Arteriepunctie
Met een arteriepunctie meten we het gehalte zuurstof en koolzuur (bloedgassen) in het bloed. Dit doen we bij luchtwegproblemen. Een longfunctielaborant op onze longfunctieafdeling voert het onderzoek uit. Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier.
Waarom een arteriepunctie?
Naast de hoeveelheid zuurstof en koolzuur bepalen we ook andere waarden in het bloed. De longen nemen zuurstof op uit de lucht en geven dit door aan het bloed. Het bloed vervoert de zuurstof door de slagaders (arteriën) naar de organen en de rest van het lichaam. Door wat bloed af te nemen uit zo’n slagader controleren we of de zuurstofopname in de longen voldoende is.
Voorbereiding
U hoeft zich op het onderzoek niet speciaal voor te bereiden. Heeft u een medicatielijst? Neemt u die dan mee. Doe sieraden om de pols af. Laat ze bij voorkeur thuis.
Het onderzoek
De longfunctieanalist voelt zorgvuldig waar uw polsslagader loopt. De analist ontsmet de huid met alcohol. Daarna prikt de analist met een dunne naald de slagader aan. U kunt dit vergelijken met een normale bloedafname, u kunt het als onprettig ervaren. Het afgenomen bloed brengen we direct naar het laboratorium. Op de prikplek leggen we een drukverband aan. Deze moet 15 tot 30 minuten blijven zitten. Hoe lang precies? Dit hangt af van of u bloedverdunners gebruikt. Op de prikplek kan een blauwe plek ontstaan. U hoeft geen napijn te verwachten.
De uitslag
Uw arts beoordeelt de resultaten van het onderzoek. Uw arts vertelt u de uitslag op uw eerstvolgende bezoek op het spreekuur. De Longafdeling bereikt u via T 088 753 16 30.