Wegwijzer na een beroerte

Wegwijzer na een beroerte

U heeft een beroerte gehad. Een herseninfarct of een hersenbloeding. Of er was sprake van een TIA. Een beroerte kan grote gevolgen hebben. Voor de persoon die het krijgt, maar ook voor de familie. Lees hoe we u direct na een beroerte helpen. En welke hulp u in de periode daarna kunt krijgen.

 

Door een beroerte kunt u bijvoorbeeld last hebben van:

  • verlamming
  • problemen met spreken en taal
  • problemen met slikken
  • problemen met het geheugen
  • moeite om handelingen te doen
  • somber zijn
  • ander gedrag
  • ander besef van tijd

Samenwerking in de regio

We willen patiënten die een beroerte hebben gehad zo snel mogelijk de juiste zorg bieden. Op de juiste plaats en door de juiste hulpverleners. Daarom werken partijen in de regio samen in de Zorgketen Beroerte Gooi en Vechtstreek. Het gaat om:

Deze partijen zijn er voor patiënten die getroffen zijn door een beroerte en hun mantelzorger. De hulpverleners werken met elkaar samen. Bij u thuis of in een instelling.

Opname in Tergooi MC

Patiënten met een beroerte komen in Tergooi MC op de Brain Care Unit (BCU) terecht. Ze liggen aan de monitor. Aan het plafond hangen camera’s. Zo kunnen de verpleegkundigen de patiënten heel goed in de gaten houden. Meestal liggen patiënten hier tussen de 8 tot 24 uur. Is het niet meer nodig om aangesloten te zijn aan de monitor? Dan verplaatsen we de patiënt naar een andere kamer op dezelfde afdeling.

Lees meer over de Brain Care Unit.

Werken aan herstel

Zo snel mogelijk na de beroerte beginnen we te werken aan het herstel (revalidatie). Vaak al op de afdeling BCU. Hoe eerder een oefenprogramma begint, hoe beter. Veel klachten bij een beroerte kunnen binnen drie weken veel beter worden. Ook in de eerste zes maanden na een beroerte kunnen functies verbeteren of herstellen. De fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist helpen daarbij. Ook een diëtist of geestelijk verzorger kunnen langskomen.

De verpleegkundigen helpen om zo snel mogelijk dingen weer zelf te doen. Dit gaat soms met kleine stapjes. Bijvoorbeeld even op de rand van het bed zitten. Of zelf het gezicht wassen. Soms kan iemand al direct naar de wc lopen, samen met de verpleegkundige. Of proberen zichzelf te verzorgen. Dit ligt aan de klachten die iemand heeft en wat lukt en kan.

Ergotherapie, logopedie en fysiotherapie

U wordt vaak direct na uw beroerte bezocht door een ergotherapeut, logopedist en fysiotherapeut. Zij helpen om zo snel mogelijk te werken aan uw herstel.

Ergotherapie

De ergotherapeut kijkt hoe u nog zelf kunt handelen. Daarvoor doet de ergotherapeut testen en kijkt hij of zij hoe dingen bij u gaan. Zo komt de ergotherapeut erachter hoe u beweegt, ziet en denkt. En wat minder goed gaat. Hij of zij vergelijkt dat met wat u voor de beroerte kon. De ergotherapeut kan zo bepalen of u de dagelijkse handelingen veilig en alleen kunt doen. Ook krijgt u uitleg over de gevolgen van een beroerte.

Lees meer over ergotherapie na een beroerte.

Logopedie

Door een beroerte kunt u problemen krijgen met kauwen en slikken. Maar ook met praten. De uitspraak kan veranderen, waardoor praten anders klinkt dan u gewend bent. U kunt moeite hebben om de juiste woorden te vinden. Of om te begrijpen wat er gezegd wordt. Ook kan lezen en schrijven niet meer goed gaan. De logopedist helpt u hierbij.

Lees meer over logopedie na een beroerte.

Fysiotherapie

In het ziekenhuis doet de fysiotherapeut een aantal testen bij u. Zo krijgt hij of zij een indruk van de kracht in uw spieren en uw balans. De fysiotherapeut kijkt of u zelf weer in en uit uw bed kunt komen. Als het kan, gaat u weer lopen en traplopen.

Welke gevolgen de beroerte heeft, is per persoon anders. Soms is één behandeling genoeg en kunt u weer naar huis. Soms is die het begin van een lang traject. Belangrijk is dat u vanaf de eerste dag in beweging komt. Onder begeleiding of alleen. Wel of niet met een loophulpmiddel.

Lees meer over fysiotherapie na een beroerte.

Revalidatiecentra

Hoe en waar u gaat werken aan uw herstel ligt aan uw situatie. Voor iedere patiënt kijken we wat het beste past. Soms is het genoeg om af en toe naar een behandelaar in de polikliniek te gaan. Bijvoorbeeld naar de logopedist. Maar u kunt ook opgenomen worden op de revalidatieafdeling van een instelling waar Tergooi MC mee samenwerkt.

Verhuizen naar een revalidatiecentrum kan snel gaan. Zodra het medisch kan, kunt u overgeplaatst worden. We proberen om binnen vier dagen te weten hoe het vervolg er voor u gaat uitzien.

Lees meer over herstellen na een beroerte in een revalidatiecentrum.

Na een TIA (dagopname)

Als we denken dat u een TIA heeft gehad, nemen we u een halve dag op in het ziekenhuis. We doen die dag een aantal onderzoeken:

  • een vaatonderzoek van de halsvaten
  • een ECG (Electro Cardio Gram of hartfilmpje)
  • een CT-scan van de hersenen

Op de dag van opname verwachten wij u om 08:15 uur nuchter op de dagkliniek Neurologie. Nuchter wil zeggen dat u vanaf twaalf uur ’s nachts niets meer heeft gegeten en gedronken. We nemen dan eerst bloed bij u af. Als we bloed hebben afgenomen, krijgt u een ontbijt. De verpleegkundige meet uw bloeddruk, temperatuur en pols. Ook vraagt hij of zij of u allergisch bent voor medicijnen of andere stoffen. De coassistent doet bij u een lichamelijk onderzoek. Daarna doen we de genoemde onderzoeken.

Uitslagen en vervolg

Tussen 13:00 en 14:00 uur bespreekt de neuroloog de uitslagen van de onderzoeken met u. Stellen we vast dat u een TIA heeft gehad? Dan plannen we de afspraken in die nodig zijn. Bijvoorbeeld met de vaatchirurg. Als de uitslagen goed zijn dan mag u naar huis. U krijgt alleen een recept mee voor bloedverdunners en/of een cholesterolverlager. Is een bloedvat in de hals afgesloten en is een operatie nodig? Dan bespreekt u dat verder met de vaatchirurg.

Weer thuis

Het dagelijkse leven thuis is anders dan in een revalidatiecentrum of ziekenhuis. Eenmaal thuis of in een verzorgingshuis worden de problemen die door een beroerte of TIA zijn ontstaan vaak pas echt duidelijk. Minder controle over emoties, problemen met nadenken en het geheugen, moe zijn, moeite met praten of handelen. Allerlei klachten zijn mogelijk.

Afspraak met Verpleegkundig specialist

Om u verder te helpen, krijgt u een afspraak met de Verpleegkundig specialist. Die afspraak is zes weken nadat u uit het ziekenhuis of revalidatiecentrum weer naar huis bent gegaan. De Verpleegkundig specialist praat met u over wat moeilijk gaat in het dagelijks leven na de beroerte. Samen zoekt u naar oplossingen. De Verpleegkundig specialist werkt nauw samen met andere zorgverleners die gespecialiseerd zijn in beroertes. En kan u daarnaar verwijzen. In het ziekenhuis en daarbuiten. In dit netwerk zitten bijvoorbeeld:

  • neuroloog
  • neuropsycholoog
  • revalidatiearts
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut
  • logopedist
  • huisarts
  • thuiszorgcoördinator

U kunt ook bellen met de polikliniek Neurologie om advies te vragen.

Huisarts en praktijkondersteuner

Merkt u dat sommige dingen na uw beroerte nog niet goed zijn aangepakt? Of worden problemen pas later duidelijk? Dan kunt u bij uw huisarts terecht. Samen zoekt u naar een passende oplossing of behandeling voor waar u last van heeft.

Therapieën en doorverwijzing

De huisarts weet welke problemen u door een beroerte kunt hebben. En welke therapieën mogelijk zijn. Hij of zij kan u verwijzen naar andere behandelaars. Een paar voorbeelden:

  • U krijgt depressieve klachten na de beroerte. De huisarts adviseert begeleiding of behandeling met medicijnen.
  • Bij problemen met voeding verwijst de huisarts u naar een diëtist. Bij slikproblemen naar een logopedist.
  • U heeft moeite met de trappen in uw huis. De huisarts kan u verwijzen naar de ergotherapeut. Of aangeven hoe u aanpassingen in uw woning kunt aanvragen.
  • U raakt eenzaam door wat u niet meer kan. De huisarts kan u informatie geven om in contact te komen met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Of om mee te doen aan activiteiten die passen bij wat u kan.

Voorkomen van een nieuwe beroerte

Het is belangrijk de kans op een nieuwe beroerte zo klein mogelijk te maken. Ook daarvoor kunt u bij de huisarts terecht. Vaak gebeurt dit in samenwerking met een praktijkondersteuner. De volgende onderwerpen krijgen de aandacht:

  • aandacht voor gezond eten en bewegen
  • behandeling van bloeddruk
  • stoppen met roken
  • behandeling van een hoog cholesterol
  • gebruik van medicijnen

Extra steun

Een beroerte treft het hele gezin. Daarom kan extra ondersteuning fijn zijn:

Versa Welzijn

Mantelzorgers kunnen voor ondersteuning terecht bij de sociaal werker wonen/welzijn/mantelzorg van Versa Welzijn. Lees meer over de ondersteuning door Versa Welzijn.

Hersenletsel.nl

Hersenletsel.nl is een vereniging voor wie getroffen is door hersenletsel. De vereniging helpt u en 6.000 andere leden om na het oplopen van hersenletsel het gewone leven weer op te pakken.

NAH Pluspunt

Het NAH Pluspunt organiseert bijeenkomsten over bepaalde thema’s en heeft elke donderdag een inloopspreekuur. Het is een project waarin Hersenletsel.nl, Hilverzorg, ‘t Hersenletselteam Gooi en Vechtstreek, Versa Welzijn, Afasiecentrum Flevopolder, ‘t Gooi e.o. en Sherpa (Activiteitencentrum Jan Ligthart) samenwerken. Kijk voor meer informatie op de website van het NAH Pluspunt.

Ondersteuning vanuit de WMO

De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische en psychosociale problemen. Zij krijgen bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, een rolstoel of kunnen gebruik maken van de WMO-taxi Gooi en Vechtstreek. Hierover kunt u contact opnemen met uw gemeente.

Stichting MEE

Mensen die dat willen, kunnen cliëntondersteuning krijgen. Daar zorgt uw gemeente voor. MEE biedt gratis onafhankelijke informatie, advies en ondersteuning aan kwetsbare mensen en hun familie, vrienden en andere betrokkenen. MEE heeft specifieke kennis op het gebied van mensen met een beperking. Kijk voor meer informatie op de website van MEE.