Borstsparende behandeling

Borstsparende behandeling

Bij een borstsparende operatie halen we de tumor in de borst weg. We voeren de operatie zo uit dat de borst zoveel mogelijk behouden blijft.

 

Voorbereiding

Stoppen met roken

Rookt u? Dan raden wij u aan zo lang mogelijk voor de operatie te stoppen met roken. Liefst meer dan zes weken daarvoor. Roken maakt de bloedvaten nauwer. Daardoor is de kans groter op problemen bij de genezing van de wond. Ook heeft u meer kans op een longontsteking na de narcose als u tot de operatie blijft roken.

Tumor markeren

Als de tumor niet te voelen is, markeren we de tumor van tevoren. Dit heet lokalisatie. We bepalen de plaats van de tumor met een marker of draad:

Met een jodiummarker

Een jodiummarker is een kleine radioactieve marker van ongeveer 5 mm. De radioloog plaatst die in de tumor. De marker geeft wat straling af. Zo kan de chirurg de tumor tijdens de operatie opzoeken. Tijdens de operatie controleert de chirurg of de marker weg is. Een jodiummarker kan langere tijd in de borst blijven zitten. Bijvoorbeeld in de periode voor de operatie waarin u chemotherapie krijgt.

Met een draad

In plaats van een jodiummarker kunnen we ook een draadje door de tumor plaatsen. De radioloog plaatst dit draadje kort voor de operatie.

Behandeling

  • We doen de operatie altijd onder volledige narcose. De operatie duurt anderhalf tot twee uur.
  • Tijdens de operatie halen we de tumor weg. Ook halen we gezond weefsel weg dat om de tumor heen zit, zodat alle tumorcellen weg zijn.
  • Als de tumor weggehaald is, sluiten we de holte die is ontstaan. Dan doen we door borstweefsel dat is overgebleven te verplaatsen (oncoplastische chirurgie).
  • We laten soms metalen clips in de borst achter. Zo kunnen we later de bestraling heel precies uitvoeren. Deze clips voelt u niet. We hoeven ze na de bestraling ook niet weg te halen.
  • We hechten de wond met oplosbare hechtingen. Soms komt daar een pleister op.

Schildwachtklier

Vaak combineren we de operatie van de borst met het weghalen van de schildwachtklier. Is vooraf bekend dat u een uitzaaiing in de oksel heeft? Dan markeren we de klier. Zo weten we tijdens de operatie precies waar die zit.

Na de behandeling

  • U mag vanaf de dag na de operatie douchen.
  • Zwemmen en in bad gaan mag weer na de eerste controle op de polikliniek, als de wond goed dicht is.
  • Het dragen van een bh mag, maar hoeft niet. Belangrijk is dat het prettig aanvoelt. De eerste tijd kan een sport-bh fijn zitten.

Pijnstillers

Heeft u na de operatie pijn? Bent u misselijk? De verpleegkundige kan u daar medicijnen voor geven. Aarzel niet om dit te vragen. Na de dag van de operatie is paracetamol meestal genoeg voor minder pijn.

Weer thuis

Doe het de eerste dagen nog rustig aan. U mag uw arm aan de geopereerde kant gewoon gebruiken. Forceer niets. Autorijden mag pas weer als u goed kunt sturen en zonder problemen kunt uitwijken in nood.

De uitslag

De patholoog onderzoekt het weefsel dat we tijdens de operatie weggehaald hebben. We bekijken onder meer of de tumor helemaal weg is. Zijn ook lymfeklieren weggehaald? Dan onderzoeken we of daar uitzaaiingen in te vinden zijn.

U krijgt de uitslag ongeveer tien dagen na de operatie. Dat gebeurt tijdens uw bezoek aan de polikliniek bij de chirurg. U kunt het verslag ook opvragen of uw dossier inkijken via Mijn Tergooi. U moet daarvoor inloggen met DigiD.

Bestraling

Na de operatie adviseren we meestal om de borst te bestralen. Dat maakt de kans kleiner dat de kanker in uw borst terugkomt. De bestraling begint vier tot zes weken na de operatie. U gaat hiervoor meestal naar het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam. Of soms naar een van de universitaire centra in de regio. Bestraling van de borst gebeurt elke dag, op werkdagen, drie tot vier weken lang. Bestraling kan bijwerkingen geven.

Resultaat

De vorm en structuur van de borst kan door de operatie en de bestraling veranderen. Hoeveel is vooraf moeilijk te zeggen. Vaak is pas zes maanden tot een jaar na de operatie goed te zien hoe u borst eruit ziet. Bent u daar niet tevreden over? Bespreek dit dan met uw chirurg. Die kan u verwijzen naar de plastisch chirurg.

Mogelijke problemen

Iedere operatie geeft een kans op complicaties. Wij doen er alles aan om die kans zo klein mogelijk te houden. Na een borstsparende operatie zijn lichte pijnklachten en soms steken in de borst normaal. Mogelijke complicaties van de operatie zijn:

  • nabloeding
  • infectie
  • longontsteking
  • trombose

Wanneer bellen

Neem contact met ons op als:

  • de wond veel nabloedt
  • er tekenen van infectie zijn: koorts, roodheid van de wond, meer pijn, zwelling
  • veel vocht zich ophoopt (seroom)
  • u vragen heeft of ergens ongerust over bent

Neem buiten kantoortijden contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp, T 088 753 15 60.