Artrose

Gewrichtsslijtage

Artrose

Botten komen bij elkaar in een gewricht. Op de uiteinden van de botten zit een laagje kraakbeen. Dit zorgt dat de botten soepel langs elkaar bewegen. Bij artrose slijt het kraakbeen. Daardoor wordt het dunner of verdwijnt het. De uiteinden van de botten bewegen dan niet meer soepel langs en over elkaar.

Klachten

Door artrose neemt de wrijving tussen de botten toe. Dat doet pijn. Op het bot kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan. Ook kunt u last krijgen van vocht in het gewricht. Hierdoor wordt het gewricht dikker. Samen met de pijn zorgt dat ervoor dat bewegen moeilijker gaat. Beschadigd kraakbeen herstelt bijna niet meer.

Bij beginnende artrose is vooral het bewegen van een gewricht pijnlijk. Later zijn gewrichten vaak stijver. U heeft dan ook pijn in rust. Artrose kan verschillende klachten geven:

  • pijn, vooral tijdens of na bewegen
  • stijfheid, vooral als u een tijdje niet bewogen heeft, zoals ’s morgens (startpijn)
  • krakend geluid/gevoel
  • een gewricht minder goed kunnen bewegen
  • een andere stand van een gewricht
  • vocht in het gewricht

Artrose kan op verschillende plekken in het lichaam voorkomen.

Oorzaken

Artrose kan door drie dingen komen:

Kraakbeenlaag slijt door onbekende oorzaak

De kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Het bot komt (voor een deel) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.

Ontstekingsreactie van het gewricht

Een ontsteking van het gewricht kan het kraakbeen aantasten. Bijvoorbeeld bij gewrichtsreuma (reumatoïde artritis). Ook hierdoor wordt de kraakbeenlaag op het botuiteinde dunner. Of de laag verdwijnt helemaal. Dit kan op iedere leeftijd voorkomen.

Na een andere aandoening

Een andere aandoening kan het kraakbeen beschadigen. Bijvoorbeeld een botbreuk of een aangeboren afwijking. Het kraakbeen kan direct beschadigen of extra snel slijten door een andere manier van bewegen. Artrose na een botbreuk of ongeluk noemen we posttraumatische artrose. Dit kan ook nog jaren na een ongeluk ontstaan.

Onderzoek

We stellen artrose vast op basis van uw klachten. Meestal maken we nog een röntgenfoto om zeker te weten dat het om artrose gaat. Kraakbeen is niet te zien op een röntgenfoto. Wel de afstand tussen de botdelen. Als de botten dicht bij elkaar liggen, kan dat betekenen dat het kraakbeen dunner is geworden of weg is. Ook botuitsteeksels die door artrose kunnen ontstaan, zijn op de foto te zien.

Behandeling

Artrose is helaas niet te genezen. Met de behandeling zorgen we dat u zo min mogelijk pijn heeft en het gewricht goed kunt blijven gebruiken. Dat kan op verschillende manieren. Als dit niet genoeg helpt, kunnen we het gewricht soms vervangen door een prothese.

Lees meer over de klachten en behandeling bij artrose in: