Behandeling met chemotherapie

Behandeling met chemotherapie

Bij chemotherapie krijgt u medicijnen die de kankercellen doden of zorgen dat ze niet verder groeien. Die medicijnen heten cytostatica. We geven chemotherapie via een infuus of als tablet. Sommige mensen krijgen veel last van bijwerkingen. Anderen merken er weinig van.

Over chemotherapie

Chemotherapie is de behandeling van kanker met cytostatica. Die medicijnen komen via een infuus of tablet in het bloed terecht. Via het bloed gaan de medicijnen door het hele lichaam.

Cytostatica zijn er in tientallen verschillende soorten. We kunnen één of een aantal soorten voor de behandeling gebruiken. Dat ligt aan het soort kanker. Een combinatie van één of meer soorten cytostatica heet een chemokuur.

We kunnen om verschillende redenen voor chemotherapie kiezen. Vaak geven we na een operatie of bestraling chemotherapie. Dat maakt de kans dat de kanker terugkomt kleiner. Soms geven we chemotherapie vóór de operatie. Dan proberen we de tumor door chemotherapie kleiner te maken. We kunnen daarnaast chemotherapie geven om de ziekte af te remmen of de klachten te verminderen.

Soms combineren we chemotherapie met andere medicijnen. Bijvoorbeeld met immunotherapie of ‘target therapie’. Die medicijnen werken anders dan chemotherapie en hebben ook andere bijwerkingen.

Bijwerkingen van chemotherapie

Chemotherapie heeft invloed op kankercellen, maar ook op gezonde cellen. Vooral als deze cellen snel delen. Bijvoorbeeld cellen in het slijmvlies of beenmerg. Het is moeilijk te voorspellen of en welke bijwerkingen u gaat krijgen. Het zegt ook niets over of de behandeling werkt. Deze bijwerkingen komen het meest voor:

  • misselijk
  • vermoeid
  • infectie en koorts
  • diarree of verstopping
  • haaruitval

Bij ‘Tips en adviezen’ leest u meer over de bijwerkingen die veel voorkomen. En hoe u daar het beste mee om kunt gaan.

Wie u ziet en spreekt in Tergooi

Tijdens uw behandeling heeft u contact met verschillende artsen en verpleegkundigen:

De oncoloog (longarts/internist)

De oncoloog is eindverantwoordelijk voor uw behandeling. Voor de behandeling doet de arts verschillende onderzoeken. De oncoloog bespreekt de uitslagen met u en overlegt welke behandeling mogelijk is. Tijdens de behandeling heeft u regelmatig afspraken voor controle bij de oncoloog. Ook na de behandeling blijft u onder controle van de oncoloog op de polikliniek.

De verpleegkundig specialist

De verpleegkundig specialist is een zelfstandige behandelaar. Hij of zij doet medisch onderzoek vanuit een verpleegkundige standpunt. Zo nodig in overleg met de oncoloog. Het kan zijn dat uw afspraken voor controle de ene keer bij uw oncoloog zijn en de andere keer bij de verpleegkundig specialist.

Oncologieverpleegkundige

Op de polikliniek

De oncologieverpleegkundige is een verpleegkundige die gespecialiseerd is in de zorg voor patiënten met kanker. Zij geeft u uitleg over de behandeling en de bijwerkingen. In de periode van de chemotherapie heeft u soms ook afspraken voor controle bij de oncologieverpleegkundige. De oncologieverpleegkundigen zijn tijdens uw behandeling elke dag telefonisch bereikbaar bij vragen of problemen.

Op de dagbehandeling

Ook de verpleegkundige die u op de dagbehandeling begeleidt, is een gespecialiseerd oncologieverpleegkundige. Deze verpleegkundige geeft u de chemotherapie. Meestal via een infuus, soms via een injectie. Verder geeft deze verpleegkundige uitleg over de behandeling.

Andere zorgverleners

De afdeling Oncologie werkt nauw samen met andere zorgverleners. Tijdens uw (dag)opname kunt u te maken krijgen met de arts-assistent, fysiotherapeut, voedingsassistente, diëtist, afdelingssecretaresse en de medewerkers van de huishoudelijke service. Op de polikliniek helpen poli-assistenten u.

Researchmedewerker

Sommige behandelingen met chemotherapie zijn verbonden aan wetenschappelijk onderzoek. We vergelijken dan bijvoorbeeld de gebruikelijke behandeling met een ander medicijn of een andere hoeveelheid. Als u hiervoor in aanmerking komt, geeft uw arts u hier eerst uitgebreid informatie over. Besluit u mee te doen aan een onderzoek? Dan krijgt u naast de specialist, de verpleegkundig specialist of de oncologieverpleegkundige te maken met de researchmedewerker. Die medewerker regelt alles rond het onderzoek. Lees meer over medisch-wetenschappelijk onderzoek op Rijksoverheid.nl.

Behandeling

Waar geven we de chemokuur

Als u chemotherapie via het infuus krijgt, geven we die op de Dagbehandeling Oncologie.

Hoe lang een chemokuur duurt

Een chemokuur kan een uur tot meerdere dagen duren. Na een chemokuur volgt een periode van rust. De oncologieverpleegkundige maakt met u een afspraak voor de eerste chemokuur. De kuren daarna zijn meestal steeds op dezelfde dag en tijd. Heeft u in de periode dat u chemotherapie krijgt wensen voor vakantie of dagen die voor u bijzonder zijn? Overleg dit dan met uw specialist of oncologieverpleegkundige.

Controle van het bloed

De medicijnen die u krijgt, kunnen invloed hebben op de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg. Daarom controleren we regelmatig uw bloed. Ook voor de behandeling moet u bloed laten prikken. Doe dat op de dag voor de behandeling voor 10:00 uur of twee dagen voor de behandeling. Dat kan in het laboratorium in het ziekenhuis of bij een prikpost in de regio die aangesloten is bij Tergooi. Via Mijn Tergooi maakt u zelf een afspraak.

Bent u niet in staat om naar het ziekenhuis of de prikpost te gaan? Dan is het soms mogelijk om thuis bloed af te laten nemen. Neem daarvoor contact op met de oncologieverpleegkundige. Of geef dit aan bij de oncologieverpleegkundige op de afdeling.

Uitslag van het bloedonderzoek

We bellen u alleen als de uitslag van het bloed niet goed is. De uitslag van het bloedonderzoek is ‘goed’ als de waarden van de witte bloedcellen (leukocyten) en de bloedplaatjes (trombocyten) genoeg hersteld zijn. U krijgt daarvan geen bericht. De behandeling gaat gewoon door.

Blijkt dat het bloed zich niet genoeg heeft hersteld na de vorige chemokuur? Dan moeten we uw behandeling misschien uitstellen. We bellen u dan de dag vóór de kuur op. Als we de kuur (moeten) uitstellen, maken we een nieuwe afspraak. Voor bloedonderzoek en voor een volgende behandeling.

Het infuus

Als u op de afdeling komt, sluiten we eerst een infuus aan. Dit gebeurt meestal in uw hand of arm. Terwijl u het infuus krijgt, mag u niet weg van de afdeling. Wel kunt u tussendoor naar de wc. Het krijgen van het infuus is niet pijnlijk. Wel voelt het soms wat koud aan. Waarschuw de verpleegkundige als u pijn krijgt of een branderig of stekend gevoel. Of als de plek bij het infuus dik of rood wordt.

Gaat het inbrengen van het infuus moeilijk? Of krijgt u langere tijd chemotherapie? Dan zijn er twee andere mogelijkheden:

  1. Een Porth-A-Cath (PAC) is een infuussysteem dat we onder de huid inbrengen (via een operatie). Dat kunnen we daarna eenvoudig aanprikken.
  2. Een Perifere Intraveneuze Centrale Catheter (PICC) is een infuuslijn die de radioloog inbrengt in de bovenarm. Deze kan in de periode dat u chemotherapie krijgt blijven zitten. Tot maximaal zes maanden. Het uiteinde van de lijn steekt een stukje uit uw arm. Dat stukje moeten we elke week spoelen en verbinden.

Bezoek

Alleen tijdens uw eerste behandeling mag er iemand bij u blijven tijdens de kuur.

Eten en drinken

  • Voor een behandeling met chemotherapie mag u thuis gewoon eten. U hoeft niet nuchter te zijn.
  • Als u tijdens de lunch op de afdeling bent, bieden we u een lunch (broodmaaltijd) aan.
  • Nemen we u voor de chemokuur meerdere dagen op? Dan krijgt u een broodmaaltijd als lunch en een warme maaltijd in de avond.

Medicijnen tegen misselijkheid

Bij bijna alle chemokuren krijgt u medicijnen mee tegen misselijkheid. Die kunt u thuis voor en na de chemokuur innemen. De oncologieverpleegkundige of oncoloog geeft u een recept mee. En een schema waarop staat welke medicijnen u precies moet innemen.

Andere medicijnen

Sommige medicijnen hebben invloed op de behandeling met chemotherapie. Wilt u naast de chemotherapie andere medicijnen gebruiken? Overleg dit dan met de specialist of oncologieverpleegkundige. Paracetamol kunt u wel gewoon nemen.

Voedingssupplementen en vitamines

Over hoe voedingssupplementen en vitaminepreparaten in combinatie met chemotherapie werken, is nog veel onduidelijk. Bespreek voor de start van uw behandeling met de specialist of oncologieverpleegkundige wat u wel en niet kunt gebruiken. Kijk voor meer informatie over voeding, voedingssupplementen en kanker op de website Voedingenkankerinfo.nl.

Diabetes

Heeft u diabetes? Door de medicijnen die u bij de chemokuur krijgt, kan de bloedglucosespiegel stijgen. Het is daarom belangrijk de glucosewaarde in uw bloed regelmatig te (laten) controleren. Blijf ook alert op tekenen van een te lage bloedglucose spiegel. Een normale glucosewaarde ligt tussen de vier en tien mmol/l.

  • Klachten bij te hoge bloedglucosespiegel: zweten, trillen, duizeligheid, hoofdpijn, concentratieverlies, vermoeidheid.
  • Klachten bij te lage bloedglucosespiegel: veel dorst, veel plassen, vermoeidheid, niet lekker voelen.

Tips en adviezen bij chemotherapie

Uw conditie

Adviezen voor uw conditie:

  • neem genoeg rust
  • blijf bewegen
  • zorg voor genoeg ontspanning en afleiding
  • wees duidelijk over wat u wel en niet kunt en wilt doen
  • vraag zo nodig hulp aan vrienden of familie of (als dat kan) via de thuiszorg
  • pas uw werk aan of stop daar tijdelijk mee. Overleg hierover met uw specialist of bedrijfsarts.

Beenmerg

Cytostatica kunnen de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg tijdelijk remmen. Van de witte en rode bloedcellen en de bloedplaatjes. We controleren uw bloed daarom regelmatig. U heeft zelf geen invloed op het herstel van het beenmerg. Ook niet met extra vitaminen, ijzertabletten en meer rust en beweging. Uw lichaam herstelt dit zelf.

Kans op infectie en koorts

Met minder witte bloedcellen heeft u meer kans op infectie en koorts. Neem bij koorts boven de 38,5 °C meteen contact op met het ziekenhuis. Ook als dat ’s nachts of in het weekend is. De arts kijkt dan wat er met u aan de hand is. En of u een infectie heeft waarvoor antibiotica nodig is.

Om een tekort aan witte bloedcellen te voorkomen, geven we bij bepaalde behandelingen groeifactoren. Die zorgen dat u meer witte bloedcellen aanmaakt. De groeifactoren geven we één tot twee dagen na de chemotherapie via een injectie.

Bloedarmoede

Bij een tekort aan rode bloedcellen is sprake van bloedarmoede. Hierdoor kunt u bleek zien of last hebben van vermoeidheid, kortademigheid, hartkloppingen en duizeligheid. Bij ernstige bloedarmoede is soms een bloedtransfusie nodig.

Bloedingen

Bij een tekort aan bloedplaatjes neemt de kans op bloedingen toe. Heeft u lange tijd een bloedneus, spontane blauwe plekken, bent u heftig ongesteld of ziet u bloed in uw plas of poep? Neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige.

Misselijkheid en eten

Misselijkheid komt veel voor bij chemotherapie. U krijgt medicijnen om te zorgen dat u niet of minder misselijk wordt. Blijft u toch last houden van misselijkheid? Neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige. Doe dat ook als u meerdere dagen bijna niet kunt eten of drinken of als u veel afvalt (meer dan drie kilo).

Adviezen bij misselijkheid

  • De chemokuur kan uw smaak veranderen. Probeer verschillende producten uit. Of u zin heeft om te eten en wat u lekker vindt kan per dag anders zijn.
  • Probeer genoeg te drinken (anderhalve liter per dag). Te weinig drinken kan het misselijke gevoel en de vieze smaak in de mond erger maken.
  • Neem regelmatig kleine maaltijden. Ook een lege maag kan een misselijk gevoel geven.
  • Forceer het eten niet als u zich niet goed voelt. Haal de ‘schade’ in door tussen de kuren door goed te eten.
  • Laat uw maag weer langzaam wennen aan vast voedsel als u heeft overgegeven.
  • Soms kan zuigen op een ijsklontje, kauwgom, waterijsje of zachte stukjes fruit helpen. Ook iets drinken met prik (cola) kan soms voor minder misselijkheid zorgen.

Kijk voor meer informatie over voeding en kanker op de website Kanker.nl.

Autorijden

De eerste keer dat u chemotherapie heeft gehad, mag u niet zelf autorijden. Laat u halen en brengen. Overleg met uw verzekeraar of u bij de kuren daarna zelf mag autorijden. Krijgt u chemotherapie waarop een allergische reactie mogelijk is? Dan geven we u medicijnen om zo’n reactie te voorkomen. Dat medicijn heeft invloed op uw reactievermogen. U mag dan niet zelf naar huis te rijden. Uw verpleegkundige kan vertellen of dat ook voor uw kuur geldt.

Dieet

U hoeft geen speciaal dieet te volgen tijdens de behandeling met cytostatica. U kunt bijna alles gewoon eten. Neem alleen geen grapefruitsap en visolie. Heeft u een dieet? Overleg dan met de diëtist of u dat tijdens de behandeling kunt blijven volgen.

Grapefruitsap

Grapefruitsap kan invloed hebben op de werking van sommige medicijnen. Dit staat in de bijsluiter of bij de specifieke informatie over uw behandeling.

Visolie

Producten met visolie lijken middelen voor chemotherapie met Irinotecan en platina tegen te werken. Bijvoorbeeld Cisplatin/Carboplatin en Oxaliplatin. We adviseren daarom geen visolie-supplementen en geen vette vis te nemen. Vanaf 24 uur vóór de start van de chemotherapie tot 24 uur erna. Uw arts en oncologieverpleegkundige weten welke chemotherapie u krijgt en of dit advies ook voor u geldt. Onder vette(re) vis vallen: ansjovis, bokking, botervis, haring, heilbot, forel, makreel, paling, rode poon, sardientje, sprot en zalm. Magere vissoorten kunt u wel blijven eten, zoals garnalen, kabeljauw, koolvis, krab, mosselen, pangasius, schol, tilapia, tong en wijting.

Alcohol

Tijdens de chemotherapie mag u in principe alcohol drinken. U mag (met mate) een biertje, glas wijn of iets anders met alcohol nemen. Soms gaat alcohol niet goed samen met de medicijnen. Dan raden we het af. Gebruik liever geen alcohol op de dag voor de chemokuur en op de dag van de kuur zelf.

Zwaarder worden

Van sommige cytostatica kunt u zwaarder worden. Meestal komt dat omdat u vocht vasthoudt. U merkt dat bijvoorbeeld omdat u dikke enkels krijgt. Wees dan voorzichtig met zout. Neem liever geen kant-en-klare soepen en sauzen. Daar zit vaak veel zout in. U kunt ook zwaarder worden omdat u minder beweegt tijdens de chemotherapie. Blijf in beweging. Probeer elke dag te wandelen of te fietsen.

Problemen in de mond

Chemotherapie kan zorgen voor problemen met het mondslijmvlies. Klachten die u kunt krijgen zijn:

  • een droge mond omdat u minder speeksel aanmaakt
  • witte verkleuring van de slijmvliezen
  • pijnlijke rode of witte plekken in de mond
  • infecties

Verzorg de mond goed om problemen met het mondslijmvlies te voorkomen of te verminderen. Wat adviezen:

  • Poets twee tot vier keer per dag uw tanden met een zachte (elektrische) tandenborstel en fluoride tandpasta. Is de menthol in de tandpasta pijnlijk? Gebruik dan een tandpasta zonder menthol.
  • Gebruik tandenstokers of floss alleen als u dit al gewend was te doen. Probeer zoveel mogelijk beschadigingen aan het tandvlees te voorkomen.
  • Is poetsen (tijdelijk) niet goed mogelijk? Gebruik dan alcoholvrije chloorhexidine mondspoeling of spray.
  • Spoel uw mond minimaal vier keer per dag met licht gezout water (één theelepel zout op één liter water).
  • Ontstaan er blaasjes of andere pijnlijke plekjes in uw mond? Spoel dan vaker uw mond: acht tot tien per dag. Koud water drinken of op een ijsblokje zuigen helpt tegen de pijn.
  • Smeer uw lippen regelmatig in met vaseline uit een tube. Dan ontstaan minder snel kloofjes.
  • Draagt u een gebitsprothese? Zorg dan voor een goed passende prothese en doe die ’s nachts uit.

Tandarts

Probeer als het lukt een afspraak voor controle bij de tandarts te maken voor u start met de chemotherapie. Gaat u tijdens de behandeling naar de tandarts of mondhygiënist? Laat dan altijd weten dat u chemotherapie krijgt. Overleg eerst met uw medisch specialist als een behandeling aan uw gebit nodig is.

Diarree of verstopping

Tijdens de behandeling kunt u last krijgen van diarree of verstopping. Door de behandeling met chemotherapie of door de medicijnen tegen de misselijkheid.

Adviezen bij diarree

  • Zorg dat u genoeg drinkt: minimaal anderhalf tot twee liter vocht per dag.
  • Gebruik genoeg zout (bijvoorbeeld bouillon).
  • Een stoppend dieet bestaat niet. Het is belangrijk dat u normaal, gevarieerd blijft eten. Neem regelmatig kleine maaltijden zonder producten die voor gas zorgen. Dus geen kool, ui, prei, drinken met prik en scherpe kruiden.
  • Neem niet te veel koffie, melk en alcohol.

Heeft u meer dan vijf keer per dag diarree die zo dun is als water? Neem dan contact op met de oncologieverpleegkundige.

Adviezen bij verstopping

  • Zorg dat u genoeg drinkt, minimaal twee liter vocht per dag.
  • Gebruik voeding met veel vezels.
  • Probeer regelmatig te bewegen.

Heeft u langer dan twee dagen niet kunnen poepen? Neem contact op met de oncologieverpleegkundige.

