Heupprothese via

voorste benadering

12 mei 2018

dr. Roel de Haan vervangt in Tergooi heupen ook via de voorste benadering
dr. Roel de Haan vervangt in Tergooi heupen ook via de voorste benadering

Roel de Haan over heupprothese via de voorste benadering

Zoals vele wegen naar Rome leiden, zijn er ook meer manieren om een patiënt van een ‘nieuwe heup’, of liever gezegd een heupprothese te voorzien. Orthopedisch chirurg dr. Roel de Haan van Tergooi in Hilversum is daarin gespecialiseerd. Samen met zijn collega orthopedisch chirurg Hjalmar Meijers en een compleet operatieteam hebben zij zich gespecialiseerd in een nieuwe techniek, de ‘Anterior Supine Intermuscular’ (ASI) methode. “Nu hebben we de mogelijkheid om elke patiënt de meest geschikte methode te kunnen aanbieden”, zegt De Haan.

 

De ASI-methode wordt ook wel de ‘voorste benadering’ genoemd. De patiënten merken de voordelen ervan vooral in de eerste maanden na de operatie. “Ze kunnen in die eerste periode gemakkelijker bukken, hebben minder pijn, hoeven minder met krukken te lopen en zijn niet verplicht op hun rug te slapen. Over het algemeen ervaren ze minder afhankelijkheid”, zegt Roel de Haan. “Maar op de lange termijn zijn de resultaten vrijwel gelijk aan andere methoden.” Meestal worden heupen vervangen via de ‘achterste’ of ‘zijwaartse’ benadering. Daarbij ligt de patiënt tijdens de operatie meestal op de zij. “Bij de voorste benadering ligt de patiënt op de rug. Tijdens de operatie snijden we geen spieren door. Die hoeven na afloop dus ook niet weer worden gehecht. Dat betekent over het algemeen minder weefselschade, minder bloedverlies en minder pijn voor de patiënt”, zegt De Haan.

Geen wondermethode

Als het zoveel voordeel geeft, waarom wordt dan niet elke patiënt op deze manier geopereerd? De Haan: “De operatietechniek is minder geschikt voor mensen met fors overgewicht of een zware spiermassa. Tijdens de operatie worden de spieren met spreiders aan de kant gehouden. Zo maken we ruimte voor het vervangen van het gewricht door de prothese. Die ruimte blijft beperkt, vooral bij patiënten met veel spiermassa. En let op: het is geen wondermethode hè! Elke operatie heeft nadelen.” Het nadeel van de voorste benadering is een kleine kans op zenuwschade en daarmee samenhangende gevoelsstoornissen. Dit is vrijwel altijd tijdelijk. De nadelen van de achterste benadering zijn meer kans op uit de kom schieten van de heup en een langere hersteltijd. De Haan: “We bepalen individueel en in overleg met de patiënt welke methode het beste is.”

De Haan, zijn collega Hjalmar Meijers en het vijfkoppige operatieteam hebben inmiddels een paar jaar ervaring om patiënten volgens de voorste benadering te opereren. “De resultaten zijn positief: zowel op het gebied van pijn als beweging scoren de patiënten zeer goed.” De opnameduur is volgens De Haan ook verkort. “Voorheen gingen de patiënten meestal op de tweede dag na de operatie naar huis. Momenteel gaan de patiënten vaak al na een dag naar huis. Dat bekijken we per patiënt. In Het Gooi hebben we bovengemiddeld veel oudere patiënten, niet zelden met chronische aandoeningen zoals diabetes, overgewicht of hartaandoeningen. Zij hebben soms extra zorg, begeleiding en hersteltijd nodig.”

(dit artikel verscheen eerder in het magazine van Zorg voor Beweging)

Deel dit bericht:

E-mail nieuwsbrief