Behandeling bij borstkanker
In Nederland krijgt één op de zeven vrouwen borstkanker. Welke behandeling we kiezen, ligt onder meer aan het soort tumor. De behandeling van borstkanker bestaat vaak uit meerdere onderdelen.
Over borstkanker
Soorten borstkanker
Kenmerken tumor
Borstkanker bij mannen
Erfelijkheid
Video als voorbereiding op uw afspraak
Behandeling van borstkanker
De behandeling van borstkanker bestaat vaak uit meerdere onderdelen. Bijvoorbeeld een operatie, bestraling (radiotherapie), chemotherapie, doelgerichte therapie of anti-hormonale therapie. We kijken voor de behandeling naar uw persoonlijke situatie. Welke behandeling we kiezen, ligt bijvoorbeeld aan:
- hoe oud u bent
- of u voor of na de overgang zit
- hoe groot de tumor is
- wat de kenmerken zijn van de tumor
- soms het genenprofiel van de tumor (MammaPrint®/Oncotype)
- of u wel of geen uitzaaiingen in de lymfeklieren heeft
- uw eigen voorkeuren en wensen
Volgorde van de behandeling
Bij grotere tumoren, uitzaaiingen in de lymfeklieren of bij tumoren van een bepaald type kan het beter zijn te starten met chemotherapie. En daarna pas te opereren. Na de operatie volgen dan de andere behandelingen.
Doel van de behandeling
Soms is de borstkanker uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. Bijvoorbeeld naar de longen, lever of botten. Dan is genezing meestal niet meer mogelijk. De behandeling richt zich dan op het zo lang mogelijk met de ziekte kunnen leven. Dit noemen we een palliatieve behandeling.
Borstoperatie
In veel gevallen is een borstsparende operatie mogelijk. Als dit niet kan, adviseren we een borstamputatie. Natuurlijk bespreken we dit vooraf met u. Uw mening is hierbij belangrijk.
Borstsparende operatie
Borstamputatie
Een borstamputatie kunnen we ook combineren met het plaatsen van een prothese. We sparen dan de huid van de borst en soms ook de tepel. Dit heet een directe reconstructie. De oncologisch chirurg en plastisch chirurg doen deze operatie samen. Lees meer over de borstamputatie met directe reconstructie.
Keuze welke operatie
- hoe groot de tumor is
- hoeveel tumoren er in de borst zitten
- hoe groot de tumor is vergeleken met de borst
- waar de tumor in de borst zit
- of de borst eerder bestraald is
Zijn beide operaties mogelijk? Dan bepaalt u. Natuurlijk helpen we u bij uw keuze en geven we u advies. We hebben daar gesprekken over, maar we gebruiken ook de keuzehulp. Bij het maken van uw keuze is het volgende goed om te weten:
- Bij een borstsparende operatie adviseren we bijna altijd de borst te bestralen. Bij een amputatie komt dit veel minder vaak voor. Bestraling van de borst kan soms op langere termijn pijnklachten geven. De borst kan stugger aanvoelen en de vorm kan veranderen.
- De kans dat de kanker terugkomt is na een borstsparende operatie en bestraling klein, maar iets groter dan bij een amputatie. Ook bij een borstamputatie bestaat een kleine kans op terugkeer van de kanker in het litteken of in het restweefsel.
- Een borstamputatie kunnen we combineren met een directe reconstructie van de borst met een prothese.
- Welke operatie u kiest heeft maakt voor uw overlevingskansen niet uit. Beiden zijn even veilig.
- De operatie die u kiest heeft geen invloed op het advies voor eventuele aanvullende behandelingen. Zoals chemotherapie of anti-hormonale therapie.
Operatie van de oksel bij borstkanker
Geen uitzaaiingen in de lymfeklieren
Wel uitzaaiingen in een of meer lymfeklieren
Soms beoordeelt de patholoog de klier al snel tijdens de operatie. Als daar tumorcellen inzitten, kunnen we meteen de andere klieren in de oksel weghalen. Vooraf bespreken we of we dit bij u doen.
Lees meer over het verwijderen van de okselklieren.
Bestraling (radiotherapie)
- Bestraling of radiotherapie is een lokale behandeling: de bestraling richt zich op de borst, het operatiegebied en eventueel de lymfeklieren. Het doel is de kans te verkleinen dat de kanker in de borst of oksel terugkeert.
- Een bestraling duurt maar een paar minuten.
- De bestraling start binnen vier tot zes weken na de operatie.
- De radiotherapeut bepaalt welk schema voor uw situatie het meest geschikt is. Soms geven we één week bestraling, soms een paar weken (iedere werkdag).
- Bestralingen zijn meestal in het Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis. U kunt ook kiezen voor bestraling in het UMCU of AMC/VUMC.
Heeft u het advies gekregen om na te behandelen met bestraling? Dan verwijst de chirurg u na de operatie naar de radiotherapeut. Van de radiotherapeut krijgt u verdere informatie over de bestraling en het bestralingsschema. Twijfelt u aan wel of geen bestraling? Vul dan de Keuzehulp Radiotherapie (BRASA) in via de website van Borstkankervereniging Nederland.
Bijwerkingen bestraling
Bijwerkingen op korte termijn
- vermoeid
- donkere verkleuring van de bestraalde huid
- een rode, pijnlijke huid die op sommige plaatsten stuk kan gaan
Bijwerkingen op lange termijn
- verandering van de vorm van de borst
- stugger borstweefsel/littekenweefsel
- pijn aan de bestraalde borst
- blijvende verkleuring van huid of tepel
- longontsteking door de bestraling (zeldzaam)
- bij bestraling van de linkerborst: kans op hartklachten (zeldzaam). Om uw hart zoveel mogelijk te sparen, gebruiken we de ‘breath hold’-techniek. De radiotherapeut geeft u uitleg en oefeningen.
Studie voor geen bestraling bij 70+
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling met medicijnen (cytostatica). Chemotherapie krijgt u meestal via een infuus op de Dagbehandeling Oncologie. We geven op verschillende momenten chemotherapie:
- Voor de operatie. Dit om de kans te verkleinen dat de ziekte terugkomt en om de tumor voor de operatie al kleiner te maken.
- Na de operatie en/of bestraling, om de kans te verkleinen dat de ziekte terugkomt.
- Als er uitzaaiingen zijn, bijvoorbeeld in de lever, longen of botten. Het doel is dan om de tumor of uitzaaiing te verkleinen, de groei te stoppen of vertragen en te zorgen voor minder klachten.
Chemotherapie gaat door het hele lichaam. Het tast naast kankercellen ook gezonde cellen aan. Daarom krijgt u bij chemotherapie altijd te maken met bijwerkingen. Voordat de chemotherapie start, krijgt u voorlichting van de oncologieverpleegkundige. U krijgt dan ook informatie mee over de chemokuur.
MammaPrint®-onderzoek
Doelgerichte therapie
Anti-hormonale therapie
Anti-hormonale therapie werkt alleen bij een tumor die gevoelig is voor hormonen. Met andere woorden: een tumor die groeit onder invloed van hormonen. Of dat voor uw tumor zo is, weten we door weefsel van de tumor (biopt) te onderzoeken. Anti-hormonale therapie duurt minimaal vijf jaar. U slikt daarvoor tabletten. Soms vullen we dit aan met injecties.
Ondersteuning en controle
Ondersteuning
De behandeling van kanker is vaak heftig. Veel mensen kunnen dit aan met hulp van de mensen om hen heen. Soms is extra hulp nodig om lichamelijke en psychische klachten te verwerken. Bespreek dit met uw arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige. Zij geven u informatie en advies en kunnen u als dat nodig is naar een andere zorgverlener verwijzen. Op de pagina Nazorg bij borstkanker ziet u op welke manieren u ondersteuning kunt krijgen. Uiteraard kunnen we die ook tijdens het behandeltraject inzetten.
Controle
Na de behandeling van borstkanker controleren we u nog een paar jaar. Ook daarover leest u meer bij Nazorg bij borstkanker.