Minder energie, meer vermoeid

Door de chemotherapie kunt u meer vermoeid zijn en minder conditie hebben. De vermoeidheid wordt meestal erger tijdens de behandeling en kan langere tijd blijven. Voldoende rust is belangrijk, maar ook bewegen helpt. Probeer daarom actief te blijven. Intensief sporten is niet nodig. Elke dag een stukje wandelen of fietsen zorgt al voor genoeg inspanning voor uw lichaam.

Binnen Tergooi kunt u tijdens de behandeling uw lichaam goed in conditie houden. U kunt meedoen aan verschillende beweegprogramma’s. Dat gebeurt onder begeleiding van gespecialiseerde fysiotherapeuten.

Concentratie en geheugen

Vermoeidheid kan zorgen dat u zich minder goed kunt concentreren. En dat uw kortetermijngeheugen minder goed werkt. U kunt hier soms ook last van krijgen als u niet vermoeid bent. Dit lijkt door de chemotherapie te komen. Hier wordt onderzoek naar gedaan.

Dun of uitvallend haar

Bij de informatie over uw kuur staat of uw haar kan uitvallen. Dat gebeurt niet bij alle chemokuren. Meestal begint het haar twee tot drie weken na de eerste chemokuur uit te vallen. Als het haar snel uitvalt, kan de hoofdhuid wat gevoelig zijn. Naast het haar op uw hoofd kunnen na een tijdje ook wimpers, wenkbrauwen en andere lichaamsharen uitvallen.

Pruik, sjaaltje of muts

  • Als u een haarwerk (pruik) wilt gaan dragen, krijgt u van de oncologieverpleegkundige informatie en een machtiging. U kunt dan een deel van de kosten van de pruik vergoed krijgen van uw verzekering.
  • U kunt vóór het haar gaat uitvallen een afspraak maken bij een haarwerkspecialist.
  • Als uw haar is uitgevallen, kunt u het sneller koud krijgen. Als u geen pruik draagt, kan het fijn zijn een sjaaltje of muts te dragen (ook ’s nachts).

Pasfoto’s

Houd er rekening mee dat uw haar voor langere tijd uitvalt. Heeft u binnenkort bijvoorbeeld een nieuw rijbewijs, paspoort of ID-kaart nodig? Dan kunt u misschien al voor u met de chemotherapie begint pasfoto’s laten maken.

Haar terug

Uw haar gaat vier tot zes weken na de laatste chemokuur weer groeien. Soms zelfs eerder, tijdens de laatste behandelingen.

Hoofdhuid koelen

Bij sommige chemokuren kunt u uitval van uw haar voorkomen of minder erg maken door de hoofdhuid te koelen. Dat moet dan gebeuren op het moment dat u de chemotherapie toegediend krijgt. De oncologieverpleegkundige kan u hier meer informatie over geven.

Verzorging van het haar

Ook als uw haar niet uitvalt, kan het wel dunner en kwetsbaarder worden door de chemotherapie. Gebruik een milde shampoo. Wees voorzichtig met een permanent of verven van het haar.

Droge huid en zonnen

  • Door de chemotherapie kan de huid droger worden. Gebruik regelmatig crème om dit tegen te gaan.
  • Uw huid is gevoeliger voor de zon. U kunt bruine vlekken krijgen die niet meer weggaan.
  • De huid kan sneller verbranden. Blijf tijdens de chemotherapie en drie tot zes maanden daarna uit de felle zon. Ga in de zomer vooral tijdens de hete zonuren niet in de zon (tussen 12:00 en 15:00 uur). Gebruik in de volle zon tot een half jaar na de chemotherapie een crème met een hoge beschermingsfactor (factor 50).
  • Ga niet onder de zonnebank tijdens de chemotherapie.

Oogklachten

Heeft u last van branderige, tranende of droge ogen? Dan kunnen oogdruppels helpen. Ook kunnen uw ogen tijdelijk wat achteruit gaan of kunt u wazig gaan zien. Laat dit uw arts of oncologieverpleegkundige weten.

Vruchtbaarheid

Van sommige chemokuren kunt u onvruchtbaar worden. Heeft u een kinderwens? Bespreek dit voor u met de chemotherapie start met uw arts. We raden het af om tijdens de behandeling of de tijd daarna zwanger te worden. Goede anticonceptie is daarom belangrijk.

Ongesteld en overgang

Door de chemotherapie kunt u een tijdje of blijvend in de overgang komen. Dat ligt aan het soort chemotherapie en hoe oud u bent. U kunt ook onregelmatig of niet meer ongesteld worden. Of juist heftiger of vaker. Ook als u niet meer ongesteld wordt, kunt u vruchtbaar zijn.

Raakt u door de chemotherapie in de overgang? Dan kunt u last krijgen van de klachten die normaal ook bij de overgang te zien zijn:

  • opvliegers
  • zwaarder worden
  • wisselingen in uw stemming
  • veranderingen in seksualiteit
  • meer kans op botontkalking (als u blijvend in de overgang komt)

Seksualiteit

  • Veel mensen hebben tijdelijk minder behoefte aan vrijen.
  • Bij vrouwen kan de vagina droger worden. Vrijen kan daardoor pijnlijk zijn. Een glijmiddel kan helpen.
  • De meeste mannen kunnen tijdens hun behandeling met chemotherapie gewoon een erectie krijgen. Soms is dit vlak na een kuur wat moeilijker.
  • Medisch gezien is er geen bewaar om in de periode dat u chemotherapie krijgt te vrijen. Zolang dit maar geen pijn doet en geen bloedingen veroorzaakt. Het is niet duidelijk of en hoe lang resten van cytostatica in sperma of vocht uit de vagina kunnen zitten. Er zijn ook geen richtlijnen over het gebruik van condooms tijdens of vlak na een chemokuur.

Twijfelt u? Bent u angstig? Bespreek dat dan met uw specialist of oncologieverpleegkundige. Heeft u een relatie? Dan is het belangrijk om met uw partner te praten over de veranderingen in uw seksuele leven. Zoek samen naar manieren om hier mee om te gaan. Bespreek problemen ook gerust met uw arts of oncologieverpleegkundige. Of lees meer over Seksualiteit en kanker op Kanker.nl.

Beschermende maatregelen

Terwijl u de chemotherapie krijgt en een tijdje daarna zitten er restjes van de cytostatica in wat uw lichaam uitscheidt. Bijvoorbeeld in uw plas, poep, bloed, zweet, drain- en wondvocht. Of in spuug, als u cytostaticum als tablet of capsule krijgt en moet overgeven.

Uit onderzoek blijkt dat cytostatica schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Verpleegkundigen dragen daarom handschoenen als ze de chemotherapie geven. Thuis komt u maar heel kort in aanraking met cytostatica. Daardoor zijn de risico’s voor uw omgeving heel klein. Toch adviseren we een aantal maatregelen te nemen. Zo beschermt u uw directe omgeving:

  • Spoel de wc na gebruik twee keer door. Als het kan met een gesloten deksel.
  • Voor mannen geldt: plas zittend.
  • Was uw handen als u naar de wc bent geweest.
  • Houd de wc schoon met een normaal schoonmaakmiddel (allesreiniger).
  • We adviseren uw verzorgers of de mensen om u heen wegwerphandschoenen aan te doen als zij in contact komen met plas, poep of spuug.
  • Kleding en beddengoed kunt u op de gewone manier in de wasmachine wassen.
  • Gooi afval in een gesloten plastic zak weg bij het huishoudelijk afval.

Als u tabletten gebruikt

  • Haal bij voorkeur zelf de tabletten uit de verpakking. Doet iemand anders dit? Laat die dan wegwerphandschoenen gebruiken.
  • Slik de tabletten met een cytostaticum heel door. Breek ze dus niet.
  • Was uw handen nadat u de tabletten ingenomen hebt.

Deze maatregelen gelden alleen in de periode waarin er nog restjes cytostatica in uw lijf kunnen zitten. In de informatie over uw behandeling leest u hier meer over. De bescherming geldt niet voor lichamelijk contact. Knuffelen en zoenen kan gewoon. In zweet en speeksel zit te weinig van de cytostatica om schadelijk te kunnen zijn.

Vertel aan uw huishoudelijke hulp of andere hulpverleners dat u een behandeling met cytostatica krijgt. Zij kunnen hier dan tijdens hun werkzaamheden rekening mee houden. Met vragen kunnen zij altijd contact opnemen met de oncologieverpleegkundige.

Wie wanneer bellen

Het is mogelijk dat u thuis klachten krijgt van de behandeling. Doet zich iets ongewoons voor? Vertrouwt u het niet? Aarzel niet en neem contact op met het ziekenhuis. U hoeft geen contact op te nemen met uw huisarts of de huisartsenpost.

Wanneer bellen

Neem in ieder geval contact op bij:

  • koorts (temperatuur boven 38,5 ºC)
  • koude rillingen
  • spontane blauwe plekken
  • aanhoudend bloedverlies
  • ernstige misselijkheid of spugen
  • aanhoudende diarree die niet overgaat
  • verstopping

U kunt ons op verschillende manieren bereiken.

Via de app

Niet-dringende vragen kunt u stellen via de app BeterDichtbij. Via deze app kunt u ook een herhaalrecept aanvragen.

Vragen over uw behandeling

Voor vragen over uw behandeling of bijwerkingen belt u met de oncologie-, hematologie- of longverpleegkundigen. Zij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08:30 tot 12:00 uur en 13:30 tot 16:30 uur op T 088 753 24 63. U krijgt dan een keuzemenu:

  • Wilt u een afspraak maken of verzetten? Toets 1.
  • Belt u voor een herhaalrecept? Toets 2. Spreek de boodschap in na de pieptoon. Vermeld uw naam, geboortedatum en naam van de apotheek.
  • Heeft u een vraag, maar is het geen spoed? Toets 3. Spreek uw naam en geboortedatum in. Wij bellen u terug vanaf 13.30 uur.
  • Wilt u doorverbonden worden met een oncologieverpleegkundige? Toets 4.

Voor spoed

Bij dringende zaken of spoed buiten kantoortijd belt u met de afdeling/dagverpleging Oncologie: T 088 753 21 40.

Afspraak maken of verzetten

Voor het verzetten of maken van een afspraak belt u met de polikliniek:

Bel bij behandeling in studieverband met de researchverpleegkundigen: T 06 4379 52 76

Adressen en websites

Informatie over chemotherapie

Kanker.nl is opgezet door KWF Kankerbestrijding, patiëntenbeweging Levenmetkanker en IKNL (kenniscentrum voor zorgverleners in de oncologie). Zij geven op deze plek betrouwbare informatie, delen ervaringen en laten zien welke ondersteuning er is. U leest hier ook meer over behandelingen bij kanker, waaronder chemotherapie. Ga naar kanker.nl.

Informatie over voeding en kanker

Websites haarwerk, mutsen en sjaals

Op verschillende plekken zijn haarwerken, mutsjes en sjaaltjes te krijgen. Een overzicht van aanbieders vindt u op deze websites:

Adressen haarwerkspecialisten

Haarwerkspecialist In Balans
Huizerweg 27, 1401 GG Bussum
T 035 691 51 61
haarwerkspecialistinbalans.nl

Haarwerk Instituut Nederland
www.haarwerkinstituut.nl
Loosdrechtsweg 166, 1215 KC Hilversum
T 035 621 38 98

Burg. Grothestraat 41, 3761 CK Soest
T 035 683 74 17

Pruiken Thuiszorg® Nederland
Botter 4, 1132 GB, Volendam.
T 020 436 31 97
www.pruikenthuiszorg.nl

Bij het samenstellen van deze informatie is gebruikgemaakt van informatie en richtlijnen van het IKNL.