel goed voor me zorgt. Hij is zzp’er en heeft nu even geen werk, dus tijd om heerlijk te koken.’’

Tweehonderd procent

Thuis en werk. Nog nooit lagen in haar beleving die twee werelden zover uit elkaar als nu tijdens deze coronacrisis. “Het zijn pittige tijden. En toch staat iedereen hier gewoon; de verpleegkundigen artsen die dag in dag uit tweehonderd procent geven voor al die patiënten. Als ze hier zijn, is privé er even niet, terwijl zij ook ineens met partner en kinderen thuis zitten, grote zorgen hebben om hun ouders. Het is een waanzinnige tijd.’’

Het team van verpleegkundigen en artsen. Dat is waar Brink tijdens dit gesprek veel over wil vertellen. Over hun niet aflatende betrokkenheid, hun enthousiasme, hun energie. “Het blijft idioot; het is heel ernstig en naar wat er met het land gebeurt en toch straalt iedereen hier uit: ’We gaan dit gewoon doen!’ Zo bijzonder om mee te maken. Want we vragen heel veel van de medewerkers.’’

Vakanties gecanceld

“Nog voordat het kabinet alle maatregelen afkondigde, vroegen wij het personeel al om niet meer naar het buitenland te gaan, om vakanties in groepen te cancelen. Was niet altijd makkelijk. Ik heb zwaar teleurgestelde jonge artsen gezien, die lang hadden gespaard voor hun vakantie, er zo naar hadden uitgekeken en dan van ons te horen kregen dat ze alles moesten afzeggen. Er zijn ook medewerkers die uit zichzelf eerder terug wilden komen, hemel en aarde bewogen om een vlucht te krijgen. Iedereen wil hier zijn. Iedereen wil helpen. Daarvan ben ik enorm onder de indruk. Werken in de zorg is een keuze die je met je hart maakt, werken in de zorg is je leven.’’

Het medische team op de been houden. Dat is een van de prioriteiten van Brink. Ze laat zich daarbij volop raden door de ervaringen van collega’s uit Brabantse ziekenhuizen. ,,Ik bel regelmatig met ze en vraag: ’hoe gaat het’, ’wat wil je me op het hart drukken’, ‘waar moeten we echt op letten’? Brabant is deze crisis overkomen. Wij weten wat ons te wachten staat. Dat is een groot verschil. Hierdoor zijn wij heel goed voorbereid.’’

Psychologische ondersteuning

Naast het afschalen van de niet-spoedeisende zorg, het uitbreiden van de IC-capaciteit, het inrichten van een coronakliniek (verpleegafdeling), het bijscholen van zorgpersoneel, het scheiden van patiëntenstromen (corona en niet corona) is er veel aandacht voor het welzijn van de verpleegkundigen en artsen. Psychologische ondersteuning bijvoorbeeld, voor verpleegkundigen en artsen die werkzaam zijn op de IC, de spoedeisende hulp (SEH) en verpleegafdeling voor coronapatiënten. “Zowel voor jonge als ervaren medewerkers is dat heel belangrijk. Je kunt nog zo stoer willen zijn, maar als er iets misgaat, terwijl je zo goed wil zorgen, dan heeft dat een enorme impact. Patiënten kunnen hier ieder moment acuut achteruitgaan en sterven. Ook werken in beschermende kleding is zwaar. Niet alleen lichamelijk. Een ervaren intensivist vertelde me dat zij het fysieke contact met patiënten zo mist, dat ze niet even de hand kan vasthouden van iemand die het zwaar heeft, dat ze de familie er niet bij kan halen in de laatste uren. Daar hebben zelfs heel ervaren dokters veel moeite mee.’’

Fruit en soep

Tergooi zet vol in op informatieverstrekking aan het personeel. In de overtuiging dat kennis de angst voor de ziekte, angst voor besmetting wegneemt. Ook praktisch wordt alles in het werk gesteld om de verpleegkundigen en artsen zo goed mogelijk hun werk te kunnen laten doen. “We zorgen dat er voldoende fruit op de afdeling is, dat ze een extra soepje krijgen. Het restaurant mag weer open, dus ze kunnen altijd eten krijgen. Ook de facilitaire dienst doet alles om het medisch team te ontlasten. Ze staan stralend klaar in het restaurant, want ’ook wij zijn onderdeel hiervan’.’’

Vooralsnog kan Tergooi de zorg voor coronapatiënten nog aan met de vaste medewerkers. Dankzij de grote flexibiliteit van het personeel, vertelt Brink. Zo zijn OK-verpleegkundigen op grote schaal bijgeschoold tot IC-verpleegkundige; werken artsen en verpleegkundigen zonder IC-ervaring straks op de IC onder supervisie van ervaren krachten. Brink: “Onze orthopeden werken nu al in de coronakliniek, onder supervisie van de longarts of internist. Sommigen werken onder hun niveau, moeten patiënten helpen draaien. Niemand die daar moeilijk over doet. Echt fantastisch. Oud-verpleegkundigen, gepensioneerde artsen, oud-stagiaires worden nog niet opgeroepen, maar we hebben ze wel in beeld.’’

Cruciaal: beschermingsmiddelen

Zorgelijk is – zoals overal in het land – het dreigende tekort aan beschermingsmiddelen. Dat dit ooit een issue zou kunnen zijn, had niemand voorzien. “Gisteren heb ik nog een kijkje genomen bij een nieuw ingerichte verpleegafdeling voor coronapatiënten. Ik zag daar in zo’n hok allemaal maskers liggen, en handalcohol en handschoenen. Normaal zou je zeggen: gewoon een magazijn. Maar nu denk je: ’Kijk! Daar ligt het!’ Plotseling is het zo belangrijk geworden, want zonder die materialen kunnen we de mensen niet verzorgen.’’ Ze vertelt dat Tergooi voorlopig nog voldoende middelen heeft, al blijft het spannend. “Dit is iets dat we regionaal en landelijk moeten oplossen. Gelukkig is de samenwerking tussen de ziekenhuizen in deze regio goed. Als iemand binnen onze ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorgketen, regio Noord-Holland en Flevoland) een tekort aan mondkapjes heeft, is er tot nu toe altijd wel een ander ziekenhuis dat nog een partij heeft liggen.’’

Hoe Tergooi er volgende week voor staat? “Lange tijd had ik het gevoel dat we een klein Gallisch dorpje waren in het Gooi waar de crisis aan voorbij ging. Het kwam op uit het zuiden, ging toen een beetje naar links richting Amsterdam, en naar rechts richting Amersfoort. Maar nu raakt het ons ook.’’

Druk op de IC

Over het aantal plekken op de verpleegafdelingen maakt ze zich geen zorgen, en ook is er tot dusver voldoende personeel. “Wel zal er druk op de IC ontstaan. Hoe krijg ik mijn patiënten op de juiste plek? Die vraag zal de komende week centraal staan. Want met maximaal 15 IC-bedden is er een einde aan de capaciteit van Tergooi. De contacten met bijvoorbeeld het AUMC en het OLVG zijn goed. Daar is veel capaciteit. Zo gaan we dat oplossen. We helpen elkaar. Nu knelt het in Brabant, straks hier en later misschien in Groningen.’’

Ziekenhuizen die niet alles in het werk stellen om patiënten uit Brabant over te nemen, noemt Brink ’onmenselijk’. “Als iedereen op zijn eigen postzegel bezig blijft, benut je je capaciteit niet optimaal. Dan heb je echt niet door wat er in het land aan de hand is. De meeste ziekenhuizen, zeker in onze regio realiseren zich dat. Er zijn geen verborgen agenda’s, er worden geen dingen achter de hand gehouden.’’ Daarom vangt Tergooi al een week patiënten uit Brabant op. “Op dit moment alleen patiënten die geen beademing nodig hebben. En ook niet op termijn. Daarvoor is onze IC-capaciteit te klein.’’


Dit artikel verscheen op 31 maart 2020 in de Gooi en Eemlander en is geschreven door Marjolein Vos. Foto door Alexander Marks.

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief