Arts-onderzoekers Bom en Scheijmans: ‘Operatie niet altijd nodig bij simpele blindedarmontsteking’

16 juli 2020

Arts-onderzoekers Bom en Scheijmans: 'Operatie niet altijd nodig bij simpele blindedarmontsteking'

Arts-onderzoekers Bom en Scheijmans: ‘Operatie niet altijd nodig bij simpele blindedarmontsteking’

Wouter Bom en Jochem Scheijmans zijn beiden arts-onderzoeker. Samen met chirurg Nanette van Geloven en met professor Marja Boermeester als Principal Investigator doen ze een studie naar blindedarmontstekingen, waarvan de kick-off in Tergooi plaatvindt. Met hun onderzoek willen ze het verschil tussen simpele en complexe blindedarmontstekingen duidelijker in beeld krijgen. Het volgende doel is om te kijken of ongecompliceerde blindedarmontstekingen misschien niet altijd geopereerd hoeven te worden, maar bijvoorbeeld met antibiotica behandeld kunnen worden.

 

Jaarlijks melden zich in Nederland 15.000 mensen met een blindedarmontsteking op de Spoedeisende Hulp. Zij kunnen een ‘simpele’ of een ‘complexe’ blindedarmontsteking hebben. Wouter Bom: ‘Bij de complexe variant is het weefsel van de blinde darm in verval. Dat is gevaarlijk: hij kan knappen, en dus moet je altijd opereren. Een simpele blindedarmontsteking is milder: de blinde darm is wat roder en dikker. Het zóu zo kunnen zijn dat als je niets doet, hij vanzelf weer opknapt.’ Bom legt uit dat daar in Nederland vrijwel nooit voor gekozen wordt. ‘We opereren eigenlijk altijd: dat is het beleid. Maar in Finland hebben ze onderzoek gedaan, waarbij ze, als ze dachten dat het om een simpele blindedarmontsteking ging, een behandeling startten met antibiotica. Bij 60 procent van de patiënten was dat afdoende: na vijf jaar waren ze niet alsnog teruggekomen voor een operatie.’

Klinische blik

Als er op de Spoedeisende Hulp wordt gedacht aan een blindedarmontsteking, maakt de chirurg een inschatting of het om een simpel of complex geval gaat. Dat gebeurt ‘met de klinische blik’, zegt Bom. ‘Bij sommige patiënten lijkt de diagnose vrij duidelijk: die hebben koorts en hoge ontstekingswaardes in hun bloed. Ook de radioloog kijkt via echo of een scan en maakt een inschatting. Vervolgens wordt de diagnose gesteld. Maar die is niet altijd juist. Want een patiënt die lage ontstekingswaardes heeft en geen koorts, kan tóch een complexe blindedarmontsteking hebben. Voor artsen is er dus een groot grijs gebied. Ze kunnen niet blind varen op de indicatoren.” Mede daarom worden álle patiënten nu geopereerd. Pas na het onderzoeken van de blindedarm door chirurg en patholoog anatoom is te zien of de inschatting van de arts (complex of simpel) juist was. Wat blijkt? “In zestien a zeventien procent van de gevallen zitten artsen ernaast”, zegt Bom. “Dat is best een hoog percentage.’

Meer tools in handen

Bom en Scheijmans willen met hun onderzoek de chirurg ‘meer tools in handen geven om de juiste diagnose te stellen.’ Waarom is het van belang om de diagnose zo nauwkeurig te stellen, als de behandeling tóch hetzelfde is: alle blinde darmontstekingen worden immers geopereerd? Scheijmans: ‘Mensen met een complexe blindedarmontsteking kun je dan sneller opereren: binnen acht uur. Dit geeft betere resultaten na je operatie. Maar als je ziet dat iemand minder ziek is – en de kans groter is dat het om een simpele blindedarmontsteking gaat – kun je wat meer tijd nemen en tot 24 uur wachten.’ Bom: ‘Je zou die mensen ook voor kunnen leggen of ze misschien liever in eerste instantie met antibiotica zouden willen worden behandeld.’

