Baarmoedermondmeting

Baarmoedermondmeting

De baarmoedermondmeting (ook wel cervixlengtemeting) doen we tijdens de 20 weken echo. Bij deze echo kijken we naar eventuele aangeboren afwijkingen van je kindje, zoals dus een verkorte baarmoedermond.

 

Bij een echo worden niet-hoorbare geluidsgolven teruggekaatst, zodat inwendige organen van de baby zichtbaar zijn op een scherm. Het onderzoek biedt de mogelijkheid om zonder risico voor het kind afwijkingen op te sporen.

Vroeggeboorte voorkomen

De kans op een vroeggeboorte (voor 37 weken) is groter als de baarmoedermond verkort is. Een baby die meer dan 3 weken te vroeg geboren wordt, moet meestal worden opgenomen op een couveuse afdeling. Veel te vroeg geboren baby’s (geboren voor 32 weken zwangerschapsduur) moeten zelfs naar een neonatale intensive care (NICU). Met name bij veel te vroeg geboren kinderen kunnen problemen optreden. Dat betekent meestal een ziekenhuisopname van vele weken.

Op veel manieren heeft men geprobeerd vroeggeboorte te voorkómen, maar dit is nog niet gelukt. Als een vroeggeboorte zich aankondigt, is met weeënremming de bevalling gemiddeld maar twee dagen uit te stellen. Het voorkomen van vroeggeboorte is daarom een belangrijk punt van aandacht.

Voorbereiding

Een inwendige echo lukt het beste als de blaas leeg is. Zorg dus dat je van tevoren naar de wc bent geweest.

Onderzoek

  1. Het meten van de lengte van de baarmoedermond (cervixlengte) doen we via de vagina.
  2. De echoscopist brengt hiervoor een dunne echokop in de vagina, vergelijkbaar met de vroege zwangerschapsecho die je mogelijk hebt gehad.
  3. Inwendige echoscopie doet geen pijn en is veilig in de zwangerschap en voor de baby.

Na het onderzoek

Als bij jou een verkorte baarmoedermond gemeten wordt, krijg je een afspraak bij een van onze gynaecologen. Je krijgt dan meer informatie over de mogelijke behandelingen. Hierna kun je altijd weer terug naar jouw eigen verloskundige of gynaecoloog voor de reguliere zwangerschapscontroles.