17 februari 2021
Gooi en Eemlander interviewt orthopedisch chirurg Hjalmar Meijers over heupprotheses
Zo’n zeshonderd keer per jaar wordt in Tergooi MC een heupprothese geplaatst. Daarmee is het een van de meest voorkomende ingrepen in het sterk vergrijsde Gooi. Dat aantal is het afgelopen coronajaar niet gehaald, en dat is een rechtstreeks gevolg van het afschalen van de reguliere zorg, waaronder planbare operaties zoals het vervangen van versleten heupen.
In de nieuwste podcast van Tergooi vertelt orthopedisch chirurg Hjalmar Meijers over zijn vak: “Patiënten zeggen vaak: ik had het veel eerder moeten doen.’’ Hjalmar Meijers is sinds 2003 als orthopedisch chirurg verbonden aan Tergooi. Hij is onder meer gespecialiseerd in het plaatsen van heupprotheses. Na al die jaren en al die duizenden ingrepen geniet hij nog steeds van zijn vak: “Het mooie is dat deze operaties zo succesvol zijn. Bijna altijd zijn patiënten weer snel op de been en ze kunnen hun leven hervatten.”
Luister naar deze podcastHet vervangen van een versleten heup; hele volksstammen moeten er uiteindelijk aan geloven. Door de coronacrisis zijn er het afgelopen jaar veel minder heupprotheses geplaatst dan normaal. Het is immers een ‘planbare’ en vaak ‘uitstelbare’ operatie. Hoe zit dat in Tergooi?
“Dat speelt ook bij ons. Zeker in de eerste golf was bijvoorbeeld het OK-personeel op grote schaal elders in het ziekenhuis nodig. Een deel van het operatiecomplex was omgebouwd tot extra IC. Er is volop meegedraaid in de covid-zorg. Ook nu in de tweede golf kunnen we niet zoveel ingrepen doen als we zouden willen. Normaal gesproken plaatsen we in totaal circa zeshonderd heupprotheses per jaar, waarvan ik er voor zo’n 160 teken. Onze zorg is overigens nooit stilgevallen, de zorg is altijd gewaarborgd gebleven. De poli’s zijn altijd doorgegaan, net als de spoedzorg, denk aan het behandelen van botbreuken. Maar het is zeker niet zo dat we al inlopen op de wachtlijsten. Je moet je realiseren dat het niet alleen aan de logistiek in het ziekenhuis ligt, dat operaties worden uitgesteld. Ook daarbuiten heeft corona enorme impact, denk aan de nazorg voor mensen die niet thuis kunnen revalideren, wat normaal gesproken vaak in de thuiszorg of in verpleeghuizen gebeurt. Hier kampt men natuurlijk met outbreaks. Het grijpt allemaal in elkaar. Het hele systeem, de hele logistiek rondom de heupoperatie, binnen en buiten het ziekenhuis is kwetsbaar. Tegelijkertijd zie je dat er een enorm improvisatievermogen is en dat iedereen met elkaar de schouders eronder zet om alle patiënten zo goed mogelijk te helpen.’’
Het kan dus gebeuren dat je pijn hebt, maar dat je toch niet geopereerd kan worden.
“Zoals gezegd: de poliklinische zorg loopt door. Dus bij iedere patiënt bespreken we de mogelijkheden en de wensen. Deze zijn zeer uiteenlopend. Sommigen zeggen: ik word nog liever gister dan vandaag geopereerd, corona of niet. Ze hebben ontzettend veel pijn bij iedere stap én ’s nachts in bed. Ze hebben een echtgenoot thuis die kan zorgen. Anderen zeggen: joh, ik stel het even uit, ik kan nu toch niet zoveel doen in coronatijd. Het is niet zo dat je een versleten heup per se moet vervangen. Het is altijd een kwestie van afwegingen maken. Er zijn ook mensen die wel pijn hebben, maar die nu toch liever niet naar de poli komen. Dus die patiënten zie ik nu niet. Zij denken: ik wacht wel tot corona is overgewaaid, en familie na de ingreep voor me kan zorgen, de boodschappen kan doen. Zo heeft iedereen z’n eigen redenen om nu wel of niet te kiezen voor een operatie.’’
In de podcast legt u hoe u in het vak verzeild bent geraakt.
“Orthopedie is niet iets wat ik altijd per se wilde. Mijn vader was arts. Tijdens de middelbare school dacht ik: dat ga ik dus niet doen. En dan kies je er uiteindelijk toch voor en blijkt het te passen als een jas. Orthopedie is een mooi handmatig vak. Een soort ambacht waar je ook creativiteit in kwijt kan. Je werkt met je handen. Dat is leuk. En het is heel visueel. Je kunt tijdens de operatie zien of het staat zoals je wilt dat het staat. En we werken met geavanceerd instrumentarium en implantaten, dat is interessant. Bij Tergooi werken we met 8 orthopeden, 8 assistenten. Dat teamwork maakt het werk heel leuk. Je bent geen einzelgänger.’’
Patiënten die een heupprothese nodig hebben zijn over het algemeen niet doodziek.
“Nee. Ik behandel mensen die veel winst kunnen halen uit een ingreep. Het blijft mooi om te zien hoe goed de meesten opknappen na het plaatsen van een heupprothese en hoe snel ze weer op de been zijn. Vaak hoor ik: ‘Ik had het veel eerder moeten doen’. Een versleten heup kan je enorm beperken in je mobiliteit.’’
Is er in de twintig jaar dat u in het vak zit veel veranderd?
“Ja, heel veel; het materiaal waar de protheses van gemaakt worden is steeds verder geperfectioneerd; chirurgisch staal, keramiek, titanium, polyethyleen. Zo gaan de protheses steeds langer mee. Ook zijn er stappen gemaakt in de manier van opereren. Ik ben erg enthousiast over de zogenoemde ‘voorste benadering’. De voordelen ten opzichte van de ‘zijwaartse benadering’ voor de patiënt zijn aanzienlijk: minder grote wond, minder pijn, sneller herstel, sneller zonder krukken. Vroeger lagen patiënten standaard een dag of vijf, zes na de operatie in het ziekenhuis met blaaskatheter en drains. We weten nu dat dit niet nodig is. Nu word je de ene dag geopereerd, en kun je de volgende dag het ziekenhuis alweer verlaten. Dan hebben we gezien dat het verantwoord is om de patiënt te laten zitten, staan en lopen. En heeft iemand thuis een trap, dan is dat ook voor vertrek naar huis geoefend in het ziekenhuis.’’
Hoe ziet het herstel er voor de patiënten vervolgens uit?
“Sommige patiënten hebben enkele weken wat pijnstilling nodig. Anderen zijn al sneller van de pijn af. Na twee weken komt elke patiënt terug op de poli, waar een van onze consulenten de hechtingen eruit haalt. Na acht weken zien we de patiënt opnieuw, en maken we röntgenfoto’s. Pas een jaar later zien we ze opnieuw. Als er tussentijds iets tegenzit zien we de mensen uiteraard zo vaak als nodig is.’’
Kun je met een heupprothese alles weer?
“Ik zou voorzichtig zijn met contactsporten. Ook hardlopen – die repeterende beweging is erg belastend – raad ik niet aan. Maar wandelen, fietsen, recreatief tennis, de hometrainer, de e-bike is heel goed om te blijven doen. Dat houdt de gewrichten soepel. Er heerst nog altijd het idee dat een heup maar vijftien jaar mee gaat. Dit is niet het geval. Ze gaan veel langer mee. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat na twintig jaar zo’n negentig procent nog goed vast en op zijn plek zit.’’
E-mail nieuwsbrief