24 juli 2020
Janneke Brink kijkt terug op zware en vooruit op spannende periode
Het waren heftige maanden voor de artsen, verpleegkundigen en al die anderen binnen Tergooi. Dat geldt ook voor Janneke Brink-Daamen, voorzitter van de raad van bestuur. Inmiddels is de rust teruggekeerd en is het ziekenhuis eventueel klaar voor een tweede coronagolf. En de bouw van het nieuwe ziekenhuis ligt op schema.
Het is misschien wat ‘over the top, omschrijft Janneke Brink-Daamen de kleurrijke foto’s aan de muur van onder meer een – wat lijkt op – een Amerikaans gezin dat rondrijdt in de auto. Maar verder oogt het kantoor van de voorzitter van de raad van bestuur van Tergooi op de vierde verdieping van de Hilversumse vestiging vrij sober. “Ik heb hier weinig veranderd toen ik hier kwam.”
Daarmee zegt ze ook dat een grootscheepse verbouwing van deze ruimte zonde van het geld zou zijn. Dat geld kan immers aan belangrijke zaken worden besteed; in het bijzonder goede zorg leveren in een straks splinternieuw ziekenhuis. Tijdens het gesprek in dit – overigens best benauwde – kantoor staan de deuren open en is het geluid dat klinkt als de bouw van een nieuw ziekenhuis hoorbaar. Brink zegt graag de deuren open te houden en even op het balkon te stappen. Sowieso komt ze graag de werkvloer op, al is het maar om te voorkomen dat de raad van bestuur te veel vanuit de ivoren toren opereert.
Binnen die raad van bestuur is Brink – opgeleid als bedrijfskundige en onder meer werkzaam geweest bij UMC Utrecht, Erasmus MC en Rijnstate – pas sinds 1 juli officieel de voorzitter, na het vertrek van Hans den Hollander in juni. Maar al sinds eind januari was de 47-jarige Brink voorzitter ad interim. Op die manier zou Den Hollander de lopende zaken afhandelen en kon Brink langzaamaan kennis kunnen maken met het voorzitterschap.
Trots en verdriet
Maar de wereld ziet er nu heel anders uit dan in januari, lacht Brink. Zij kijkt dan ook terug op een allesbehalve rustige periode waarbij zowel gevoelens als trots en verdriet overheersen. Trots op de medewerkers, verdriet over de gevolgen van Covid-19. “Dat het virus ons zo bezig zou houden, had ik tot begin maart niet verwacht. Toen in die eerste week de schappen in de supermarkten leeg waren en de scholen dicht gingen… Het leek het wel een film. Maar je merkt nu ook hoe snel je went aan die nieuwe situatie. Mensen gedragen zich ernaar. Die stickers zie je nu overal en de plastic schermen vallen niet eens meer op. (lachend, red.) Alleen voor het handen schudden moeten we nog op zoek naar een nieuwe alternatief.”
Terugkijkend op die paar heftige maanden vanaf medio maart tot media mei is Brink vooral ‘ontzettend trots’ op al die medewerkers binnen het ziekenhuis die direct ‘hun schouders eronder hebben gezet zodat zij voor de patiënten konden zorgen. Wat volgde was een interne verbouwing; het realiseren van extra verpleegafdelingen. “Daar is met man en macht aan gewerkt”, zegt Brink. “En we kunnen niet allemaal aan de bedden staan, maar degenen die er staan moesten maximaal worden ondersteund. Als bestuurder heb ik altijd het gevoel gehad dat we in controle waren. Maar tegelijk was er het contrast. Patiënten die overleden en nabestaanden die geen afscheid konden nemen. Soms weet je dan ook niet wat je moet doen. Die machteloosheid. Dat verdriet.”
Crisisteam
Voor Tergooi en de andere ziekenhuizen boven de rivieren was er wel het voordeel, zegt Brink, dat zij zich in tegenstelling tot de ziekenhuizen in Noord-Brabant enigszins konden voorbereiden op het leed dat aanstaande was. Desondanks was het voor alle betrokkenen intensief. Het zogenaamde crisisteam – met vertegenwoordigers van onder meer de raad van bestuur, medische staf, verpleegkundigenraad en het operationeel team – kwam dagelijks bijeen. “Normaal duurt een crisis één of twee dagen, bijvoorbeeld bij een storing. Nu duurde het allemaal net even wat langer”, aldus Brink. “Daarom werd er binnen dat crisisteam ook gerouleerd. Anders zouden mensen uitgeput raken. Veiligheid stond daarbij voorop. Je wilt ook echt niet hebben dat de mensen binnen het ziekenhuis besmet raken. Daarbij was die steun van buitenaf heel fijn geweest. Veel mensen hierbinnen zullen hebben gedacht dat ze ‘ook maar hun werk deden’, maar in de basis heeft het echt enorm geholpen. Het zijn zware tijden geweest, maar die waardering voor ons vak was heel fijn.”
Op afstand
Die vergaderingen binnen dat crisisteam vonden in de vestigingen in Hilversum en Blaricum maar ook vanuit huis plaats. Op afstand dus. Het kwam zelfs voor dat de leden van het team weliswaar in bijvoorbeeld Hilversum zaten, maar wel allemaal in een ander kantoor. En dat ging prima, zegt Brink, net als dat het eigenlijk de telefonische afspraken met patiënten – ‘het op afstand werken’- nu prima verlopen. Het is een aanzet van hoe de zorg in de toekomst eruit gaat zien, stelt Brink, de zogenoemde ‘transformatie van zorg’. “We moeten de zorg in Nederland echt anders gaan organiseren, dichter bij de mensen. Niet elk policonsult hoeft plaats te vinden in het ziekenhuis. Met de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg – de VVT – en de 145 huisartsen in de regio willen we de zorg in deze regio anders organiseren. Anders wordt het alleen maar duurder. En het nieuwe ziekenhuis is straks kleiner dan de twee huidige locaties.”
Wat dat betreft geldt corona misschien ook wel als een nieuwe manier van werken. Want ook medewerkers van het ziekenhuis werkten voorheen weinig vanuit huis, aldus Brink. Juist vanwege dat persoonlijke contact. “Dokters en patiënten waren gewend dat het zo ging. Elkaar even een hand geven geeft geruststelling. Maar het face to facecontact blijft wel, er vindt alleen meer op afstand – of bij de mensen thuis – plaats, maar in de toekomst geldt dat mensen minder vaak naar het ziekenhuis hoeven te komen. En sowieso blijft de huisarts om de hoek.”
Geen onderscheid
Overigens lijkt het binnen Tergooi gewoon weer ‘business as usual’. Natuurlijk, overal worden bezoekers herinnerd aan de anderhalve meter maatregel. Maar de tijden dat niet-coronapatiënten het ziekenhuis meden vanwege angst of vanuit de gedachte dat het ziekenhuispersoneel ‘al zo druk was’, zoals in met name april, lijken definitief voorbij. De drie parkeerplaatsen staan redelijk vol en nagenoeg alle bankjes in de centrale hal zijn bezet.
Wel treffen bezoekers voor de ingang van het gebouw in Hilversum nog altijd de triagetent. Maar in Blaricum is deze alweer weggehaald. En het is ook niet meer zo dat medewerkers op andere afdelingen werken, zegt Brink. Ook de operatiekamers zijn ‘gewoon’ weer open. Het bloedprikken is nog wel op afspraak. “Die twee redenen waarom de mensen toen even niet naar het ziekenhuis kwamen, zijn allebei naar om te horen”, zegt Brink. “Natuurlijk zijn de coronapatiënten belangrijk, maar daarnaast is elke patiënt voor ons belangrijk. We maken daarom geen onderscheid tussen corona en iets anders.”
Tergooi denkt de achterstanden als gevolg van de coronacrisis eind dit jaar nagenoeg te hebben weggewerkt. “De inhaalslag verloopt uitstekend”, stelt Brink. Goed nieuws is ook dat de medewerkers die wel besmet raakten, goed zijn hersteld. En dat de nieuwbouw tijdens de eerste coronamaanden ‘gewoon’ doorging – haast alsof er niks aan de hand was – noemt de bestuursvoorzitter geruststellend. “Dat gaat over de toekomst. We zijn zo bezig met vandaag, maar er is ook een leven na de crisis. En dat de nieuwbouw door is gegaan, geeft vertrouwen en energie.”
Puzzelstukjes
Het nieuwe ziekenhuis gaat begin 2023 open. Het betreft de acute, complexe en intensieve zorgfuncties, de kliniek en een groot deel van de poliklinieken. In een apart nevengebouw komen de kantoren voor de stafafdelingen, de Diagnosestudio voor snelle diagnostiek van met name huisartspatiënten en poliklinische zorg van onder andere de specialismen dermatologie en oogheelkunde. Binnenkort worden alle puzzelstukjes zo gelegd zodat definitief duidelijk is wat waar komt. Dat wordt nog een flinke operatie. Op de vraag of Brink er tijdens de opening van het nieuwe onderkomen nog bij is als dat bijbehorende lintje wordt doorgeknipt, is het antwoord volmondig ‘uiteraard’.
De voorbije periode liep Brink regelmatig een rondje om de bouwplaats, ook om dat gevoel met die werkvloer vast te houden. “Tijdens de eerste maanden van corona zat ik standaard ook een dag in de week in Blaricum. Dat blijf ik doen. Een ziekenhuis besturen kan niet vanuit de kamer. Daarom werk ik in een ziekenhuis. De mensen die in een ziekenhuis werken, zijn daar trots op. Die kiezen daar bewust voor.”
Dit artikel verscheen op 23 juli 2020 in de Gooi en Eembode en is geschreven door Stefan van Hees en is met toestemming gepubliceerd op de website van Tergooi. Foto door Bastiaan Miché.
E-mail nieuwsbrief