Afasie
Afasie betekent dat mensen niet meer kunnen zeggen wat ze willen. Of moeite hebben om taal te begrijpen. Soms lukt ook lezen en schrijven niet of bijna niet meer. Dat zorgt voor problemen in de communicatie. Afasie komt door hersenletsel.
Klachten
Met afasie lukt het niet goed meer om een gesprek te voeren. De persoon met afasie begrijpt bijvoorbeeld niet goed wat er tegen hem of haar gezegd wordt. Daardoor kunnen misverstanden ontstaan. Of het lukt niet meer om te krant te lezen of een e-mail te schrijven.
Afasie is er in verschillende soorten. Dat ligt aan waar in de hersenen schade is. Sommige mensen met afasie hebben moeite om de juiste woorden te vinden, maar begrijpen wel wat anderen zeggen. Anderen spreken vloeiend en veel, maar worden niet goed begrepen.
Door het hersenletsel kan iemand ook andere klachten hebben. Denk aan verlamming, problemen met zien of ander gedrag dan eerst.
Oorzaken
Afasie komt door een beschadiging in de hersenen. De hersenen hebben zuurstof nodig om goed te werken. Soms krijgen de hersenen even geen zuurstof of raken ze bekneld. Daardoor kunnen de hersenen beschadigd raken. Dat kan komen door:
Beroerte
Trauma
Tumor
Ontsteking
Behandeling
De logopedist in Tergooi MC doet onderzoek om te kijken om welk soort afasie het gaat. En hoe erg de afasie is. Met die informatie maakt hij of zij een advies. Als dat lukt, start ook de behandeling.
Als het niet meer nodig is om in het ziekenhuis te blijven, komt u naar de polikliniek van Tergooi MC voor behandeling. Ook ergens anders verder gaan met de behandeling is mogelijk. Dan zorgt de logopedist voor een goede overdracht.
Adviezen in het contact
Praten met iemand met afasie is lastig. Deze adviezen helpen u om het iets makkelijker te maken.
- Zorg voor een rustige omgeving. Zet de radio of tv uit. Andere geluiden kunnen het gesprek verstoren.
- Neem de tijd voor een gesprek.
- Praat niet met veel mensen tegelijk. Dat maakt het onrustiger.
- Ga niet harder praten dan voor de afasie.
- Houd oogcontact tijdens het gesprek.
- Maak de zinnen niet te lang. Benadruk de belangrijkste trefwoorden. Schrijf ze op of teken ze eventueel. Iemand met afasie begrijpt en onthoudt het gesprek dan makkelijker. Controleer altijd of iemand u heeft begrepen.
- Gebruik in het gesprek gebaren of teken dingen om elkaar te begrijpen. Of gebruik foto’s of tekeningen.
- Praat niet ‘over het hoofd’ van iemand heen, alsof de persoon er niet bij is.
- Let op vermoeidheid en emoties. Het voor iemand met afasie moeilijker om het gesprek te volgen als hij of zij moe of emotioneel is.
- Laat een onderwerp rusten als u er op dat moment niet uitkomt. Kom er later weer op terug.
- Gebruik een communicatieschrift als hulpmiddel. Familie, vrienden of verpleegkundigen kunnen daarin bijvoorbeeld opschrijven wie op bezoek is geweest. Of waarover gepraat is. Zo hoeft u minder te vragen en raden wat er eerder gebeurd is.
De situatie van iemand met afasie lijkt een beetje op die als u op vakantie in het buitenland bent en de taal niet spreekt. Als u daar iemand de weg vraagt, vraagt u of die persoon langzaam kan praten. Ook is het prettig als die persoon gebaren maakt. Of op een plattegrond aanwijst waar u heen moet. Zo begrijpt u beter wat die persoon bedoelt. Dat is hetzelfde voor mensen met afasie.