23 januari 2020
Onderzoek in Tergooi: medicijn op maat
Van one size fits all naar medicijnen op maat: het is een onderwerp waar steeds meer aandacht voor komt. Apotheker-onderzoekers Linda Hendriksen en Koen van Rhee onderzoeken hoe er het beste rekening kan worden gehouden met verschillen tussen patiënten. Linda Hendriksen richt zich op verschillen tussen man en vrouw. Koen van Rhee focust zich op patiënten met over- en ondergewicht.
Zowel Hendriksen als Van Rhee studeerden Klinische Farmacie en doen nu promotieonderzoek dat zich richt op het bepalen van de juiste doseringen voor patiënten die buiten de standaard onderzoekscategorieën vallen. Linda Hendriksen: “Vooral vroeger werden medicijnen alleen op jonge, blanke mannen getest. Vrouwen werden als ingewikkelder gezien vanwege hormoonschommelingen en kans op zwangerschappen.” Van Rhee vult aan: “En ook omdat met name mannelijke studenten zich inschreven voor studies naar medicijnen.” Hendriksen: “Maar de bevolking is natuurlijk heel divers: er zijn mannen en vrouwen, dikke en dunne mensen, jonge en oude – en van verschillende etniciteit. Dat is iets wat aandacht verdient. Dat gaat een beetje tegen een andere trend in, dat alles tegenwoordig genderneutraal moet zijn. Maar bij medicatie tellen de verschillen wel degelijk mee: we willen een patiënt maatwerk geven.”
‘Bij medicatie tellen verschillen tussen patiënten wel degelijk mee’
Verschillen in bijwerkingen
Het initiatief tot het onderzoek naar verschillen in bijwerkingen tussen mannen en vrouwen kwam van ziekenhuisapotheker Paul van der Linden in Tergooi in samenwerking met het Erasmus MC. Hij vroeg of Hendriksen het wilde doen. “Dat vond ik een heel interessant onderwerp. Vrouwelijke patiënten melden vaker bijwerkingen dan mannen en gaan vaker op zoek naar zorg. Dus ik hoefde niet lang na te denken en heb ja gezegd.”
Voor haar onderzoek bekijkt Hendriksen een groot netwerk van databases van onder andere ziekenhuizen, apotheken, huisartsen en laboratoria. “We kijken naar specifieke geneesmiddelen waarbij de bijwerkingen zo ernstig zijn dat mensen ervoor worden opgenomen in het ziekenhuis. De vraag is of er een verschil in bijwerkingen is tussen mannen en vrouwen. Het antwoord is: ja! Sommige bijwerkingen komen meer voor bij vrouwen, andere juist meer bij mannen. We zijn nog bezig dat verder te onderzoeken: we willen uitsluiten of ook andere oorzaken dit verschil kunnen verklaren, zoals het gewicht van de patiënt of de hoogte van de doseringen. Zo niet, dan kunnen we in de toekomst geslachtsspecifieke adviezen opstellen.”
Geslachtsspecifieke doseringen
Een ander deelonderzoek dat Hendriksen deed was naar de doseringen van metoprolol, een middel dat onder andere bij hypertensie en hartfalen wordt gebruikt. “Vrouwen hebben na inname van dat middel een hogere spiegel in hun bloed. Maar in richtlijnen wordt er geen geslachtsspecifiek advies gegeven. We hebben een onderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat artsen aan vrouwen meteen al een lagere dosering voorschrijven. Ze hebben die kennis dus wel in hun achterhoofd. We gaan een artikel publiceren, waarin we adviseren om de richtlijnen opnieuw te beoordelen.”
Rekening houden met gewicht
Moet er bij het doseren van medicatie meer rekening worden gehouden met het gewicht van de patiënt? Dat is de vraag waar het onderzoek van Koen van Rhee zich op richt. “Tot nu toe krijgen bijvoorbeeld kankerpatiënten wel medicatie die is afgestemd op hun lichaamsgewicht. Maar voor veel antibiotica geldt een one-size-fits-all-principe. Er wordt wel rekening gehouden met de nierfunctie, maar verder krijgt iedereen dezelfde dosering. Maar is dat wel terecht?”
Van Rhee bekijkt of bij toenemend gewicht anders moet worden gedoseerd. Hij onderzocht daarvoor de afgelopen twee jaar de invloed van gewicht op de bloedspiegel van het antibioticum ciprofloxacine. “Dat deed ik bij een groep patiënten met overgewicht die op de wachtlijst stonden voor een maagverkleining in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Ze kregen een extra tablet of infuus ciprofloxacine. We keken naar allerlei patiëntkarakteristieken zoals gewicht, leeftijd en geslacht. Verder zijn de bloedconcentratie en de nierfunctie bepaald.”
Afbraak van medicijnen
Tot nu toe werd ervan uitgegaan dat afbraak van medicijnen bij patiënten met overgewicht en een goede nierfunctie sneller gaat, zegt Van Rhee. “Maar wat wij vonden, is dat dit voor ciprofloxacine bij patiënten met overgewicht én een goede nierfunctie juist niet het geval is.” Toch is er bij patiënten met overgewicht aangetoond dat ciprofloxacine zich slechter over de weefsels van het ‘obese’ lijf verdeelt, zegt Van Rhee. “Op welke manier de dosering daarvoor moet worden aangepast, wordt momenteel verder geanalyseerd. De resultaten van dit onderzoek op patiënten met overgewicht worden ook wereldwijd overgenomen in doseerrichtlijnen, dat is erg mooi. Het heeft ook steeds grotere urgentie, omdat je ziet dat sinds de jaren tachtig de populatie patiënten met overgewicht sterk is toegenomen.”
Van Rhee start nu ook met een soortgelijk onderzoek naar het antischimmelmiddel fluconazol bij obese patiënten. Daarnaast is hij een onderzoek aan het opzetten onder patiënten met ondergewicht in Tergooi. “Dat gaan we uitvoeren onder kwetsbare ouderen.’
Afwisselend onderzoek
Van Rhee is enthousiast over zijn werk. “Het is interessant dat we zo dicht op de patiënt zitten. En je doorloopt alle stadia: het verkrijgen van subsidie, data verzamelen en analyseren, publiceren en protocollen schrijven. Dat maakt het afwisselend en leuk.” Hendriksen: “Voor mij is het de uitdaging dat ik goed moet nadenken over hoe ik met beschikbare data omga: welke gegevens heb ik nodig om de vragen goed te beantwoorden?”
E-mail nieuwsbrief