Klachten aan de vulva
De vulva is de huid rond de vagina. De vulva bestaat uit de grote buitenste en de kleine binnenste schaamlippen en de clitoris. Vrouwen kunnen verschillende klachten aan de vulva krijgen. Sommige zijn makkelijk te behandelen. Andere vragen om meer zorg en controle.
Klachten
- Klachten die veel voorkomen zijn jeuk, een branderig of schraal gevoel, pijn of irritatie.
- Op de vulva kunnen huidafwijkingen voorkomen die ook op andere plekken op het lichaam zitten. Eczeem of psoriasis bijvoorbeeld.
- Door problemen met de vulva kan vrijen niet fijn zijn.
- De behandeling van de klachten verschilt per probleem (zie het kopje Behandeling).
Oorzaken
Klachten aan de vulva komen op alle leeftijden voor. Zowel bij jonge meisjes als bij oudere vrouwen. De meeste klachten aan de vulva komen door infecties. Maar klachten kunnen ook komen omdat de huid van de vulva verandert. Soms spelen seksueel overdraagbare aandoeningen een rol.
Advies
De huid van de vulva is gevoelig. Zeker bij klachten kan het volgende belangrijk zijn:
- was de vulva niet met zeep
- draag bij voorkeur katoenen ondergoed
- draag geen strakke broeken
- gebruik geen of zo min mogelijk inlegkruisjes
- houd de vulva droog
- slaap zonder onderbroek of in losse nachtkleding
Onderzoek
Vulva onderzoeken
De gynaecoloog bekijkt de vulva eerst aan de buitenkant. U ligt daarvoor op een gynaecologische onderzoekstoel. U kunt een spiegel vragen om zelf mee te kijken. En om de plekken waar u last van heeft zelf aan te wijzen. Vraag om uitleg als u iets niet begrijpt. Ziet u erg tegen het onderzoek op? Bespreek dat vooraf met de gynaecoloog.
Inwendig onderzoek
Soms kijkt de gynaecoloog ook in de vagina om u te onderzoeken. We gebruiken dan een spreider of eendenbek. De gynaecoloog kan met een wattenstokje wat afscheiding afnemen. Met de microscoop wordt dan gezocht naar bacteriën, schimmels of iets anders wat voor de klachten zorgt. We kunnen ook in het laboratorium een kweek van het materiaal maken. De uitslag van dat onderzoek is na ongeveer een week bekend.
Vulvoscopie
Als verder geen lichamelijk onderzoek nodig is, maken we een nieuwe afspraak op de polikliniek voor een vulvoscopie. De gynaecoloog bekijkt de vulva dan met een soort vergrootglas. Eventueel wordt de vulva met verdund azijnzuur vochtig gemaakt. Dat kan prikken.
Weefsel afnemen
Soms neemt de gynaecoloog een klein stukje weefsel (biopt) af voor verder onderzoek. U krijgt daarvoor een verdoving. Die kan even pijn doen. U voelt meestal niets als het weefsel wordt weggehaald. De uitslag van het biopt is vaak binnen twee weken bekend.
Zelf de vulva onderzoeken
De gynaecoloog kan u vragen de vulva ook zelf te onderzoeken. Als u dat regelmatig doet, ziet u zelf het beste wanneer er iets verandert. Vooral bij problemen met de huid kan dit belangrijk zijn.
Voor het zelfonderzoek kunt u het beste zo gaan liggen of zitten dat het voor u fijn is. Gebruik een goede lamp en een handspiegel. Bekijk eerst de hele vulva oppervlakkig, dan de buitenste schaamlippen, daarna de binnenste schaamlippen. De clitoris kunt u onderzoeken door de voorhuid naar boven te schuiven. Ook het gebied tussen de vagina en de anus, de anus zelf en de venusheuvel horen erbij. Let bij het onderzoek op veranderingen in kleur en dikte of op bijvoorbeeld zweertjes.
Behandeling
Het verschilt per probleem of klacht wat er aan te doen is.
Contacteczeem
Contacteczeem komt door irritatie van de huid van de vulva. Meestal is de vulva hierbij rood en kunt u last hebben van jeuk. Soms is duidelijk waarom u klachten heeft en kunt u daar zelfs iets aan doen. Bijvoorbeeld als uw klachten komen door geparfumeerd of gekleurd toiletpapier, ondergoed of badkleding, zeep, talkpoeder, intiemsprays, inlegkruisjes, zaaddodende pasta of condooms. Eventueel kan crème of zalf helpen tegen de irritatie. Koude kompressen kunnen even helpen tegen de jeuk. Bij krabben kunnen de klachten blijven bestaan.
Schimmelinfectie
De infectie die het meest voorkomt bij de vulva is een schimmelinfectie. De oorzaak is vaak de schimmel candida. Meestal zit die ook in de vagina. U heeft meer kans op een schimmelinfectie bij suikerziekte, zwangerschap of als u antibiotica gebruikt. Bij candida kunnen de vulva en vagina rood zijn en jeuken, met witte, korrelige afscheiding. Soms heeft u een branderig gevoel bij het plassen.
Candida is te behandelen door tabletten te slikken of in de vagina te brengen. Of met een crème of een combinatie van tabletten en crème. Soms moet ook uw partner worden behandeld.
Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s)
Genitale wratten (condylomata)
Genitale wratten komen door het humaan papillomavirus (HPV). De wratten zijn vaak wit en spits. Maar soms ook donkerbruin. Ze kunnen groot en klein zijn. De wratten kunnen op de hele vulva zitten, bij de anus, in de vagina en op de baarmoederhals. Ze kunnen zorgen voor pijn, jeuk of afscheiding. De wratten zelf zijn erg besmettelijk.
De wratten zijn op verschillende manieren te behandelen. U of de gynaecoloog kan een vloeistof op de wratten aanbrengen, zoals Podofylline of Aldara. De wratten kunnen ook na een verdovingsprik worden bevroren. Bij veel wratten kan een behandeling met laserstralen of wegbranden de beste oplossing zijn. Na de behandeling is er ongeveer 50 procent kans dat de wratten weer terugkomen. Zie ook Seksueel overdraagbare aandoeningen en eileiderontsteking.
Herpes simplex
Genitale herpes komt door het herpes-simplexvirus (HSV). Eerst ontstaan er kleine heldere blaasjes. Die gaan na een paar dagen stuk en laten kleine, pijnlijke zweertjes achter. In de fase van de blaasjes is de herpesinfectie erg besmettelijk.
Herpes is een infectie die regelmatig kan terugkomen. Vooral de eerste keer kan de aandoening veel pijn doen. Zeker bij het plassen. Het virus doden kan niet. Wel is het virus af te remmen en kunnen klachten minder worden met zalf of tabletten (Aciclovir).
Vulvodynie
Vulvodynie betekent pijn aan de vulva. Het is een verzamelnaam voor blijvende klachten aan de vulva waarvan niet duidelijk is hoe die komen. Het gaat dan om een branderig gevoel, jeuk, irritatie of pijn. Soms ziet de huid er ook anders uit. Dat kan op de hele vulva zijn, maar ook op een klein deel daarvan.
Atrofische vulvitis
Na de overgang wordt de huid van de vulva dunner. Dan kunnen makkelijker ontstekingen ontstaan. Vaak is ook de vagina ontstoken. De belangrijkste klachten zijn branderigheid en jeuk. Het probleem komt omdat het lichaam na de overgang minder oestrogeen aanmaakt. De klachten zijn goed te verhelpen met tabletten, crème of met vaginale zetpillen waar oestrogeen inzit.
Essentiële vulvodynie
De vulva kan de hele tijd of af en toe pijn doen zonder dat er iets aan te zien zijn. Dit komt zelden voor en vaak alleen bij oudere vrouwen. Amitriptyline-tabletten kunnen de klachten soms verbeteren.
Vulvair vestibulitissyndroom, focale vulvitis
Bij het vulvair vestibulitissyndroom is pijn de belangrijkste klacht. Vaak zijn er kleine rode plekken onderaan de vagina te zien die pijn doen bij aanraken. De spanning van de bekkenbodemspieren kan hoger zijn, waarbij de vagina tijdens het vrijen minder vochtig wordt. Soms ontstaat dit syndroom na een lange infectie, zoals een schimmelinfectie. Soms door een minder prettige seksuele of lichamelijk ervaring. Behandeling kan moeilijk zijn. Vooral als het syndroom al langere tijd bestaat.
Als u last blijft houden van jeuk, kan een crème of operatie helpen. Soms biedt ook een seksuoloog, psychotherapeut of een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in de bekkenbodemspieren hulp.
Lichen sclerosus et atrophicus
Bij
lichen sclerosus wordt de huid van de vulva dunner of dikker, wit en glanzend. Soms kunnen delen van de vulva samengroeien, kleiner worden of zelfs verdwijnen. Lichen kan voorkomen op de hele vulva en rond de anus. In de vagina zit het niet. Meestal is jeuk de belangrijkste klacht. Vrijen kan pijn doen of zelfs niet lukken. De oorzaak van lichen sclerosus is niet bekend. De ziekte kan op alle leeftijden voorkomen. Lichen is niet besmettelijk.
Lichen sclerosus is niet te genezen. De jeuk is wel goed te behandelen met een hormooncrème. Deze crème moet u in goed overleg met de arts gebruiken. Als u te veel smeert, kan gezonde huid te dun en kwetsbaar worden.
De afwijking kan bij ongeveer zes procent van de vrouwen na lange tijd overgaan in kanker. Het is dus nodig dat u onder controle blijft. Ook zelfonderzoek van de vulva is goed. Krijgt u zweertjes of ontstaan nieuwe verdikte gebieden in de vulva? Neem dan contact op met de gynaecoloog.
Vulvaire intra-epitheliale neoplasie (VIN)
Bij intra-epitheliale neoplasie vormt zich nieuw weefsel in de huid. In dit geval bij de vulva. Dit kunnen wratten, zweertjes of zwellingen zijn. Van wit, rozerood tot bruin. U kunt last hebben van jeuk en soms pijn. Maar het kan ook dat er geen klachten zijn.
Het is niet altijd nodig VIN te behandelen. Dat ligt ook aan welke klachten u heeft en hoe uitgebreid de afwijking is. Die kan licht, matig of ernstig zijn. Als ernstige afwijkingen niet worden behandeld, kunnen die kwaadaardig worden. We kunnen besluiten de afwijking weg te halen. Dat gebeurt meestal met een laserbehandeling of operatie. Na de behandeling is er ongeveer 50 procent kans dat de aandoening terugkomt. Het is dus belangrijk dat u zelf regelmatig de vulva controleert en onder controle blijft. Neem bij veranderingen contact op met de gynaecoloog.
De ziekte van Paget
Bij de ziekte van Paget zijn rood-wit gemarmerde plekken te zien. Vaak met jeuk en branderigheid. De ziekte is niet besmettelijk. Hoe de ziekte komt, is niet bekend.
Via een operatie kunnen we de afwijkingen weghalen. Hoe dit precies gaat, bespreekt u met uw gynaecoloog. Paget is een voorstadium van vulvakanker. Ook hier is het dus belangrijk dat u zelf regelmatig de vulva controleert en onder controle blijft.
Deze tekst is tot stand gekomen met dank aan de Nederlandsen Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).