Scheijmans zegt dat er voor de patiënten zelf niets verandert door mee te doen aan het onderzoek: “Ze worden gediagnosticeerd zoals altijd, en ook geopereerd. Als patiënten meedoen, analyseren we de gegevens zodat we nauwkeuriger kunnen voorspellen wát voor blindedarmontsteking ze hebben.”

Scoremodel

Voor dat onderzoek werken Bom en Scheijmans met een scoremodel, dat werd ontwikkeld door hun voorganger Jasper Atema. Jochem Scheijmans: ‘Bij dit onderzoek gaan we lijstjes met parameters bijhouden. Daarin nemen we mee: wat zijn de bloedwaardes? Hoe hoog is de temperatuur? Hoe lang heeft iemand al klachten? Wat is de leeftijd van de patiënt?” Ook de radioloog kan drie dingen aangeven die hij of zij op een echo of CT-scan ziet. Die kijkt naar: “Zit er vocht rond de blinde darm? Zit er een steentje in? Zit er lucht rond de blindedarm? Dat zijn allemaal indicatoren dat de blinde darm geperforeerd is”, legt Bom uit. “Aan de verschillende indicatoren worden waardes gehangen. Als de waardes hoog zijn, dan is de kans groot dat het om een gecompliceerde blindedarmontsteking gaat.” Voor hun onderzoek willen ze in totaal tussen de 700 en 1000 patiënten onderzoeken. “We zijn nu ziekenhuizen aan het benaderen met de vraag of ze mee willen werken. We denken er 5 à 10 nodig te hebben. De kick-off is in ieder geval in Tergooi.’

Behandeling met antibiotica

Ook al worden alle patiënten geopereerd, ze krijgen in het onderzoek wel de vraag voorgelegd of ze in het geval van een simpele blindedarmontsteking liever zouden willen wachten met een operatie en in eerste instantie alleen een behandeling met antibiotica willen. Bom komt terug op het Finse onderzoek: ‘Daarbij bleek slechts acht procent van de patiënten met een vermoedelijke simpele blindedarmontsteking, na een antibioticabehandeling binnen een maand met pijn terug te komen. Die patiënten moesten dus toch nog geopereerd worden. Zij hádden al een complexe blindedarmontsteking of hadden die binnen een maand na de diagnose gekregen. Na een jaar was 22 procent teruggekomen voor een operatie, en binnen vijf jaar was dat 39 procent. 61 procent bleef dus klachtenvrij na antibiotica.’

Beter voorspellen

Wouter Bom: ‘Als je beter kunt voorspellen om wat voor ontsteking het gaat, zou je kunnen overwegen om bij een simpele blinde darmontsteking niet meteen te opereren. Dan wordt de vraag ook belangrijk: wat vindt de patiënt er zelf van? Er zijn patiënten die willen meteen geopereerd worden. Zij denken: ‘Ik heb een ziek orgaan in mijn lijf, dat wil ik niet, haal dat maar weg’. Er zijn ook patiënten die liever even afwachten. Want opereren brengt ook een risico met zich mee. Er is een kans op complicaties, in de vorm van een wondinfectie of een abces in de buik. Deze patiënten willen liever antibiotica slikken en kijken of dat afdoende is.’

Toepasbare en pragmatische studie

Wouter Bom: ‘In Nederland zijn we nog niet zover. We opereren eigenlijk altijd, omdat we dat al bijna 1,5 eeuw zo doen. We hopen dat op de lange duur, mede met de resultaten van ons onderzoek, chirurg en patiënt een betere afweging kunnen maken in wat voor aanpak ze willen.” Het is een interessant onderzoek om te doen, vinden zowel Scheijmans als Bom. Scheijmans: “Het is een heel toepasbare en pragmatische studie. Het gaat om een heel veel voorkomende ziekte, waarbij je met deze studie dus bij veel patiënten kunt proberen de zorg te verbeteren. Patiënten en chirurgen hebben er echt iets aan.’

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief