Punctie met echo of CT-scan

voor biopt

Punctie met echo of CT-scan voor biopt

Op de afdeling Radiologie kunnen we een punctie doen terwijl we meekijken via een echo of CT-scan. Zo weten we zeker dat we u op de juiste plek prikken. We noemen de punctie ook wel een biopsie of histologisch biopt. We nemen dan een stukje weefsel weg voor verder onderzoek.

Voorbereiding

Hoe u zich moet voorbereiden op het onderzoek, ligt aan de plek waar we u gaan prikken.

Hals, borsten, armen of benen

Als we u gaan prikken in de hals, borsten, armen of benen is geen speciale voorbereiding nodig.

Bot, longen of buik

Wordt u geprikt in het bot, de longen of buik (lever, nier, alvleesklier of lymfeklier)? Dan gelden deze regels:

  • U mag twee uur voor het onderzoek niet eten, drinken en roken. Krijgt u uw onderzoek in de ochtend? Dan mag u licht ontbijten: één beschuit met jam of honing en één kop thee. Krijgt u uw onderzoek in de middag? Dan mag u voor het ontbijt en de lunch één beschuit met jam of honing en één kop thee nemen.
  • U wordt in ieder geval één dag opgenomen op de verpleegafdeling. Na de ingreep moet u namelijk een tijdje op bed blijven. En zo kunnen we u ook goed in de gaten houden.
  • Voor het onderzoek brengt de verpleegkundige een waakinfuus in. Dit is een plastic buisje dat in de onderarm blijft zitten tot u weer naar huis gaat.

Belangrijk

  • Gebruikt u antistollingsmedicijnen (bloedverdunners)? Soms moet u hier even mee stoppen voor het onderzoek. Overleg dit met de arts die u behandelt.
  • Andere medicijnen mag u gewoon innemen. Eventueel met een slokje water.
  • Laat het ons weten als u (misschien) zwanger bent. Als u probeert zwanger te worden, weet u alleen de eerste tien dagen na de ongesteldheid zeker dat u het niet bent.

Onderzoek

Een radioloog doet het onderzoek. Hij of zij wordt geholpen door een laborant. Voor het onderzoek maken we gebruik van echografie of een CT-scan. Welke techniek we gebruiken, ligt aan welk lichaamsdeel we onderzoeken. U hoort van uw arts wat we bij u doen. Voor het onderzoek krijgt u soms een operatiehemd aan.

Met echografie

Het onderzoek met echografie duurt 15 tot 30 minuten. U kunt in uw bed blijven liggen tijdens dit onderzoek.

  1. Zorg dat de plek waar we gaan prikken en de ruimte daaromheen bloot zijn.
  2. Met echografie brengen we de plek waar we de punctie doen in beeld met ultrageluidsgolven. U krijgt daarvoor wat echogel op uw huid.
  3. De radioloog strijkt met het echoapparaat over de huid. Zo zoeken we de precieze plek op om te prikken.
  4. We desinfecteren de huid waar we gaan prikken met alcohol.
  5. De radioloog geeft u eerst een prik met de verdovende vloeistof. Die kan wat branderig voelen.
  6. Met een klein mesje maakt de radioloog een sneetje in de huid. Door de verdoving voelt u hier niets van.
  7. De radioloog gaat daarna met een naald naar binnen. Die naald zit op een speciaal systeem waarmee we een stukje weefsel kunnen weghalen. Bij het inbrengen van de naald kunt u even een scherpe pijn voelen.
  8. Bij het wegnemen van een stukje weefsel hoort u een klik. Misschien voelt u van binnen een tikje. Meestal nemen we meerdere stukjes weefsel weg op dezelfde plek.
  9. Na het onderzoek krijgt u een verband op de plek waar de naald naar binnen ging.

Met CT-scan

Het onderzoek met de CT-scan duurt 30 tot 60 minuten.

  1. Zorg dat de plek waar we gaan prikken en de ruimte daaromheen bloot zijn.
  2. U komt op de CT-tafel liggen. De radioloog beslist hoe: op uw buik, uw zij of op uw rug. Dat ligt aan de plek waar we weefsel gaan wegnemen.
  3. Voordat de radioloog gaat prikken, maken we een scan om de juiste plek te bepalen.
  4. We desinfecteren de huid en krijgt u een verdoving op de plek waar we gaan prikken.
  5. Met een klein mesje maakt de radioloog een sneetje in de huid. Door de verdoving voelt u hier niets van.
  6. De radioloog gaat met een naald naar binnen. Die naald zit op een speciaal systeem waarmee we een stukje weefsel kunnen weghalen. Bij het inbrengen van de naald kunt u even een scherpe pijn voelen.
  7. Voor een biopt uit het bot, kunnen een elektrisch boortje gebruiken. Hierbij zit een speciale naald om een stukje bot af te nemen.
  8. We maken steeds een scan om te controleren of de naald op de goede plaats zit. Als dat zo is, nemen we een stukje weefsel af. U hoort een klik en voelt van binnen een tikje. Bij een biopt uit het bot hoort u het elektrische boortje. U kunt wat druk voelen. Meestal nemen we meerdere stukjes weefsel weg op dezelfde plek.
  9. Na het onderzoek krijgt u een verband op de plek waar de naald naar binnen ging.

Na het onderzoek

Na het onderzoek gaat u naar huis of terug naar de verpleegafdeling. Dat ligt aan waar we u geprikt hebben:

In de hals, borst, armen of benen

U mag na het onderzoek naar huis. Het is wel belangrijk dat u het op de dag van het onderzoek nog rustig aan doet. Dus niet sporten en geen andere drukke activiteiten doen.

In bot of organen in de buik (niet de nier)

We brengen u na het onderzoek naar de verpleegafdeling. Daar blijft u in ieder geval een dag. Dit doen we omdat u na de ingreep ongeveer vier uur op bed moet blijven. Ook kijken we of alles goed gaat.

In de nier

We brengen u na het onderzoek naar de verpleegafdeling. Daar blijft u in ieder geval een dag of een nacht. Dat ligt aan waarom we het onderzoek bij u doen. De verpleegkundige meet bij u de eerste tijd een paar keer de bloeddruk en polsslag. U kunt nog wat pijn hebben. Bijvoorbeeld een pijn die uitstraalt naar de rechterschouder.

In de longen

We brengen u na het onderzoek naar de verpleegafdeling. Na één of twee uur maken we een röntgenfoto van de longen. We controleren dan of er geen problemen zijn ontstaan.

Als het goed met u gaat, halen we het infuus uit uw arm. Dan kunt u weer naar huis. Het kan zijn dat de arts die u behandelt anders beslist. Dit ligt aan uw situatie.

De uitslag

Meestal is de uitslag van het laboratoriumonderzoek na een week bekend. De uitslag gaat naar de arts die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Die bespreekt de uitslag met u.

Mogelijke problemen

Na de punctie kunt u last hebben van wat pijn en een blauwe plek. U kunt hier een ijszak voor gebruiken. Leg de ijszak niet direct op de blote huid. Doe er bijvoorbeeld een theedoek of kledingstuk tussen.

Bent u opgenomen op de verpleegafdeling en heeft u bijvoorbeeld pijn of een nabloeding? Waarschuw dan de verpleegkundige van de afdeling. De verpleegkundige kijkt ook zelf regelmatig hoe het met het wondje gaat. Gaat u na de punctie naar huis en krijgt u daar problemen? Neem dan contact op met uw huisarts of de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH).

Contact